Op 24 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02]. De ouders van de minderjarigen, [moeder01] en [vader01], zijn belast met het ouderlijk gezag. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarigen momenteel in een pleeggezin verblijven en dat de ondertoezichtstelling eerder is verlengd tot 2 november 2023. De gecertificeerde instelling, Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor een periode van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Tijdens de mondelinge behandeling, die op 24 oktober 2023 plaatsvond, waren de ouders en hun advocaten aanwezig. De moeder heeft ingestemd met het verzoek van de GI, terwijl de vader zich refereerde aan het oordeel van de kinderrechter. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de situatie van de minderjarigen en de ontwikkelingen in het leven van de ouders. De moeder heeft recent een eigen woning gekregen, maar een terugplaatsing van de kinderen is nog niet mogelijk. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn vervuld, en heeft besloten om deze te verlengen tot 2 november 2024.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is op schrift gesteld op 7 november 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.