ECLI:NL:RBROT:2023:11027
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor voorbereidingshandelingen met betrekking tot de invoer van cocaïne zonder concrete link met verdovende middelen
In de zaak tegen de verdachte, geboren op 1999 en ingeschreven in de basisregistratie op een adres in Rotterdam, heeft de rechtbank Rotterdam op 20 november 2023 uitspraak gedaan. De verdachte was samen met vijftien medeverdachten aangetroffen in een container op de terminal van Rotterdam World Gateway op 9 september 2021. In de container werden naast de verdachten ook een tas, 30 mobiele telefoons en powerbanks aangetroffen. De mobiele telefoons waren beschadigd en de tas bevatte doorgeknipte containerzegels. In de nabijheid van de terminal werd later een pakket aangetroffen dat volgens een indicatieve test cocaïne bevatte. Echter, er heeft geen nader identificerend onderzoek plaatsgevonden.
De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden waaronder de verdachte werd aangetroffen zeer verdacht waren, maar dat er onvoldoende concrete aanknopingspunten waren om de verdachte te verbinden aan de voorbereidingshandelingen voor de invoer van cocaïne. Er was geen specifieke link met een container of andere concrete feiten die in verband konden worden gebracht met verdovende middelen. Gezien de huidige jurisprudentie besloot de rechtbank de verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde.
Daarnaast werd er een vordering tot tenuitvoerlegging behandeld, waarbij de verdachte eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Aangezien de verdachte nu werd vrijgesproken, kon niet worden geoordeeld dat hij de voorwaarden had overtreden, en werd de vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank Rotterdam, met de voorzitter en twee andere rechters, en griffier aanwezig.