ECLI:NL:RBROT:2023:10831

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
20 november 2023
Zaaknummer
10754976 VV EXPL 23-518
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over medewerking aan werkzaamheden in huurwoning

In deze zaak, die op 7 november 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Havensteder en een gedaagde partij. De eiseres, Stichting Havensteder, vertegenwoordigd door mr. P.J. Remmelts, heeft de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. A. Rhijnsburger, aangesproken op zijn medewerking aan noodzakelijke werkzaamheden in zijn huurwoning. De procedure volgde op een dagvaarding van 24 oktober 2023 en een mondelinge behandeling op 1 november 2023, waarbij ook een sociaal begeleider van Havensteder aanwezig was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat partijen afspraken hebben gemaakt om de rechtszaak te beëindigen. In het vonnis is bepaald dat de gedaagde, [gedaagde01], Havensteder of een door Havensteder in te schakelen derde, de gelegenheid moet geven om vanaf 13 november 2023 in de woning aan [adres01] in [plaats01] werkzaamheden uit te voeren. Deze werkzaamheden omvatten onder andere het vervangen van de badkamer, het saneren van asbest en het vervangen van de cv-ketel.

Indien de gedaagde weigert om aan deze afspraken te voldoen, is hij veroordeeld om de woning tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen binnen drie dagen na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft verder bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. K.J. Bezuijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10754976 VV EXPL 23-518
datum uitspraak: 7 november 2023 (bij vervroeging)
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Havensteder,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. P.J. Remmelts,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A. Rhijnsburger.
De partijen worden hierna ‘Havensteder’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 24 oktober 2023, met bijlagen;
  • de door Havensteder in het geding gebrachte aanvullende bijlagen;
  • de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [gedaagde01] , met bijlagen;
  • de brief van Havensteder van 3 november 2023, met bijlagen.
1.2.
Op 1 november 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig [naam01] (sociaal begeleider) namens Havensteder, de gemachtigde van Havensteder en de gemachtigde van [gedaagde01] .

2.De beoordeling

Partijen hebben afspraken met elkaar gemaakt om een einde aan deze rechtszaak te maken. De kantonrechter zal conform deze afspraken beslissen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verstaat dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde01] Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde, gelegenheid zal geven om vanaf 13 november 2023 in de woning aan [adres01] in [plaats01] werkzaamheden uit te voeren, waaronder in ieder geval het vervangen van de badkamer, het vervangen van het toilet, het saneren van asbest, het uitvoeren van werkzaamheden aan de installatie van de meterkast en mechanische afzuiging, het vervangen van de kozijnen inclusief de beglazing en het vervangen van de cv-ketel;
3.2.
veroordeelt [gedaagde01] , voor zover hij weigert om te voldoen aan de in 3.1 vermelde afspraak, om de woning aan [adres01] in [plaats01] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen en te verlaten, met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensteder zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde, te stellen voor de duur van de in 3.1 genoemde werkzaamheden, voor zover dit noodzakelijk is om de werkzaamheden uit te (laten) voeren;
3.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en in het openbaar uitgesproken.
757