Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.OEC FREIGHT WORLDWIDE CO. LIMITED,gevestigd te Taipei, Taiwan,
ORIENT EXPRESS CONTAINER (NETHERLANDS) B.V.,gevestigd te Rotterdam,
ORIENT EXPRESS CONTAINER CO. LIMITED,gevestigd te Taipei, Taiwan,
OEC FREIGHT (NY) INC.,gevestigd te Rosedale, New York, Verenigde Staten van Amerika,
1.TRIPLEPOINT VENTURE GROWTH BDC CORP.,
GREYBULL CAPITAL LLP,
MCLAREN APPLIED LTD.,
MA MICRO LTD. trading as LAVOIE,
[belanghebbende 1] Q.Q.,in zijn hoedanigheid van curator benoemd in het faillissement van besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VANMOOF B.V.,
VANMOOF NETHERLANDS B.V.,
[belanghebbende 2],
[belanghebbende 3],in zijn hoedanigheid van adviseur van de vrijwillig gefailleerde rechtspersoon naar vreemd recht VANMOOF ASIA LTD.,
VANMOOF USA INC.,
1. De procedure
- het verzoekschrift van 20 oktober 2023, met producties;
- het verweerschrift van Triplepoint, met producties;
- de mondelinge behandeling van 13 november 2023;
- de spreekaantekeningen van OEC c.s.;
- de spreekaantekeningen van Triplepoint;
- de ter zitting overgelegde stukken waaruit de oproeping van de overige belanghebbenden blijkt.
2.De feiten
3.Het verzoek
- OEC c.s. hebben de voorraad in opdracht van VanMoof naar Rotterdam verscheept.
- Het vervoer en de opslag van die voorraad is tot nu toe onbetaald gelaten.
- In de tussen OEC c.s. en VanMoof (en gelieerde entiteiten, zoals belanghebbenden onder 8 en 9) gesloten kredietovereenkomsten zijn een lien, een retentierecht en een recht van verkoop bedongen.
- In de op de transporten toepasselijke vervoersvoorwaarden is ook een lien overeengekomen.
- Ook uit het (mogelijk) toepasselijke Amerikaanse en Taiwanese recht vloeit voort dat aan OEC c.s. een lien toekomt.
- Deze liens zijn vergelijkbaar met het Nederlandse (vuist)pandrecht.
- Op een deel van de facturen heeft verzoekster onder 2 (hierna: OEC Nederland) verwezen naar de Fenex-voorwaarden. In die voorwaarden is een pandrecht opgenomen.
- De kopers van de assets en het nieuwe VanMoof Netherlands B.V. (belanghebbende onder 6) maken geen aanstalten om de voorraad tegen betaling van de vorderingen van OEC c.s. af te nemen.
- Intussen lopen de kosten van detention, demurrage en opslag op met € 25.000 per week.
- OEC c.s. hebben daarom belang bij toestemming tot verkoop van de voorraad, hetzij op grond van artikel 8:491 BW, hetzij op grond van de contractuele voorwaarden.
- Triplepoint heeft zekerheidsrechten op de voorraad en ook op de IE-rechten die op de voorraad rusten.
- OEC c.s. hebben niet onderbouwd wie van hen welk deel van de voorraad onder welke voorwaarden heeft verscheept; de cognossementen zijn immers niet overgelegd, behoudens een enkel voorbeeld.
- Uit het toepasselijke Amerikaanse recht volgt dat OEC c.s. hooguit een retentierecht hebben op de voorraad.
- OEC c.s. hebben de hoogte van de vordering niet inzichtelijk onderbouwd.
- Op de voorraad rusten IE-rechten. De merkhouder (Ma Micro) heeft laten weten te zullen optreden tegen inbreuk op haar rechten.
4.De beoordeling
as is, where iswordt verkocht en dat de IE-rechten worden gerespecteerd. Ten behoeve van dit laatste zou dan moeten worden bepaald dat alle VanMoof-merktekens van de voorraad worden verwijderd. De voorzieningenrechter verwerpt dit betoog reeds omdat het niet aan Triplepoint maar aan de desbetreffende rechthebbende op de IE-rechten (Ma Micro) was om haar belang hierbij naar voren te brengen. Zij is echter niet verschenen. Het enkele feit dat Triplepoint stelt pandrechten te hebben op die IE-rechten rechtvaardigt niet een – naar zijn aard verstrekkende – voorwaarde zoals door haar bepleit. Evenmin behoeft als voorwaarde te worden bepaald dat Triplepoint mag meebieden in het verkoopproces. Dat staat haar ook zonder rechterlijke beslissing vrij.