Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 maart 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres01], vertegenwoordigd door In Kas Intermediair B.V., en [gedaagde01], vertegenwoordigd door haar directeur [naam01]. De procedure betreft een vordering tot nakoming van een overeenkomst waarbij [eiseres01] in de periode 2021 en 2022 groente en fruit heeft geleverd aan [gedaagde01]. Meerdere facturen zijn echter onbetaald gebleven, en [eiseres01] vordert een bedrag van € 6.529,87, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten van € 701,49.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 september 2023 was [gedaagde01] niet aanwezig, terwijl [eiseres01] werd vertegenwoordigd door de heren [naam02] en [naam03]. [gedaagde01] heeft de vordering in algemene zin betwist, maar heeft de gevorderde hoofdsom van € 6.529,87 inhoudelijk niet betwist. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] geen onderbouwing heeft gegeven voor haar verweer en dat de door [eiseres01] gevorderde bedragen terecht zijn. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres01] toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en rente.
Daarnaast is [gedaagde01] veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.286,04. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [gedaagde01] onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. I.K. Rapmund.