ECLI:NL:RBROT:2023:11018

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
C/10/654033 / HA ZA 23-235
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de eigendom en kadastrale grenzen van een perceel grond tussen particuliere kopers en Lidl Nederland GmbH

In deze zaak vorderen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], dat de rechtbank verklaart dat zij op 10 oktober 2019 eigenaar zijn geworden van een perceel grond dat hen door Lidl Nederland GmbH is verkocht. Het geschil betreft de omvang van het verkochte perceel en de kadastrale grenzen. Eisers stellen dat het perceel tot aan de geluidwerende muur loopt, terwijl Lidl betwist dat zij eigenaar zijn van het perceel met een oppervlakte van 368 m² en stelt dat een strook grond van twee meter eigendom van Lidl is gebleven. De rechtbank oordeelt dat de tekst van de koopovereenkomst en de verdere gang van zaken, waaronder de eensluidende aanwijs van de kadastrale grenzen, erop wijzen dat partijen zijn overeengekomen dat het perceel tot aan de geluidwerende muur loopt. De rechtbank wijst de vorderingen van eisers toe en veroordeelt Lidl om binnen twee maanden na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de inschrijving van de kadastrale grenzen bij het Kadaster, op straffe van een dwangsom. In reconventie worden de vorderingen van Lidl afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/654033 / HA ZA 23-235
Vonnis van 22 november 2023
in de zaak van

1..[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden wonend in Rotterdam,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. J.A.M. van de Sande te Rijswijk (Zuid-Holland),
tegen
LIDL NEDERLAND GMBH,
gevestigd in Huizen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. E.A. Holtland-van der Zwaag te Nijmegen.
Partijen worden hierna [eiser 1] en [eiser 2] en Lidl genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 februari 2023, met producties I tot en met IX;
  • de conclusie van antwoord, met een eis in reconventie en producties 1 tot en met 8;
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende akte vermeerdering van eis in conventie, met een productie;
  • de akte houdende overlegging tevens uitlating producties van Lidl, met producties 9 en 10;
  • de spreekaantekeningen van partijen voor de mondelinge behandeling op 6 oktober 2023, waarvan geen proces-verbaal is opgemaakt.
1.2.
Na de mondelinge behandeling is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser 1] en [eiser 2] zijn eigenaar, ieder voor de onverdeelde helft, van de woning met erf, kadastraal bekend gemeente IJsselmonde, sectie [sectie 1], nummer [nummer 1] op het adres [adres 1].
2.2.
Lidl exploiteert een supermarktketen. Een van haar vestigingen bevindt zich in de [adres 2], nabij de woning van [eiser 1] en [eiser 2] . Ten behoeve van deze supermarkt beschikt(e) Lidl over diverse percelen, waaronder het perceel kadastraal bekend gemeente Barendrecht, sectie [sectie 2], nummer [nummer 2] (hierna: het perceel). Dit perceel grenst aan het perceel van [eiser 1] en [eiser 2] .
2.3.
Op de kadastrale kaart is de ligging van de percelen als volgt weergegeven:
[afbeelding kadasterkaart]
2.4.
In mei of juni 2018 heeft tussen partijen een gesprek plaatsgevonden over de verkoop van het perceel aan [eiser 1] en [eiser 2] . Bij die bespreking waren [eiser 1] en [eiser 2] aanwezig en namens Lidl de heren [naam 1] en [naam 2]. Partijen hebben gesproken over het plaatsen van een geluidwerende muur, die Lidl vervolgens op 6 november 2018 heeft geplaatst.
2.5.
Op 26 februari 2019 heeft Lidl bij het Kadaster een verzoek tot voorlopig inmeten van het perceel ingediend. Naar aanleiding van dat verzoek heeft het Kadaster de oppervlakte van het perceel berekend op 297 m². Het Kadaster heeft daarbij vermeld dat de berekende oppervlakte en de grenzen van de nieuwe percelen een voorlopige status hebben. Na verificatie van de nieuwe grenzen in het terrein zal de perceelgrootte worden vastgesteld.
2.6.
