ECLI:NL:RBROT:2023:11023

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
C/10/666906 / JE RK 23-2395 en C/10/667082 / JE RK 23-2426
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 10 november 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken met betrekking tot de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige01]. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht (de Raad) beoordeeld. De GI verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, terwijl de Raad een vergelijkbaar verzoek indiende. De moeder van [minderjarige01] steunde het verzoek tot ondertoezichtstelling, zodat hulpverlening en scholing voor haar dochter weer op gang konden komen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] eerder was verleend tot 14 oktober 2023, maar dat het verzoek van de GI om verlenging te behandelen niet tijdig kon worden afgehandeld, waardoor deze maatregel inmiddels was verlopen. In het tweede verzoek, dat door de Raad was ingediend, is echter wel voldaan aan de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling. De kinderrechter oordeelde dat [minderjarige01] nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd door een instabiele opvoedsituatie en gedragsproblemen. De kinderrechter heeft daarom besloten om [minderjarige01] opnieuw onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, met ingang van 10 november 2023.

De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, en de beschikking is op schrift gesteld op 24 november 2023. Het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling is afgewezen, terwijl het verzoek van de Raad is toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummers: C/10/666906 / JE RK 23-2395 en C/10/667082 / JE RK 23-2426
Datum uitspraak: 10 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaken van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de GI,
en
de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam,
hierna te noemen: de Raad,
over
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2011 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 11 oktober 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 11 oktober 2023;
  • het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 15 oktober 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 13 oktober 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de Raad, te weten [naam02] ;
- een vertegenwoordigster van de GI, te weten [naam03] .
1.3.
De minderjarige [minderjarige01] is in de gelegenheid gesteld haar mening kenbaar te maken en heeft daar geen gebruik van gemaakt.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige01] .
2.2.
Na een uithuisplaatsing woont [minderjarige01] weer bij de moeder.
2.3.
Bij beschikking van 14 oktober 2022 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] verleend tot 14 oktober 2023 en is de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend tot 14 april 2023 en is het verzoek voor het overige afgewezen.

3.De verzoeken

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] te verlengen voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Dit verzoek is geregistreerd onder het zaaknummer C/10/666906 / JE RK 23-2395.
3.2.
De Raad verzoekt een ondertoezichtstelling van [minderjarige01] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Dit verzoek is geregistreerd onder het zaaknummer C/10/667082 / JE RK 23-2426.

4.De standpunten

4.1.
De GI heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd, het verzoek van de Raad ondersteund en het volgende meegedeeld.
De GI was van plan om de ondertoezichtstelling af te sluiten. Het is met [minderjarige01] veel beter gegaan afgelopen jaar. De moeder heeft haar werk weer opgepakt. De situatie thuis is verbeterd. Dit zijn mooie stappen. In de afgelopen periode zijn er echter opnieuw zorgen ontstaan. [minderjarige01] heeft het gevoel dat zij moet vechten om zich te laten zien. Daardoor hebben incidenten plaatsgevonden, waarbij de politie betrokken is geraakt. Vanwege de incidenten is er in december een zitting bij het Openbaar Ministerie gepland. Ook is [minderjarige01] van school geschorst. De [school01] en de [school02] waren geen passende plek voor haar. Dit ervaart [minderjarige01] als een afwijzing. Daarom is het moeilijk om haar voor school te motiveren. Momenteel is [minderjarige01] thuis. Er is wel een thuiswerkplan, waarbij [minderjarige01] online en schriftelijk huiswerk krijgt. De komende periode is het belangrijk om nader onderzoek te doen om passende hulp, scholing en een dagbesteding voor [minderjarige01] te vinden. Een ondertoezichtstelling is daarbij erg belangrijk.
4.2.
De Raad heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en het verzoek van de GI ondersteund.
4.3.
De moeder heeft ter zitting verklaard dat zij het eens is met een ondertoezichtstelling van [minderjarige01] zodat hulpverlening en scholing voor haar weer op gang zal komen.

5.De beoordeling

Ten aanzien van het zaaknummer C/10/666906 / JE RK 23-2395

5.1.
Op 11 oktober 2023 heeft de GI verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen. Op grond van het bepaalde in artikel 2.4.10 van het procesreglement civiel jeugdrecht van juli 2023 dient een verlengingsverzoek met betrekking tot de ondertoezichtstelling uiterlijk tijdens de achtste week voor het einde van de geldigheidsduur van de lopende ondertoezichtstelling te worden ingediend. Gelet op de beperkte periode tussen indiening van het verzoek (11 oktober 2023) en de afloop van de maatregel (14 oktober 2023), zijnde drie dagen, is het niet mogelijk gebleken dit verzoek vóór verloop van de maatregel te behandelen en is de kinderbeschermingsmaatregel inmiddels verlopen. Daarom zal de kinderrechter het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling afwijzen.
Ten aanzien van het zaaknummer C/10/667082 / JE RK 23-2426
5.2.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [minderjarige01] nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Zij groeit op in een instabiele opvoedsituatie. In het verleden is sprake geweest van relatieproblemen tussen de ouders. De vader is belast met psychische problematiek. Al een langere periode laat [minderjarige01] gedragsproblemen zien. Zij laat forse agressie, zelfbepalend en opstandig gedrag zien waardoor (fysieke) escalaties hebben plaatsgevonden. In haar gedrag is [minderjarige01] moeilijk te begrenzen en te beïnvloeden. De oorzaak van haar gedrag is echter nog onduidelijk.
In de afgelopen periode is [minderjarige01] uit huis geplaatst geweest en is er in het kader van de eerdere ondertoezichtstelling veel hulpverlening ingezet. [minderjarige01] en haar moeder hebben de hulpverlening goed opgepakt. Daardoor zijn de conflicten tussen hen verminderd. Dit is een prille positieve ontwikkeling. [minderjarige01] heeft echter nog steeds moeite om het gezag van de moeder te accepteren. Daar komt bij dat zij de afgelopen periode door geweldsdelicten met de politie in aanraking is gekomen. Ook is het zorgelijk dat [minderjarige01] niet meer naar school gaat. De komende periode zal de GI aanvullend onderzoek doen zodat de onderliggende oorzaak van de gedragsproblemen duidelijk wordt en de nodige hulpverlening en een passende school voor [minderjarige01] gevonden kan worden. Om dit alles te begeleiden en de bedreigde ontwikkeling van [minderjarige01] af te wenden, blijft ook de komende periode de hulp van de jeugdbescherming nodig.
5.3.
Gelet op al het voorgaande zal de kinderrechter [minderjarige01] opnieuw onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.

6.De beslissing

De kinderrechter:
ten aanzien van het zaaknummer C/10/667082 / JE RK 23-2426
6.1.
stelt [minderjarige01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, met ingang van 10 november 2023 tot 10 november 2024;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Ten aanzien van het zaaknummer C/10/666906 / JE RK 23-2395
6.3.
wijst het verzoek van de GI af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2023 door mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in aanwezigheid van D. van der Aa als griffier, en op schrift gesteld op 24 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.