3.1.De vrouw vordert - enigszins samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. de man veroordeelt tot medewerking en levering van de woning en bepaalt dat:
- de woning binnen zeven weken na vonnisdatum in gezamenlijke opdracht van partijen via een door de voorzieningenrechter aan te wijzen onafhankelijke, plaatselijk goed bekend staande, makelaar door partijen te koop wordt aangeboden;
- de vraag- en laatprijs voor de woning in overleg met partijen door de verkopend makelaar wordt bepaald;
- partijen alle adviezen en instructies van de verkopend makelaar in verband met de verkoop van de woning moeten opvolgen;
- partijen niet aanwezig mogen zijn bij de bezichtigingen van de woning door de verkopend makelaar en de potentiële koper(s);
- de makelaarskosten door ieder van partijen voor de helft worden betaald;
- partijen op eerste verzoek van de makelaar dienen over te gaan tot ondertekening van de koopovereenkomst;
- de woning binnen drie maanden na het door de koper(s) ondertekenen van de koopovereenkomst bij een door de koper(s) aan te wijzen notaris door partijen aan de koper(s) wordt overgedragen/notarieel geleverd;
- ieder van partijen op eerste verzoek van de notaris een volmacht voor de overdracht/notariële levering van de woning aan de koper(s) ondertekent;
- de verkoopopbrengst van de woning, na aflossing van (het restant van) de hypotheekschuld aan Hypotrust, voldoening van de makelaarskosten, voldoening van de notariskosten (onder andere voor het doorhalen van het hypotheekrecht) en voldoening van eventuele andere verkoopkosten tussen partijen, bij helfte wordt gedeeld, zodat ieder van partijen de helft van de (netto) verkoopopbrengst ontvangt (verkoopopbrengst woning -/- hypotheekschuld -/- makelaarskosten -/- notariskosten = totale verkoopopbrengst : 2 = aan ieder van partijen toekomende aandeel in de verkoopopbrengst);
ll. voor het geval de man niet uiterlijk binnen zeven weken na vonnisdatum meewerkt aan het te koop aanbieden van de woning:
de vrouw overeenkomstig artikel 3:174 lid 1 BW machtigt tot het te gelde maken van de woning, alsmede haar machtigt om alles te doen wat noodzakelijk is om de woning ten spoedigste ten verkoop aan te bieden, alsmede haar machtigt voor de daadwerkelijke verkoop van de woning;
primair: daarbij bepaalt dat het vonnis in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van de man voor:
- het in de verkoop geven van de woning bij een door de vrouw aan te wijzen makelaar;
- voor de aanvaarding van een bod van (een) derde(n) op de woning;
- voor de eigendomsoverdracht van de woning aan de koper(s), althans dat het vonnis in de plaats treedt van de notariële akte van levering van de woning aan de koper(s);
subsidiair: op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag dat de man vanaf zeven weken na de datum van het vonnis in gebreke blijft aan de inhoud van het vonnis te voldoen, met een maximum van € 25.000,00;
althans een zodanige beslissing neemt als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
III. de man veroordeelt in de proces- en nakosten van deze procedure, vermeerderd met rente.