ECLI:NL:RBROT:2023:10993
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens gebrek aan goede trouw en onvoldoende transparantie over financiële situatie
In deze zaak hebben verzoekers op 1 maart 2023 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoekers zijn met elkaar getrouwd onder huwelijkse voorwaarden en hebben een aanzienlijke schuld bij ABN Amro Bank Hypotheekgroep, voortkomend uit een restschuld na de executoriale verkoop van hun woning. De verzoeker was eerder bestuurder van een failliete vennootschap, JWS Metals B.V., en is veroordeeld voor betrokkenheid bij de handel in verdovende middelen, wat leidde tot zijn detentie en het faillissement van de onderneming. Tijdens de zitting op 11 mei 2023 is de zaak behandeld, en op 22 mei 2023 heeft de rechtbank Rotterdam het verzoek afgewezen.
De rechtbank oordeelde dat verzoekers niet te goeder trouw zijn geweest ten aanzien van het ontstaan van hun schulden. De goede trouw is een vereiste voor toelating tot de schuldsaneringsregeling, en de rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers geen openheid van zaken hebben gegeven over hun financiële situatie. Ondanks dat verzoeker een inkomen genereert uit een nieuwe baan, is het onduidelijk of dit inkomen voldoende is om aan hun verplichtingen te voldoen. Bovendien hebben verzoekers geen betalingen gedaan aan ABN na het ontstaan van de schuld, en de rechtbank heeft twijfels over hun bereidheid om zich in te spannen voor de aflossing van hun schulden.
De rechtbank concludeert dat verzoekers onvoldoende transparant zijn over hun financiële situatie en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die toelating tot de schuldsaneringsregeling rechtvaardigen. Het verzoek wordt afgewezen, en verzoekers hebben de mogelijkheid om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen tegen deze uitspraak.