Partijen hebben een schriftelijke koopovereenkomst ondertekend, [eiser 1] en [eiser 2] (in de koopovereenkomst aangeduid als koper) op 20 mei 2019 en Lidl (aangeduid als verkoper) op 30 september 2019. De koopovereenkomst luidt, voor zover van belang:

Verkoper verkoopt aan koper, die van verkoper koopt:
een perceel grond (erf-tuin) te Barendrecht, gelegen aan/nabij [adres 1], kadastraal bekendgemeente Barendrecht sectie [sectie 2] nummer [nummer 2], groot (ongeveer) twee honderd zeven en negentig vierkante meter (297 m2),
waaraan door het Kadaster een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte is toegekend,
hierna ook te noemen:
het verkochte.
(…)
overmaat, ondermaat
Artikel 8
De vermelding van de oppervlakte van het verkochte houdt slechts een aanduiding in. Indien de werkelijke situatie daaraan niet beantwoordt, levert dit voor geen van partijen enigerlei rechtsvordering op. Dit lijdt uitzondering, indien en voor zover de opgave van de vermelde oppervlakte niet te goeder trouw is geschied.
(…)
Erfafscheiding verkochte
Artikel 17
1. Koper dient zich te onthouden tot het aanplanten van enige begroeiing tegen de als erfgrens tussen het verkochte en het aan verkoper in eigendom verblijvende perceel aanwezige geluidswerende scheidsmuur, en dient de hieraan grenzende grond te allen tijde vrij van enige beplanting te houden.
2. Het is koper verboden direct grenzend aan bedoelde geluidswerende scheidsmuur, enige bebouwing aan te brengen.”
2.7.
In september 2019 hebben [eiser 1] en [eiser 2] in overleg met Lidl ter afsluiting van het perceel een hekwerk geplaatst dat aansluit op de geluidwerende muur.
2.8.
Het perceel is op 10 oktober 2019 aan [eiser 1] en [eiser 2] geleverd. De omschrijving van het perceel in de notariële akte van levering is identiek aan die van de koopovereenkomst, met dien verstande dat de zinsnede “
waaraan door het Kadaster een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte is toegekend” niet in de akte is vermeld. In het proces-verbaal van kennelijke misslag van 15 oktober 2019 is dit verbeterd, waarmee de omschrijving van het verkochte in overeenstemming is gebracht met de koopovereenkomst. Verder wijst de leveringsakte nadrukkelijk op (onder meer) artikel 17 van de koopovereenkomst (zie 2.6), dat woordelijk in de akte van levering is opgenomen.
2.9.
Op 7 juli 2020 hebben partijen in aanwezigheid van het Kadaster de perceelgrenzen aangewezen. Het relaas van bevindingen van het Kadaster vermeldt, voor zover van belang:

Omschrijving van de aangewezen kadastrale grenzen
(…)
[nummer 3], [nummer 4] en [nummer 2]:
Achtergrenzen: voet van de kokoserf-geluidswal, bij [nummer 5].
(…)
Aanwijzingen
Aanwijzingen van de verschenen belanghebbenden zijn wel eensluidend, maar onverenigbaar met de omschrijving in de akte.”
2.10.
In het relaas van bevindingen is de volgende situatieschets opgenomen:
[afbeelding kadasterkaart]
2.11.
Naar aanleiding van de aanwijs van 7 juli 2020 heeft het Kadaster de grootte van het perceel vastgesteld op 368 m².
2.12.
Op 19 februari 2021 heeft Lidl bij het Kadaster bezwaar gemaakt tegen de ingetekende grenzen van, onder meer, het perceel. Lidl licht dat bezwaar als volgt toe:
“Partijen waren oorspronkelijk overeengekomen dat de grens van deze percelen in het verlengde zou liggen van de percelen [nummer 1] [nummer 6] en [nummer 7] (thans in gebruik als tuinen). Tijdens de aanwijs met [naam 3] van het kadaster is door partijen daarbij de grens van de reeds aanwezige schuttingen langs deze percelen aangehouden als richtlijn voor de nog vast te stellen grenzen. Achteraf gezien blijkt dat de eigenaren van de percelen [nummer 1] en [nummer 7] hun schutting niet op de perceelgrens hadden staan.
