Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 300 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 73 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door Reclassering Nederland, GGZ Fivoor Den Haag, is geadviseerd in het rapport van 26 oktober 2023;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het toezicht.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Hij heeft deze slachtoffers hiermee pijn gedaan en angst aangejaagd. Beide aangeefsters deden hun werk, de wijkcoach ook nog puur in het belang van de verdachte. De wijkcoach heeft op de zitting verteld dat zij nog altijd last heeft, fysiek en mentaal, van de gevolgen van de agressie van de verdachte.
8.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank vindt onvoldoende onderbouwd dat de geclaimde kosten voor huishoudelijke hulp een rechtstreeks gevolg zijn van de bewezenverklaarde feiten. Nader onderzoek daarnaar zal het strafproces onevenredig belasten. De benadeelde partij zal in dit onderdeel niet-ontvankelijk worden verklaard.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
300 (driehonderd) dagen,
73 (drieënzeventig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 1.551,15 (zegge: vijftienhonderdéénenvijftig euro en vijftien cent), bestaande uit € 551,15 aan materiële schade en € 1.000, - aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 mei2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 1.551,15(hoofdsom,
zegge vijftienhonderdéénenvijftig euro en vijftien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 mei 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.551,15 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.