In deze zaak, die op 7 november 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Havensteder en een gedaagde partij. De eiseres, Stichting Havensteder, vertegenwoordigd door mr. P.J. Remmelts, heeft de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. A. Rhijnsburger, aangesproken op zijn medewerking aan noodzakelijke werkzaamheden in zijn huurwoning. De procedure volgde op een dagvaarding van 24 oktober 2023 en een mondelinge behandeling op 1 november 2023, waarbij ook een sociaal begeleider van Havensteder aanwezig was.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat partijen afspraken hebben gemaakt om de rechtszaak te beëindigen. In het vonnis is bepaald dat de gedaagde, [gedaagde01], Havensteder of een door Havensteder in te schakelen derde, de gelegenheid moet geven om vanaf 13 november 2023 in de woning aan [adres01] in [plaats01] werkzaamheden uit te voeren. Deze werkzaamheden omvatten onder andere het vervangen van de badkamer, het saneren van asbest en het vervangen van de cv-ketel.
Indien de gedaagde weigert om aan deze afspraken te voldoen, is hij veroordeeld om de woning tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen binnen drie dagen na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft verder bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. K.J. Bezuijen.