Voor wat betreft de grens met het perceel Barendrecht sectie [sectie 2] nummer [nummer 9] geldt dat deze te ver doorloopt. Oorspronkelijk was afgesproken dat de grens zou lopen tot een nog te plaatsen geluidsscherm. Het geluidsscherm is uiteindelijk op een andere manier geplaatst dan oorspronkelijk was overeengekomen tussen partijen. Het is daarbij uitdrukkelijk niet de bedoeling geweest om een groter perceel over te dragen aan de (huidige) eigenaren van de percelen Barendrecht sectie [sectie 2] nummers [nummer 3], [nummer 4], [nummer 2] en [nummer 8]. Abusievelijk is bij de aanwijs wel vastgehouden aan de geluidsmuur als grens.”
2.13.
Een in verband met het bezwaar op 1 juni 2021 gehouden hoorzitting heeft niet tot een eensluidende (nieuwe) aanwijs geleid. Om die reden heeft het Kadaster de kadastrale perceelvorming teruggedraaid en opgeschort.
3. Het geschil
in conventie
3.1.
[eiser 1] en [eiser 2] vorderen, na vermeerdering van eis, dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
voor recht verklaart dat [eiser 1] en [eiser 2] op 10 oktober 2019 eigenaar zijn geworden van het verkochte met de kadastrale grenzen die door partijen zijn aangewezen op 7 juli 2020 en zijn vastgelegd in het relaas van bevindingen en het besluit van het Kadaster van 20 november 2020;
Lidl veroordeelt om binnen twee maanden na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de onvoorwaardelijke inschrijving bij het Kadaster van de kadastrale grenzen die door partijen zijn aangewezen op 7 juli 2020 en zijn vastgelegd in het relaas van bevindingen en het besluit van het Kadaster van 20 november 2020, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat Lidl niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 50.000,00;
Subsidiair, voor zover de rechtbank oordeelt dat het grondstuk van twee meter achter de geluidwal niet aan [eiser 1] geleverd is,
3. Lidl te veroordelen om binnen twee maanden na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de overdracht van het resterende gedeelte van het verkochte, zijnde het grondstuk van twee meter achter de geluidwal met een omvang van ongeveer 71 m², door levering via een notariële akte, waarbij Lidl alle kosten van de overdracht zal dragen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat Lidl niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 50.000,00;
Zowel primair als subsidiair
4. voor recht verklaart dat de grenzen van het verkochte gelijk zijn aan de grenzen die door partijen zijn aangewezen op 7 juli 2020 en zijn vastgelegd in het relaas van bevindingen en het besluit van het Kadaster van 20 november 2020;
5. Lidl veroordeelt in de proceskosten.
3.2.
[eiser 1] en [eiser 2] leggen aan hun vorderingen een tussen partijen bestaande koopovereenkomst en daarop volgende notariële levering ten grondslag. Primair menen [eiser 1] en [eiser 2] dat het verkochte in overeenstemming met de koopovereenkomst aan hen is geleverd. Voor het geval dat niet zo is, vorderen [eiser 1] en [eiser 2] dat Lidl de koopovereenkomst alsnog nakomt door het te weinig geleverde aan [eiser 1] en [eiser 2] over te dragen.
3.3.
Lidl voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van [eiser 1] en [eiser 2] , bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na het vonnis.
3.4.
Lidl betwist dat [eiser 1] en [eiser 2] eigenaar zijn geworden van het perceel met een oppervlakte van 368 m². Voor de overdracht van een perceelgedeelte van 71 m² bestaat volgens haar geen titel. [eiser 1] en [eiser 2] houden namelijk ten onrechte geen rekening met de afspraak dat tussen de geluidwerende muur en het perceel van [eiser 1] en [eiser 2] een strook van twee meter vrij diende te blijven en dat die strook grond eigendom van Lidl zou blijven en is gebleven.
in reconventie
3.5.
Lidl vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat Lidl eigenaar is en is gebleven van een strook grond ter grootte van 71 m² die zich volgens de huidige kadastrale kaart bevindt op perceel [perceel 1] en verklaart dat deze strook grond bij perceel [perceel 2] hoort;
II. [eiser 1] en [eiser 2] veroordeelt tot het verlenen van medewerking aan een nieuwe aanwijs binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, waarbij de grenzen van de onder I genoemde percelen op de juiste wijze worden vastgelegd door het Kadaster;
III. [eiser 1] en [eiser 2] veroordeelt in de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na het vonnis.
3.6.
