ECLI:NL:RBROT:2023:11223

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
FT EA 23/895
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende financiële stabiliteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door verzoeker op 7 september 2023. Tijdens de zitting op 4 oktober 2023 is verzoeker, die als zelfstandige zonder personeel werkt, gehoord, evenals een vertegenwoordiger van zijn schuldhulpverlening. Verzoeker heeft een aanzienlijke schuldenlast van € 191.602,79, waarvan een deel bestaat uit achterstallige betalingen aan de verhuurder en de zorgverzekeraar, en een grote schuld aan de Belastingdienst van € 83.821,00. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de schuldsaneringsregeling, omdat hij zijn fiscale verplichtingen niet nakomt en er geen voldoende aannemelijke financiële stabiliteit is om de verplichtingen uit de regeling na te komen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er een reëel risico bestaat dat verzoeker nieuwe bovenmatige schulden zal laten ontstaan, wat een vereiste is voor toelating tot de regeling. De rechtbank heeft het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dan ook afgewezen, maar heeft opgemerkt dat verzoeker in de toekomst een nieuw verzoek kan indienen als zijn financiële situatie verbetert.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
afwijzing toepassing schuldsaneringsregeling
rekestnummer: [nummer01]
uitspraakdatum: 11 oktober 2023
[verzoeker01],
[adres01]
[postcode01] [woonplaats01] ,
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft op 7 september 2023 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Ter zitting van 4 oktober 2023 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoeker;
  • dhr. [naam01] , werkzaam bij Zuidweg & Partners (schuldhulpverlening).

2.De feiten

Verzoeker ontvangt inkomsten uit arbeid als zelfstandige zonder personeel. De schuldenlast bedraagt volgens de verklaring als bedoeld in artikel 285 Faillissementswet € 191.602,79.

3.De beoordeling

Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt slechts toegewezen als, onder andere, voldoende aannemelijk is dat verzoeker de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank oordeelt dat dit in het voorliggende geval niet aannemelijk is. Verzoeker werkt momenteel als zelfstandige. Verzoeker heeft zijn verplichtingen die daar bij behoren, onder andere het doen van de belastingaangifte niet voldaan. Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij niet in loondienst wil werken. Aan de verzoeker is kenbaar gemaakt dat hij in de schuldsaneringsregeling alleen als zelfstandige kan werken indien hij voldoet aan de (strenge) voorwaarden die zijn opgenomen in de handreiking voor zelfstandige. Momenteel voldoet hij niet aan deze voorwaarden.
Verzoeker heeft bovendien alleen al in de periode 2023 voor een bedrag van in totaal € 102.444,36 aan schulden laten ontstaan. Een deel van deze schulden betreft schulden in de vaste lasten. Hieronder valt een schuld ter hoogte van € 1.529,31 aan de verhuurder en een schuld ter hoogte van € 756,57 aan de zorgverzekeraar. Tevens is er een schuld aan de Belastingdienst ter hoogte van € 83.821,00 ontstaan op 3 augustus 2023. Verzoeker heeft desgevraagd verklaard dat hij de fiscale aangiften van 2023 voor het overgrote deel nog niet heeft betaald. Verzoeker heeft een ongeval gehad waardoor hij een periode niet heeft kunnen werken. Hij was niet althans niet voldoende verzekerd tegen inkomensverlies. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting is niet gebleken dat verzoeker de afgelopen maanden in een financieel stabiele situatie verkeerde om al zijn lopende betalingen te voldoen, ook niet vanaf het moment waarop hij weer is gaan werken en ook nu nog niet. De financiële stabiliteit die nodig is om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling is niet voldoende aannemelijk gemaakt. De rechtbank is van oordeel dat gelet hierop gevreesd moet worden dat verzoeker de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren zal kunnen nakomen, meer in het bijzonder de verplichting om geen nieuwe bovenmatige schulden te laten ontstaan.
Feiten en omstandigheden die toelating rechtvaardigen zijn niet voldoende aannemelijk geworden. De rechtbank merkt nog op dat als de (financiële) situatie van verzoeker verder is gestabiliseerd, hij een nieuw verzoek kan doen om te worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. Een volgend verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zal dan mogelijk meer kans van slagen hebben.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal daarom worden afgewezen.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat dit niet betekent dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die eveneens tot afwijzing van het verzoek dienen te leiden.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aukema, rechter, en in aanwezigheid van D. Kaymak, griffier, in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023 . [1]

Voetnoten

1.