2.
hij
op of omstreeks 1 december 2020
te [plaats02]
in de woning [adres02]
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om
een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken,
verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het
grondgebied van Nederland brengen van heroïne en/of cocaïne, zijnde
heroïne en/of cocaïne (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I,
voor te bereiden en/of te bevorderen een (grote) hoeveelheid
paracetamol en/of boorzuur, voorhanden heeft gehad, waarvan
verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen
van dat/die feit(en);