ECLI:NL:RBROT:2023:11296

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
10605458 CV EXPL 23-19899
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van consumentenkoopovereenkomst wegens onduidelijke bestelknop en vergoeding voor geleverde elektriciteit en gas

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Innova Energie B.V. en een consument, aangeduid als [gedaagde01]. De eiseres, Innova, had in september 2019 een overeenkomst gesloten met [gedaagde01] voor de levering van elektriciteit en gas. De overeenkomst werd tot stand gebracht via de website www.gaslicht.com, waarbij [gedaagde01] op een bestelknop heeft geklikt. Na de levering van elektriciteit en gas, die onbetaald bleef, vorderde Innova betaling van € 1.184,98, inclusief rente en kosten.

[gedaagde01] betwistte de vordering en voerde aan dat hij misleid was over de kosten en dat hij de overeenkomst binnen de herroepingsperiode had opgezegd. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde01] onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat hij de overeenkomst had opgezegd. Wel oordeelde de rechter dat de bestelknop op de website van Innova niet voldeed aan de wettelijke vereisten, waardoor de overeenkomst vernietigd werd. Dit betekende dat Innova haar vorderingen niet meer op deze overeenkomst kon baseren.

In het geval dat de overeenkomst vernietigd zou worden, stelde Innova dat zij onverschuldigd had geleverd en dat [gedaagde01] een vergoeding moest betalen voor de geleverde elektriciteit en gas. De kantonrechter oordeelde dat de vergoeding redelijkerwijs op € 431,97 moest worden vastgesteld, wat overeenkomt met 50% van het totaalbedrag van de onbetaalde facturen. De buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten moest dragen. De rechter heeft de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10605458 CV EXPL 23-19899
datum uitspraak: 24 november 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Innova Energie B.V.,
vestigingsplaats: Delft,
eiseres,
gemachtigde: B.E.J. Caminada,
tegen:
[gedaagde01] ,
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 22 juni 2023, met bijlagen 1 tot en met 7;
  • het antwoord van 5 september 2023.
1.2.
Op 25 oktober 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij was [naam01] namens Innova aanwezig. [gedaagde01] heeft bij e-mail van 24 oktober 2023 (15:47 uur) uitstel gevraagd wegens gezondheidsredenen. Dit verzoek is afgewezen. De mondelinge behandeling is eerder twee keer uitgesteld op verzoek van [gedaagde01] .

2.De feiten

2.1.
Innova heeft met [gedaagde01] in september 2019 een overeenkomst gesloten voor de levering van elektriciteit en gas voor de duur van één jaar. Dit is gebeurd via de website www.gaslicht.com.
2.2.
Een contractbevestiging, een modelformulier voor herroeping en de algemene voorwaarden van Innova zijn na het sluiten van de overeenkomst per e-mail aan [gedaagde01] verzonden.
2.3.
Op de contractbevestiging staat vermeld als maandelijks termijnbedrag € 29,00 (inclusief btw) voor elektriciteit en € 148,00 (inclusief btw) voor gas. [gedaagde01] heeft deze termijnbedragen daarna via de website verlaagd.
2.4.
Vanaf 5 oktober 2019 heeft Innova elektriciteit en gas aan [gedaagde01] geleverd. De facturen zijn onbetaald gebleven. Dat gaat om een bedrag van € 863,94.

3.Het geschil

3.1.
Innova eist samengevat:
  • [gedaagde01] te veroordelen € 1.184,98 aan haar te betalen met wettelijke rente over een bedrag van € 963,94;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 963,94, rente van € 76,45 (berekend tot dagvaarding) en buitengerechtelijke kosten van € 144,59.
3.2.
Innova baseert de eis op het volgende. [gedaagde01] moet zijn betalingsverplichtingen uit de overeenkomst nakomen. Daarnaast is [gedaagde01] wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
3.3.
[gedaagde01] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. De vordering klopt niet. Er is sprake van misleiding. Er kwam iemand van Innova aan de deur die heeft gezegd dat het 50% goedkoper zou worden. Ze hadden gezegd dat de kosten € 57,00 per maand waren. Dat was niet zo. [gedaagde01] heeft binnen 2 weken naar Innova gebeld om de overeenkomst stop te zetten.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde01] heeft gesteld dat hij in de herroepingsperiode heeft opgezegd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Innova dit betwist. Innova heeft in de herroepingsperiode geen mededeling van [gedaagde01] met die strekking ontvangen. Integendeel, hij heeft juist per e-mail op 16 september 2019 gevraagd wanneer de levering zou starten. De kantonrechter acht de stelling van [gedaagde01] dat hij tijdens de herroepingsperiode heeft opgezegd, gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door Innova, onvoldoende onderbouwd en gaat daaraan voorbij.
4.2.
Innova heeft schermafdrukken van het bestelproces op de website www.gaslicht.com bijgevoegd. Daarop is te zien dat de overeenkomst tot stand is gekomen door op een knop te klikken, waarop enkel het woord ‘Aanmelden’ staat. Daarmee heeft Innova niet voldaan aan de verplichting om op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk te maken dat de bestelling een betalingsverplichting inhoudt (artikel 6:230v lid 3 BW). Omdat uit de stellingen van [gedaagde01] blijkt dat hij van de overeenkomst af wil, vernietigt de kantonrechter de overeenkomst. Door de terugwerkende kracht van de vernietiging kan Innova haar vorderingen niet meer op deze overeenkomst baseren.
4.3.
Voor het geval dat de overeenkomst zou worden vernietigd, heeft Innova aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij onverschuldigd heeft geleverd (artikel 6:203 BW). [gedaagde01] zou de geleverde elektriciteit en gas dan terug moeten geven, maar dat is onmogelijk omdat het is verbruikt. Hij moet daarom een vergoeding van de waarde van de geleverde elektriciteit en gas betalen, aldus Innova. Zij heeft aangevoerd dat de waarde van de leveringen van elektriciteit en gas gelijk is aan de bedragen die daarvoor zijn gefactureerd.
4.4.
Op grond van artikel 6:210 lid 2 BW geldt dat indien de aard van een prestatie uitsluit dat zij ongedaan wordt gemaakt, een vergoeding van de waarde van de prestatie op het ogenblik van ontvangst daarvoor in de plaats treedt, voor zover dit redelijk is. Het is de bedoeling van artikel 6:230v lid 3 BW om de consument te beschermen. Daarbij past niet dat Innova na vernietiging van de overeenkomst recht zou krijgen op een hogere vergoeding dan waarop zij recht zou hebben als de overeenkomst was blijven bestaan. In dat geval zou de betalingsverplichting van [gedaagde01] namelijk met de helft zijn verminderd, omdat Innova te weinig informatie heeft verstrekt. De vergoeding voor de geleverde elektriciteit en gas wordt daarom in redelijkheid gesteld op € 431,97 (te weten 50% van € 863,94). Dit bedrag moet [gedaagde01] aan Innova betalen voor de verbruikte elektriciteit en gas.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.5.
De buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, omdat in de aanmaningsbrief niet de juiste grondslag van de vordering staat en de kosten dus niet in redelijkheid zijn gemaakt. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding. [gedaagde01] is niet eerder in verzuim gekomen omdat Innova in de aanmaningen altijd is uitgegaan van de overeenkomst als rechtsgrond.
Proceskosten
4.6.
Aangezien beide partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd. Dat betekent dat elke partij de eigen proceskosten moet betalen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Innova te betalen € 431,97 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 22 juni 2023 tot de dag dat volledig is betaald;
5.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Lablans en in het openbaar uitgesproken.
60588