ECLI:NL:RBROT:2023:1145
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van oplichting en verduistering in strafzaak tegen verdachte
In de zaak tegen de verdachte, geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01], heeft de rechtbank Rotterdam op 13 februari 2023 uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor oplichting en verduistering, met als parketnummer 10/742079-18. Tijdens de zitting op 30 januari 2023 werd de tenlastelegging besproken, waarbij de officier van justitie, mr. J. Boender, vrijspraak eiste voor zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft, na beoordeling van het bewijs, geconcludeerd dat er onvoldoende wettig bewijs was voor de beschuldigingen. Er was geen bewijs dat de verdachte betrokken was bij de oplichting of verduistering, en het vereiste opzet voor medeplegen was niet aangetoond. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.
Daarnaast heeft een benadeelde partij, [benadeelde partij01], een schadevergoeding van € 342.806,56 en € 45.900,- aan advocaatkosten gevorderd. Echter, de benadeelde partij heeft haar vordering ingetrokken na een vaststellingsovereenkomst met de verdachte, waardoor de rechtbank op dit onderdeel geen beslissing heeft genomen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de jongste en oudste rechter niet in staat waren het vonnis mede te ondertekenen. Het vonnis is openbaar uitgesproken op de datum vermeld in de kop van het vonnis.