Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 februari 2023 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [plaatsnaam], eiser
de minister van Justitie en Veiligheid, Raad voor Rechtsbijstand (de minister)
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
objectiefmoet kunnen worden vastgesteld en dat kan niet door middel van dat certificaat. De verklaring van [naam] leidt niet tot een ander oordeel. Zij verklaart namelijk onder andere dat de opleiding op de website van de KU Leuven staat aangekondigd op niveau B2 voor Nederlands en de vreemde talen. Dat volgens haar de meeste kandidaten hun talen beheersen op C1-niveau, maakt dat gegeven niet anders. Deze mening, waarvan onduidelijk blijft waarop die is gebaseerd, is ook niet objectief en niet op eiser toegespitst. Hetzelfde geldt voor de stelling dat de KU Leuven de kandidaten screent op minstens B2 niveau, zij bijzonder hoog moeten scoren en het examen best pittig is. Ook deze stellingen missen objectieve onderbouwing. Ook met het certificaat en de verklaring van [naam] in samenhang bezien toont eiser dus niet aan dat hij het niveau C1 heeft, nog daargelaten dat de minister terecht stelt dat slechts een paar van de doeltalen waarvoor eiser inschrijving heeft gevraagd in die opleiding aan bod zijn geweest.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
C1-niveau, als de tolk aantoont te beschikken over: