In deze zaak heeft verzoekster op 13 oktober 2023 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw) om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft op 2 november 2023 een zitting gehouden, waarbij verzoekster niet aanwezig was, maar haar advocaat verklaarde dat zij door een blessure niet kon komen. De rechtbank heeft de uitspraak op 9 november 2023 gedaan. Verzoekster heeft recent een WW-uitkering ontvangen en heeft haar huur voor november betaald. Er is ook beschermingsbewind ingesteld, wat de betaling van haar lopende verplichtingen waarborgt. Verzoekster heeft twee minderjarige kinderen en is bezig met schuldhulpverlening. De Woonstichting, de verhuurder, heeft echter aangegeven dat er een huurachterstand is van drie maanden en dat dit de derde keer is dat ontruiming wordt aangezegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie voor verzoekster, wat aanleiding geeft tot het toewijzen van het moratorium. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster zwaarder laten wegen dan die van de verhuurder, en heeft de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, met voorwaarden. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling.