ECLI:NL:RBROT:2023:11089

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 mei 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
FT EA 23-198
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van de toepassing van de schuldsaneringsregeling met betrekking tot de goede trouw van de verzoeker

Op 11 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker heeft een verzoekschrift ingediend tot toepassing van deze regeling, omdat hij in een situatie verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen of redelijkerwijs niet in staat is om zijn schulden te voldoen. Tijdens de zitting is verzoeker gehoord en is de uitspraak op dezelfde dag gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift voldoet aan de gestelde eisen en dat verzoeker in de afgelopen vijf jaar niet te goeder trouw is geweest met betrekking tot het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden. Dit is met name het geval voor recente schulden die voortvloeien uit een leaseovereenkomst en aansprakelijkheid door een serviceorganisatie. Ondanks het ontbreken van goede trouw, heeft de rechtbank geoordeeld dat verzoeker zijn omstandigheden onder controle heeft gekregen door gebruik te maken van budgetbeheer en hulp van de Kredietbank Rotterdam. Verzoeker heeft zijn onderneming gestaakt en laat geen nieuwe schulden meer ontstaan. De rechtbank heeft het vertrouwen dat verzoeker de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zal nakomen. De rechtbank is bevoegd deze procedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verzoeker in Nederland ligt. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, mr. M. Aukema benoemd tot rechter-commissaris en een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder toegekend. De uitspraak is openbaar gedaan op 11 mei 2023.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
toepassing schuldsaneringsregeling
insolventienummer: [nummer01]
uitspraakdatum: 11 mei 2023
[verzoeker01],
[adres01] ,
[postcode01] [woonplaats01] ,
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker is gehoord ter zitting van 11 mei 2023.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Verzoeker verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dan wel dat redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met betaling van zijn schulden. Er is geen, althans onvoldoende grond gebleken voor afwijzing van het verzoek.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt slechts toegewezen als voldoende aannemelijk is dat verzoeker ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend te goeder trouw is geweest. Ook dient voldoende aannemelijk te zijn dat hij de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.
De goede trouw is een gedragsmaatstaf waaraan een verzoeker dient te voldoen. Bij de beoordeling daarvan kan de rechter rekening houden met alle omstandigheden, zoals de aard en de omvang van de vorderingen, het tijdstip waarop de schulden zijn ontstaan, de mate waarin verzoeker kan worden verweten dat de schulden zijn ontstaan en/of onbetaald gelaten, het gedrag van verzoeker voor wat betreft zijn inspanningen de schulden te voldoen of acties zijnerzijds om verhaal door de schuldeisers juist te frustreren en dergelijke.
In dit geval heeft de rechtbank in het bijzonder gekeken naar de recente schulden die voortvloeien uit de leaseovereenkomst met Hiltermann en de Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling. Deze schulden zijn ontstaan in 2020 en 2022. De door hem geleasde auto heeft verzoeker niet vrijwillig terug gegeven maar is na inbeslagneming door de politie afgegeven nadat verzoeker er mee had gereden terwijl zijn rijbewijs was ingenomen. Verder is hij aansprakelijk gesteld door de Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling.
Deze schulden zijn naar hun aard niet te goeder trouw ontstaan, althans onbetaald gelaten, en staan, voor zover deze schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend zijn ontstaan of onbetaald gelaten, in beginsel aan toelating in de weg.
Het verzoek kan ingevolge artikel 288, derde lid, van de Fw, ondanks het ontbreken van goede trouw, wel worden toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat verzoeker de omstandigheden, die bepalend zijn geweest voor het ontstaan of onbetaald laten van de schulden, onder controle heeft gekregen. De rechtbank is van oordeel dat van een dergelijke situatie sprake is. Verzoeker maakt sinds 8 november 2022 gebruik van budgetbeheer en laat geen nieuwe schulden meer ontstaan. Bovendien heeft verzoeker zijn onderneming gestaakt en aanvaardt hij hulp van de Kredietbank Rotterdam bij het beheren van zijn financiën en het voeren van zijn administratie. De afspraken die verzoeker met de Kredietbank heeft gemaakt, komt hij tot op heden na. Verzoeker zegt dat zijn gokgedrag onder controle is evenals zijn overmatige drankgebruik. Door het vorenstaande is bij de rechtbank het vertrouwen ontstaan dat verzoeker de verplichtingen uit de wettelijke schuldsaneringsregeling naar behoren zal nakomen.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van verzoeker in Nederland ligt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker01],
geboren op [geboortedatum01] -1989 te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ),
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ;
[naam onderneming01]
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M. Aukema
en tot bewindvoerder N. Pavljasevic,
gevestigd te Postbus 187,
3330 AD Zwijndrecht;
- kent toe, voor zover de boedel dit toelaat, een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder van een telkens aan het eind van de maand opeisbaar bedrag. Dit bedrag is gelijk aan 1/37e deel van de overeenkomstig artikel 2 van het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering (Staatsblad 2013, 308) te berekenen vergoeding, verhoogd met de verschuldigde omzetbelasting;
- geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan de schuldenaar gerichte brieven en telegrammen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aukema, rechter, en in aanwezigheid van
A.B.T. Fernandes Pedra, griffier, in het openbaar uitgesproken op 11 mei 2023.