ECLI:NL:RBROT:2023:11284

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
10/173339-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en veroordeling in diefstal en vernieling in vereniging met medeplichtigheid

In de zaak tegen de verdachte, die niet ingeschreven is in de basisregistratie personen en verblijft op een onbekend adres, heeft de rechtbank Rotterdam op 8 november 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van diefstal van een trailer en pallets met goederen, alsook van vernieling van een hekwerk en andere goederen. De officier van justitie eiste vrijspraak voor de diefstal en vernieling, maar een bewezenverklaring van medeplichtigheid aan de diefstal. De rechtbank oordeelde dat de verdachte medeplichtig was aan de diefstal, omdat hij op de uitkijk had gestaan en aldus zijn mededaders had geholpen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de andere tenlastegelegde feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien weken, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat diefstal van vrachtwagens en goederen aanzienlijke schade toebrengt aan de transportsector en dat de verdachte zich hiervan kennelijk niet had bekommerd. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 48, 49 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/173339-23
Datum uitspraak: 8 november 2023
Tegenspraak (279 Sv.)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
verblijvende [adres01] ,
raadsman mr. G.A.J. Purperhart, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 25 oktober 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Kort gezegd komen de verdenkingen erop neer dat de verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan de diefstal van een trailer met daarin één of meerdere pallets met goederen, dan wel dat hij daaraan medeplichtig is geweest (feit 1 primair en subsidiair). Daarnaast wordt de verdachte ervan verdacht het hekwerk, de pinlock en het zeil van die trailer te hebben vernield (feit 2).

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. X.C. van Balen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 primair en het onder 2 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde, met uitzondering van dat onderdeel van de tenlastelegging dat ziet op braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering (feit 1 primair en feit 2)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 1 primair en het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering (feit 1 subsidiair)
Het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegd zal zonder nadere motivering bewezen worden verklaard. De verdachte heeft bekend dat hij op de uitkijk heeft gestaan bij de diefstal. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het onderdeel van de tenlastelegging dat ziet op braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
[medeverdachte01] en [medeverdachte02] op
12 juli 2023 te Pernis Rotterdam, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met ander, - een trailer (merk: Groenewegen, voorzien van kenteken [kenteken01] ) en- een of meer pallets met goederen, die geheel of
ten dele aan (klanten van) [bedrijf01], toebehoorden hebben
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, bij het plegen van welk misdrijf verdachte
op12 juli 2023 te Pernis Rotterdam, opzettelijk behulpzaam is geweest en opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- voor het plegen van de diefstal het terrein, vanaf waar de diefstal heeft plaatsgevonden, te bekijken en- zich in de nabijheid van het terrein, vanaf waar de diefstal heeft plaatsgevonden, te
bevinden en- op de uitkijk te staan, zodat hij in de gelegenheid was om zijn mededaders te waarschuwen.
Kennelijke verschrijvingen in de tenlastelegging zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
feit 1: medeplichtig aan diefstal door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte is behulpzaam geweest bij de diefstal van een trailer met daarin pallets met goederen. Hij was op de hoogte van het plegen van de diefstal en stond in de nabijheid van het terrein waar de diefstal werd gepleegd. De verdachte heeft hierbij op de uitkijk gestaan om de anderen te kunnen waarschuwen als de politie zou komen.
Diefstal van vrachtwagens, opleggers en containers met goederen vormen voor de transportsector een grote bron van schade. Niet alleen in de vorm van directe schade, maar ook als gevolg van verhoogde verzekeringspremies en de noodzaak tot het nemen van steeds verdergaande, kostbare maatregelen ter voorkoming van deze criminaliteit. Verder kan de diefstal van lading grote gevolgen hebben voor de eigenaren van de lading. De verdachte heeft zich om dit alles kennelijk niet bekommerd en alleen oog gehad voor zijn eigen financiële gewin. Uit het handelen van de verdachte spreekt bovendien minachting voor andermans eigendommen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 juli 27 september 2023, waaruit blijkt dat de verdachte in Slovenië en Nederland niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Volgens een op zijn naam gesteld uittreksel van 1 augustus 2023 uit Roemenië blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De verdediging heeft verzocht te volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf die gelijk is aan het voorarrest, gelet op de geringe rol van de verdachte en gelet op zijn persoonlijke omstandigheden. De rechtbank is echter van oordeel dat de officier van justitie bij haar eis al rekening heeft gehouden met de geringere rol van de verdachte ten opzichte van de andere twee daders. In het feit dat de verdachte zich op dit moment – naar de rechtbank aanneemt – in zijn thuisland Roemenië bevindt, ziet de rechtbank geen aanleiding om (het onvoorwaardelijke deel van) de gevangenisstraf te beperken tot de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Alles afwegend acht de rechtbank een straf gelijk aan de eis van de officier van justitie passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 48, 49 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) weken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. Bouter, voorzitter,
en mrs. Ch. Vogtschmidt en Ü.D. Çolak, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.R. de Graaf, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 11 juli 2023 tot en met 12 juli 2023 te Pernis Rotterdam, gemeente Rotterdam, althans in Nederland, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een trailer (merk: Groenewegen, voorzien van kenteken [kenteken01] ) en/of
- een of meer pallets met goederen, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan (klanten van) [bedrijf01], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleuter, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) de trailer aangekoppeld met een vrachtwagen, terwijl zijdaartoe niet gerechtigd was/waren;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] in of omstreeks de periode van 11 juli 2023 tot en met 12 juli 2023 te Pernis Rotterdam, gemeente Rotterdam, althans in Nederland, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een trailer (merk: Groenewegen, voorzien van kenteken [kenteken01] ) en/of
- een of meer pallets met goederen, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan (klanten van) [bedrijf01], in elk geval aan een ander dan aan die [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die [medeverdachte01] en/of [medeverdachte02] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleuter, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) de trailer aangekoppeld met een vrachtwagen, terwijl zij daartoe niet gerechtigd was/waren bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 11 juli 2023 tot en met 12 juli 2023 te Pernis Rotterdam, gemeente Rotterdam, atlhans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- voor het plegen van de diefstal het terrein, vanaf waar de diefstal heeft plaatsgevonden, te bekijken en/of
- zich in de nabijheid van het terrein, vanaf waar de diefstal heeft plaatsgevonden, te
bevinden en/of
- op de uitkijk te staan, zodat hij in de gelegenheid was om zijn mededader(s) te
waarschuwen;
hij op of omstreeks de periode van 11 juli 2023 tot en met 12 juli 2023 te Pernis Rotterdam, gemeente Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk
- het hekwerk en/of
- een pinlock van een container en/of
- een zeildoek van een trailer, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf01], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.