[eiser 1] en [eiser 2] voeren verweer en concluderen tot niet-ontvankelijkverklaring van Lidl in haar vorderingen of tot afwijzing van die vorderingen, met veroordeling van Lidl, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten.
3.7.
De grondslag van de vorderingen in reconventie en het verweer daartegen vloeien voort uit de stellingen van partijen in conventie.

4.De beoordeling

in conventie

Eiswijziging
4.1.
[eiser 1] en [eiser 2] hebben hun eis vermeerderd met een subsidiaire vordering tot nakoming van de koopovereenkomst door het alsnog leveren van een stuk grond van 71 m².
4.2.
Uit artikel 130 Rv volgt dat zolang geen termijn voor het wijzen van eindvonnis is bepaald, eiser in beginsel bevoegd is zijn eis te veranderen of te vermeerderen. Dat is slechts anders indien uit de eisen van een goede procesorde volgt dat gedaagde door die wijziging van eis onredelijk wordt belemmerd in zijn verdediging of het geding daardoor onredelijk wordt vertraagd.
4.3.
Lidl heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging. Op het moment van de eiswijziging was nog geen datum voor het eindvonnis bepaald, zodat deze in beginsel toelaatbaar is. Gesteld noch gebleken is dat Lidl door de eiswijziging, waarop zij tijdens de mondelinge behandeling heeft gereageerd, in haar verdediging is geschaad. Gelet hierop staat de rechtbank de eiswijziging toe. Zij zal dan ook beslissen op de gewijzigde eis, die in 3.1 is weergegeven.
De vorderingen
4.4.
Tussen partijen is een overeenkomst gesloten met betrekking tot de verkoop en levering van een stuk grond door Lidl aan [eiser 1] en [eiser 2] tegen betaling van een in verband met nadeelcompensatie gereduceerde prijs. Partijen verschillen van mening over de omvang van het verkochte perceel. [eiser 1] en [eiser 2] stellen dat zij eigenaar zijn geworden van het perceel tot aan de geluidwerende muur. Lidl heeft daar tegen ingebracht dat [eiser 1] en [eiser 2] eigenaar zijn geworden van een stuk grond ter grootte van 297 m² en dat een strook grond van twee meter vanaf de geluidwerende muur, met een oppervlakte van 71 m², haar eigendom is gebleven.
Uitleg overeenkomst
4.5.
Bij de uitleg van de koopovereenkomst komt het aan op wat partijen over en weer hebben verklaard en op de betekenis die zij in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan die verklaringen en aan de in die overeenkomst opgenomen bepalingen mochten toekennen. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van hen kan worden verwacht. Ook kan van belang zijn hoe partijen zich na het sluiten van de overeenkomst hebben gedragen, omdat daaruit kan blijken hoe zij de overeenkomst hebben opgevat.
4.6.
