Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het aangehouden verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
5.3 De kinderrechter is van oordeel dat het de komende tijd noodzakelijk is dat er een gedwongen kader is waarin [kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verblijft en waarin door de GI in overleg en samenspraak met de pleegouders wordt onderzocht wat voor [kind01] passend is als vervolgplek en aan hulpverlening. De kinderrechter vindt het zorgelijk dat de Raad en het CIT beschrijven dat de pleegouders na de escalatie niet aanspreekbaar waren en niet bereid tot overleg, anders dan wanneer [kind01] direct gesloten geplaatst zou worden. Ook vindt de kinderrechter het zorgelijk dat - zo bevestigde de pleegmoeder ter zitting - vanmorgen de zoon van de pleegouders naar het [instelling01] is gegaan en zich daar heeft voorgedaan als juridisch vertegenwoordiger van [kind01] , terwijl hij dit niet is.