In deze beschikking heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 oktober 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van twaalf maanden, omdat er zorgen zijn over de communicatie tussen de ouders en de impact daarvan op de kinderen. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de communicatie tussen hen verloopt problematisch, wat leidt tot spanningen bij de kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie in de afgelopen maanden niet is verbeterd en dat de vader, door zijn houding, de noodzakelijke hulpverlening blokkeert.
Tijdens de mondelinge behandeling is de zorg uitgesproken dat de houding van de vader kan leiden tot een verzoek tot gezagsbeëindiging. De kinderrechter heeft de vader aangespoord om mee te werken aan hulpverlening en het traject van parallel ouderschap, wat essentieel is voor de ontwikkeling van de kinderen. De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen tot 30 mei 2024, met de mogelijkheid voor de gecertificeerde instelling om een verzoek tot opheffing in te dienen indien nodig. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht een eventueel hoger beroep.
De kinderrechter heeft benadrukt dat de kinderen behoefte hebben aan rust en dat de ouders hun verantwoordelijkheden moeten nemen om de situatie te verbeteren. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.