Vaststaat dat partijen in mei of juni 2018 met elkaar hebben gesproken over de verkoop van een stuk grond. [eiser 1] en [eiser 2] stellen dat Lidl de nog te plaatsen geluidwerende muur toen handmatig op een plattegrond heeft ingetekend. Lidl betwist dat. Dit betekent dat niet vaststaat dat die tekening toen is gemaakt. Evenmin staat vast dat een perceel van 297 m² is verkocht en geleverd, zoals Lidl stelt. Deze oppervlakte is niet meer dan een voorlopige vaststelling door het Kadaster, op basis van door Lidl verstrekte informatie en zonder opmeting ter plaatse. [eiser 1] en [eiser 2] zijn daarbij niet betrokken geweest, laat staan dat zij daarmee hebben ingestemd. Deze voorlopige vaststelling is bovendien niet bepalend, omdat artikel 8 van de koopovereenkomst bepaalt dat de vermelding van de oppervlakte, “(ongeveer) 297 m²”, slechts een aanduiding is waaraan geen rechtsvordering kan worden ontleend als de werkelijke oppervlakte anders blijkt te zijn (zie 2.6). Het argument van Lidl dat een oppervlakteverschil van 20 procent [eiser 1] en [eiser 2] had moeten opvallen, acht de rechtbank niet overtuigend. Het verschil tussen een vrij breed stuk grond met een diepte van 12,5 meter en een vrij breed stuk grond met een diepte van 14,5 meter is met het blote oog niet zonder meer opvallend, te meer omdat het een braakliggend terrein betrof zonder duidelijke referentiepunten. Bovendien is deze afwijking Lidl kennelijk ook niet opgevallen. Onder deze omstandigheden hoefden [eiser 1] en [eiser 2] zich er op basis van de in de koopovereenkomst genoemde oppervlakte niet van bewust te zijn dat zij niet het gehele perceel tot aan de geluidwerende muur zouden verkrijgen. Daar komt nog bij dat artikel 17 van de koopovereenkomst bepaalt dat de geluidwerende scheidsmuur als erfgrens fungeert. Ook de koopprijs biedt geen indicatie voor de juistheid van het standpunt van Lidl. Gesteld noch gebleken is dat partijen een bepaalde prijs per vierkante meter voor ogen hadden. De in de leveringsakte opgenomen waarde in het economische verkeer is niet zonder meer relevant, omdat partijen uit een oogpunt van nadeelcompensatie een gereduceerde prijs zijn overeengekomen.
Het betoog van Lidl dat zij met de buren van [eiser 1] en [eiser 2] bepaalde afspraken heeft gemaakt en dat de tuinhuisjes van [eiser 1] en [eiser 2] en een van hun buren tegen de door Lidl beoogde erfgrens staan, leidt evenmin tot het oordeel dat partijen ondanks artikel 17 van de koopovereenkomst hebben afgesproken dat een grondstrook van twee meter vrij en eigendom van Lidl zou blijven. [eiser 1] en [eiser 2] betwisten dat zij bij de totstandkoming van de koopovereenkomst van de afspraken tussen Lidl en hun buren (en de daarvan deel uitmakende tekening met weergave van een vrij te houden zone) op de hoogte waren. Bovendien zeggen die afspraken op zichzelf niets over de afspraken die Lidl met [eiser 1] en [eiser 2] heeft gemaakt. Verder zijn eigenaren vrij hun perceel naar eigen inzicht in te richten. De locatie van het tuinhuisje van [eiser 1] en [eiser 2] op enige afstand van de geluidsmuur geeft er blijk van dat zij artikel 17 lid 2 van de koopovereenkomst respecteren, zodat Lidl daaraan evenmin een argument kan ontlenen. Overigens hebben [eiser 1] en [eiser 2] opgemerkt dat de afstand van hun tuinhuisje tot de geluidwerende wal duidelijk kleiner is dan twee meter, wat Lidl niet gemotiveerd heeft weersproken.
4.7.
Ook uit de verdere gang van zaken blijkt dat tussen partijen uitgangspunt was dat het over te dragen perceel tot aan de geluidwerende muur liep. Nadat Lidl de bewuste geluidwerende muur heeft geplaatst, hebben [eiser 1] en [eiser 2] met toestemming van Lidl een hek geplaatst dat aansluit op die muur. Daarmee is de grondstrook voor Lidl en derden feitelijk ontoegankelijk geworden. Lidl heeft daar nooit bezwaar tegen gemaakt. Lidl heeft verder als professionele partij met een juridische afdeling de koopovereenkomst opgesteld en in artikel 17 de geluidwerende muur expliciet als erfgrens aangewezen, terwijl in die overeenkomst over een vrij te houden strook grond niets is vermeld. Vervolgens heeft door partijen ten behoeve van het Kadaster een eensluidende aanwijs plaatsgevonden, waar partijen de plaats van de geluidwerende muur als perceelgrens hebben aangewezen. Bij die aanwijs is niet over een vrij te houden strook grond gesproken en evenmin over de stelling van Lidl dat deze muur op een andere plaats is gebouwd dan eerder was voorzien.
4.8.
Lidl heeft haar stelling dat tussen partijen mondeling is afgesproken dat een strook grond van twee meter tot de geluidwerende muur haar eigendom zou blijven ook verder niet onderbouwd. In het licht van de gemotiveerde betwisting van die afspraak door [eiser 1] en [eiser 2] , gesteund door de bewoordingen in de koopovereenkomst en de verdere gang van zaken, had het op de weg van Lidl gelegen om haar stelling ten aanzien van de vermeende mondelinge afspraak concreet te maken. Dat had zij bijvoorbeeld kunnen doen door de betrokkenen een schriftelijke verklaring af te laten leggen en concreet te stellen wanneer, door wie en op welke manier de door haar gestelde afspraak is gemaakt. Dat heeft Lidl niet gedaan. Dat sommige betrokkenen niet meer bij Lidl werken, betekent nog niet dat zij voor Lidl onbereikbaar zijn. Dat Lidl in haar administratie geen bewijs van de door haar gestelde afspraak heeft aangetroffen, komt voor haar rekening en risico. Lidl heeft onvoldoende gesteld om in de gelegenheid te worden gesteld de volgens haar gemaakte afspraak te bewijzen.
4.9.
De conclusie is dat partijen gelet op de tekst van de koopovereenkomst en de verdere gang van zaken, in het bijzonder de eensluidende aanwijs op 7 juli 2020, verkoop en levering van het perceel tot aan de geluidwerende muur zijn overeengekomen. Overeenkomstig die afspraak is het perceel – van naar later is gebleken 368 m² – aan [eiser 1] en [eiser 2] geleverd. Dit betekent dat de primaire vorderingen van [eiser 1] en [eiser 2] worden toegewezen. Hun subsidiaire vorderingen behoeven geen bespreking.
Dwangsom
4.10.
De rechtbank zal aan de veroordeling een dwangsom verbinden zoals gevorderd. Lidl heeft tegen die vordering geen verweer gevoerd en de rechtbank acht deze prikkel tot nakoming passend.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.11.
Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard ten aanzien van de veroordelingen, omdat de daartoe strekkende vordering op de wet is gegrond en niet door Lidl is bestreden. Een verklaring voor recht wordt in de regel niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. [eiser 1] en [eiser 2] hebben niet gesteld dat er bijzondere redenen zijn om dat hier wel te doen.
Proceskosten
4.12.
Lidl wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser 1] en [eiser 2] worden begroot op:
  • kosten dagvaarding € 132,29
  • griffierecht € 314,00
  • salaris advocaat
Totaal € 1.642,29
in reconventie
4.13.
Uit het oordeel in conventie volgt dat de vorderingen in reconventie niet toewijsbaar zijn. De vorderingen worden dan ook afgewezen.
Proceskosten
4.14.
Lidl wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Ook deze veroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Omdat de vorderingen in reconventie voortvloeien uit het verweer in conventie, worden bij de begroting van de proceskosten in reconventie halve punten gehanteerd. De kosten aan de zijde van [eiser 1] en [eiser 2] worden begroot op € 598,00 (2 punten × factor 0,5 × tarief € 598,00) aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat [eiser 1] en [eiser 2] op 10 oktober 2019 eigenaar zijn geworden van het verkochte met de kadastrale grenzen die door partijen zijn aangewezen op 7 juli 2020 en zijn vastgelegd in het relaas van bevindingen en het besluit van het Kadaster van 20 november 2020;
5.2.
veroordeelt Lidl om binnen twee maanden na betekening van dit vonnis medewerking te verlenen aan de onvoorwaardelijke inschrijving bij het Kadaster van de kadastrale grenzen die door partijen zijn aangewezen op 7 juli 2020 en zijn vastgelegd in het relaas van bevindingen en het besluit van het Kadaster van 20 november 2020, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat Lidl niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 50.000,00;
5.3.
veroordeelt Lidl in de proceskosten, aan de zijde van [eiser 1] en [eiser 2] tot op heden begroot op € 1.642,29;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af;
5.6.
veroordeelt Lidl in de proceskosten, aan de zijde van [eiser 1] en [eiser 2] tot op heden begroot op € 598,00;
in conventie en in reconventie
5.7.
verklaart dit vonnis voor zover het veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. van Velzen, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Welter-Dekkers, griffier. Het vonnis is in het openbaar uitgesproken op 22 november 2023.
3268/3194