Op 17 november 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het aanwezig hebben en vervoeren van harddrugs, alsook van deelname aan een criminele organisatie. De verdachte was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd en had een raadsman, mr. E.G.S. Roethof. Tijdens de zitting op 3 november 2023 werd het onderzoek gevoerd, waarbij de tenlasteleggingen werden besproken. De verdachte had procesafspraken gemaakt met het Openbaar Ministerie, waarbij hij afstand deed van bepaalde verdedigingsrechten en instemde met een strafeis van vier jaar gevangenisstraf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte vrijwillig en met voldoende informatie deze afspraken had gemaakt.
De officier van justitie, mr. C. Goedegebuure, vorderde bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en een gevangenisstraf van vier jaar. De rechtbank oordeelde dat wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten zoals ten laste gelegd. De bewezen feiten betroffen onder andere het vervoeren en aanwezig hebben van aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en heroïne, alsook het bezit van een vuurwapen. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, de georganiseerde aard van de drugshandel en de risico's die het ongecontroleerde bezit van vuurwapens met zich meebrengt.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van vier jaar op, met aftrek van voorarrest. Tevens werden de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een vuurwapen en munitie, onttrokken aan het verkeer. De rechtbank baseerde haar beslissing op de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de gemaakte procesafspraken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op 21 november 2023.