ECLI:NL:RBROT:2023:11488

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
10447173
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging koopovereenkomst van een elektrische dj-wagen wegens dwaling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [persoon01], een rondrijdende dj, en [bedrijf01], de verkoper van een elektrische dj-wagen, de 'Lambro'. [persoon01] had de Lambro aangeschaft voor € 14.725,05, waarvan hij € 13.856,95 had betaald. Hij stelde dat de Lambro niet legaal op de openbare weg kon worden gebruikt, omdat het kentekenbewijs nog aangaf dat het voertuig op benzine was, terwijl het inmiddels elektrisch was omgebouwd. [persoon01] vorderde vernietiging van de koopovereenkomst, omdat hij, als hij had geweten dat de Lambro niet legaal op de weg mocht, de overeenkomst nooit zou hebben gesloten. De kantonrechter oordeelde dat de Lambro niet voldeed aan de wettelijke eisen voor voertuigen en dat de overeenkomst op grond van dwaling moest worden vernietigd. De rechter stelde [persoon01] in het gelijk en veroordeelde [bedrijf01] tot terugbetaling van de koopsom, vermeerderd met rente, en de kosten van de procedure. Tevens werd bepaald dat [persoon01] de Lambro binnen zeven dagen na terugbetaling moest teruggeven aan [bedrijf01].

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 10447173 CV EXPL 23-1487
datum uitspraak: 7 december 2023 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[persoon01] ,die handelt onder de naam [handelsnaam01]
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigden: mr. W. Seinen, mr. M.L. de Haas en mr. M.N. Sel,
tegen
[bedrijf01] .,
vestigingsplaats: [vestigingsplaats01] ,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. A.W. Niesert.
De partijen worden hierna ‘ [persoon01] ’ en ‘ [bedrijf01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 31 maart 2023, met veertien bijlagen;
  • het antwoord, met drie bijlagen;
  • bijlagen 15, 16 en 17 van [persoon01] ;
  • bijlagen 4 tot en met 9 van [bedrijf01] ;
  • een usb-stick van [bedrijf01] .
1.2.
Op 16 oktober 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig:
  • [persoon01] en zijn partner met mr. Seinen, mr. De Haas en mr. Sel;
  • [naam01] en [naam02] namens [bedrijf01] (allebei bestuurder) en hun zoon en schoondochter, met mr. Niesert.

