Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling bij forensische polikliniek De Waag of een soortgelijke zorginstelling.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
“Er zijn geen woorden die kunnen beschrijven wat de impact is van het seksueel misbruik op [slachtoffer01] . Door de plaatsing bij pleegouders kreeg [slachtoffer01] steeds meer vertrouwen in de volwassenen om hem heen. Dit vertrouwen is door het misbruik ernstig geschaad. Het pleeggezin die juist zorgde voor een veilige opvoedomgeving voor [slachtoffer01] , zal opnieuw samen met [slachtoffer01] moeten werken aan herstel in het vertrouwen.”
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
groot 10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
3 jaar;
€ 4.000,- (zegge: vierduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 22 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 4.000,-(hoofdsom,
zegge: vierduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen;