In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 7 november 2023, is het klaagschrift van de klaagster, die in 1963 te [geboorteplaats01] is geboren, ontvankelijk verklaard. De klaagster had een klaagschrift ingediend op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) met betrekking tot de inbeslagname van twee grijze roodstaart papegaaien op 12 augustus 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een nieuw feit, namelijk het tijdsverloop sinds de inbeslagname en de eerdere beslissing van 18 oktober 2022, die niet alle relevante omstandigheden in overweging heeft genomen. De klaagster heeft aangevoerd dat de papegaaien ten onrechte in beslag zijn genomen en dat er geen voortgang is geweest in de zaak. De officier van justitie, mr. E. Pols, heeft de klaagster in haar standpunt ondersteund, maar ook gewezen op het feit dat de klaagster haar recht op teruggave van de papegaaien blijft claimen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de inbeslagname niet langer voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, mede door het tijdsverloop en de trage voortgang van de zaak. De rechtbank heeft daarom het klaagschrift gegrond verklaard en gelast de teruggave van de papegaaien aan de klaagster.