2.De beoordeling

Kern van de zaak en conclusie
[persoon01] werkt onder andere als rondrijdende dj (diskjockey). Tot 2018 gebruikte hij hiervoor een Stint. Die is nu verboden. Als vervanger heeft [persoon01] een ‘Lambro’ gekocht van [bedrijf01] (totale kosten € 14.725,05, waarvan [persoon01] € 13.856,95 heeft betaald):
[bedrijf01] heeft op verzoek van [persoon01] aanpassingen aan de Lambro gedaan en de Lambro omgebouwd van benzine naar elektrisch. Op het kentekenbewijs ( [kenteken01] , maximale snelheid 25 km/h) staat nog ‘benzine’. Omdat dat niet meer klopt, mag de Lambro volgens [persoon01] de openbare weg niet meer legaal op. Als hij dat had geweten, had hij de koopovereenkomst nooit gesloten; in ieder geval voldoet de Lambro niet aan de koopovereenkomst, aldus nog steeds [persoon01] . [persoon01] wil nu van de koopovereenkomst af en hij wil zijn geld terug. Volgens [bedrijf01] mag de Lambro wel legaal de weg op – zonder keuring – en is er dus geen probleem. Daarom wil [bedrijf01] dat [persoon01] het openstaande factuurbedrag van € 868,10 met rente en kosten betaalt.
[persoon01] wordt in het gelijk gesteld. De kantonrechter vernietigt de overeenkomst. Hierna wordt uitgelegd waarom dit de uitkomst is.
Gebruik Lambro op de openbare weg niet legaal
Lambro voldoet niet aan de Regeling voertuigen
2.1.
De Lambro voldoet niet aan de wettelijke eisen die aan dit soort voertuigen worden gesteld. De Lambro moet in overeenstemming zijn met de gegevens op de kentekenkaart en in het kentekenregister (artikel 5.7.1 eerste eis Regeling Voertuigen). De Lambro is namelijk een zogenaamd ‘motorrijtuig met beperkte snelheid’ (MMBS). Wijzigingen in brandstofsoort moeten daarom worden goedgekeurd voordat het gewijzigde voertuig de weg op mag (artikel 6.1 lid 1 en 6.3 onder q Regeling voertuigen). De Lambro is nu elektrisch, terwijl op het kenteken nog ‘benzine’ staat.
Gebruik openbare weg is geen bewijs dat dat legaal is
2.2.
Op basis van de – gestelde – omstandigheid dat [persoon01] de Lambro op de openbare weg gebruikt, kan niet worden geconcludeerd dat dat gebruik legaal is. Het is immers praktisch mogelijk om met een voertuig van de openbare weg gebruik te maken, terwijl de gegevens op de kentekenkaart en in het kentekenregister niet kloppen.
Geen WOK-melding is geen bewijs dat Lambro voldoet aan wettelijke eisen
2.3.
Een voertuig krijgt een ‘Wachten op keuren’-melding als het niet meer aan de wettelijke eisen voldoet om op de weg te mogen rijden (artikel 38 Kentekenreglement). Het kenteken wordt ongeldig gemaakt en het voertuig is op het moment dat het een WOKmelding ontvangt niet meer verzekerd. Dat er geen WOK-melding is voor de Lambro, terwijl de RDW door de e-mailberichten van en namens [persoon01] van de situatie op de hoogte is, betekent – omgekeerd – niet dat de Lambro (wel) aan alle wettelijke eisen voldoet. Een dergelijke melding kan namelijk alleen door de in artikel 159 van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde personen worden gedaan. De RDW hoort daar kort gezegd niet bij.
[bedrijf01] benoemt verder dat het opmerkelijk is dat [persoon01] geen bekeuring of andere maatregel opgelegd heeft gekregen als de Lambro met het huidige kentekenbewijs niet legaal de weg op zou mogen. Ook dit gaat niet op: hieruit blijkt hooguit dat (nog) niet door een van de hiervoor bedoelde personen is geconstateerd dat de Lambro niet aan de wettelijke eisen (voertuig moet in overeenstemming zijn met kentekengegevens) voldoet. Anders gezegd: [persoon01] is alleen nog niet ‘betrapt’ op het feit dat dat niet zo is.
Eén overeenkomst: elektrische dj Lambro geschikt voor op de openbare weg
2.4.
Voor de verdere beoordeling wordt uitgegaan van één overeenkomst tussen partijen en niet van meerdere losse overeenkomsten zoals [bedrijf01] heeft betoogd. Partijen hebben afgesproken dat [bedrijf01] een elektrische ‘dj Lambro’ aan [persoon01] zou leveren, die op de openbare weg zou mogen rijden. Dat er door [bedrijf01] drie afzonderlijke facturen zijn gestuurd, maakt niet dat ook de overeenkomst tussen partijen in drie onderdelen moet worden gesplitst.
2.5.
Volgens [bedrijf01] horen de drie facturen bij drie verschillende overeenkomsten:
  • een overeenkomst met betrekking tot de aankoop;
  • een overeenkomst met betrekking tot de aanpassingen tot dj wagen;
  • een overeenkomst met betrekking tot het ombouwen van benzine naar elektrisch.
De kantonrechter volgt [bedrijf01] hierin niet. Op de eerste factuur (€ 9.395,00) staat immers als een van de posten vermeld: ‘1 x ombouwen naar volledig elektrisch met inlevering van de oude delen’ voor een bedrag van € 5.445,00. De kosten van de aanpassingen van de tweede factuur (€ 4.368,10) zijn in de eerste factuur al meegenomen als opties en kwamen dus niet als een verrassing. Tijdens de zitting is namens [bedrijf01] ook verklaard dat partijen hadden afgesproken dat in een later stadium zou worden bekeken wat er allemaal precies nog aangepast moest worden. De derde factuur (€ 961,95) is alleen voor een extra accu ten behoeve van het elektrisch rijden en betreft dus niet het (hele) ombouwen. Bovendien is namens [bedrijf01] tijdens de zitting verklaard dat er in het eerste gesprek is gesproken over de werkzaamheden van [persoon01] en dat de Lambro de openbare weg op moest kunnen. Weliswaar voegde [bedrijf01] er toen aan toe dat er niet over ‘elektrisch’ is gesproken, maar uit de eerste factuur blijkt dat dat wel het geval moet zijn geweest.
Dwaling
2.6.
De overeenkomst wordt vernietigd, zoals door [persoon01] primair is geëist (artikel 6:228 BW). Als [persoon01] namelijk had geweten dat de Lambro de weg niet legaal op mocht – zonder keuring – dan had hij de Lambro niet (onder deze voorwaarden) gekocht. [bedrijf01] heeft voorafgaand aan (en na) de koop tegen [persoon01] gezegd dat de Lambro (legaal) gebruikt mocht worden op de openbare weg. Niet relevant is of [bedrijf01] eventueel ook zelf in de veronderstelling verkeerde dat dit mocht, want ook bij wederzijdse dwaling kan een overeenkomst worden vernietigd. Verder had [bedrijf01] , gelet op haar ruime ervaring in deze branche – zij maakt zelfs reclame voor het ombouwen van voertuigen van benzine naar elektrisch – beter moeten weten. Het was bovendien voor [bedrijf01] duidelijk dat het voor [persoon01] belangrijk was dat de (elektrische) Lambro op de openbare weg gebruikt mocht worden. Daar heeft [persoon01] vanaf het eerste contact herhaaldelijk naar geïnformeerd.
Gevolgen vernietiging
2.7.
[bedrijf01] moet het deel van de koopprijs dat [persoon01] heeft betaald (€ 13.856,95) aan [persoon01] terugbetalen (artikel 3:53 BW en 6:203 BW). De geëiste rente over de koopsom vanaf de dag van dagvaarding wordt ook toegewezen. [persoon01] moet de Lambro teruggeven aan [bedrijf01] . De kantonrechter acht het redelijk dat [persoon01] dat pas hoeft te doen binnen zeven dagen nadat [bedrijf01] de koopsom met rente heeft terugbetaald.
Proceskosten
2.8.
[bedrijf01] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [persoon01] tot vandaag vast op € 109,44 aan dagvaardingskosten, € 693,00 aan griffierecht, € 792,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 396,00) en € 132,00 ter zake van nakosten. In totaal is dit € 1.726,44. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. De wettelijke rente wordt toegewezen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
In conventie en in reconventie
3.1.
vernietigt de overeenkomst tussen partijen;
3.2.
veroordeelt [bedrijf01] om binnen vijf dagen na vandaag aan [persoon01] te betalen € 13.856,95, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
bepaalt dat [persoon01] de Lambro met papieren en sleutels binnen zeven dagen na ontvangst van de betaling onder 3.2 aan [bedrijf01] moet teruggeven;
3.4.
veroordeelt [bedrijf01] in de proceskosten, die aan de kant van [persoon01] tot vandaag worden vastgesteld op € 1.726,44 met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en in het openbaar uitgesproken.
703