Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
6 november 2023, waardoor deze termijn eindigt op 6 mei 2025;
Rechtbank Rotterdam
Op 6 november 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker heeft op 2 november 2023 een verzoekschrift ingediend, waarin hij verzocht om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, en dat er voldoende aannemelijkheid is dat verzoeker te goeder trouw is geweest in de drie jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift. De rechtbank heeft de schuldenlijst bekeken, waaruit blijkt dat een meerderheid van de schulden aan de ex-schoonvader van verzoeker is verschuldigd. Deze vordering betreft zowel materiële als immateriële schade, maar verzoeker is niet strafrechtelijk veroordeeld voor het incident dat aan deze schulden ten grondslag ligt. Hierdoor is de afwijzingsgrond van artikel 288 lid 2 sub c van de Faillissementswet niet van toepassing. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat zij bevoegd is om deze procedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verzoeker in Nederland ligt. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, de termijn vastgesteld op achttien maanden, en mr. C.G.E. Prenger benoemd tot rechter-commissaris. Tevens is er een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder toegekend, voor zover de boedel dit toelaat. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.