Op 18 oktober 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1996, die zich als uithaler schuldig heeft gemaakt aan de verlengde invoer van ongeveer 56 kilogram cocaïne. De verdachte was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd en had de taak om pakketten uit een container te halen die al op Nederlands grondgebied stond. De rechtbank oordeelde dat de rol van de verdachte essentieel was in de keten van invoer van harddrugs. De verdachte werd op 28 maart 2023 aangetroffen op het besloten terrein van een bedrijf in Rotterdam, waar hij een inspectieluik van een container had verwijderd. De container was afkomstig uit Honduras en bevatte een grote hoeveelheid cocaïne. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat de verdachte niet betrokken was bij de invoer, en oordeelde dat hij medepleger was van de verlengde invoer van cocaïne. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 24 maanden op, waarbij de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de drugshandel zwaar wogen. De rechtbank benadrukte dat de cocaïnehandel een ernstig maatschappelijk probleem vormt en dat de verdachte een onmisbare schakel was in de internationale transport- en distributieketen van cocaïne. De verdachte had zich laten leiden door geldelijke motieven en de rechtbank vond het belangrijk om streng op te treden tegen dergelijke feiten.