ECLI:NL:RBROT:2023:11088
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de toepassing van de schuldsaneringsregeling met betrekking tot de goede trouw van de verzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft op 29 maart 2023 een verzoekschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen, en dat er onvoldoende gronden zijn voor afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft daarbij de goede trouw van de verzoeker beoordeeld, waarbij gekeken is naar de omstandigheden waaronder de schulden zijn ontstaan. De verzoeker had aanzienlijke schulden aan het Centraal Justitieel Incassobureau, die voortvloeiden uit verkeersboetes. Deze schulden zijn niet te goeder trouw ontstaan, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeker zijn situatie voldoende heeft gestabiliseerd. Hij heeft een behandeling gevolgd voor middelengebruik en beschikt over een sociaal netwerk en een fulltime baan. De rechtbank heeft het vertrouwen dat de verzoeker de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zal nakomen. De rechtbank is bevoegd deze procedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van de verzoeker in Nederland ligt. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken en mr. M.C. Snel-van den Hout benoemd tot rechter-commissaris. Tevens zijn er beslissingen genomen over de vergoeding van de bewindvoerder en de opening van brieven gericht aan de schuldenaar.