ECLI:NL:RBROT:2023:11031
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor voorbereidingshandelingen met betrekking tot de invoer van cocaïne door verdachte in Rotterdam
In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1999 en ingeschreven op een adres in Rotterdam, heeft de rechtbank Rotterdam op 20 november 2023 uitspraak gedaan. De verdachte was samen met vijftien medeverdachten aangetroffen in een container op de terminal van Rotterdam World Gateway op 9 september 2021. In de container werden naast de verdachten ook een tas, 30 mobiele telefoons en powerbanks aangetroffen. De mobiele telefoons waren beschadigd door urine, en in de tas zaten doorgeknipte containerzegels. Later werd in de omgeving van de terminal een pakket aangetroffen dat volgens een indicatieve test cocaïne bevatte. Echter, er heeft geen nader identificerend onderzoek plaatsgevonden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de omstandigheden waaronder de verdachte werd aangetroffen verdacht waren, maar er waren onvoldoende concrete aanknopingspunten in het dossier om de verdachte te verbinden aan de opzettelijke voorbereidingshandelingen met betrekking tot de invoer van verdovende middelen, in het bijzonder cocaïne. Er was geen voldoende concrete link met een specifieke container of andere feiten die in verband konden worden gebracht met de verdovende middelen. Gezien de huidige jurisprudentie heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte vrijgesproken dient te worden van het ten laste gelegde feit.
De officier van justitie had vrijspraak gevorderd, en ook de verdediging heeft geconcludeerd tot vrijspraak. De rechtbank heeft in haar beslissing de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging, die onder andere het opzettelijk bereiden en vervoeren van cocaïne betrof. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. G.P. van de Beek als voorzitter, en mrs. J.M.L. van Mulbregt en F. van Laanen als rechters, in aanwezigheid van griffier mr. J. Nagtegaal.