Op 19 juli 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge uitspraak gedaan over een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 30 juni 2023. De betrokkene, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis met katatone kenmerken, verblijft op dat moment in een Medisch Psychiatrische Unit (MPU) en heeft eerder een spoed-ECT behandeling ondergaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2023 waren de betrokkene en zijn advocaat aanwezig, maar de officier van justitie was afwezig.
De rechtbank oordeelde dat de geestelijke gezondheid van de betrokkene stabilisatie en zorg nodig heeft om ernstig nadeel te voorkomen. De advocaat van de betrokkene gaf aan dat hij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank, en de rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met de mogelijkheid tot verplichte zorg, waaronder het toedienen van voeding, medicatie en ECT-behandeling, en het beperken van de bewegingsvrijheid van de betrokkene.
De rechtbank benadrukte dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk en evenredig is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De zorgmachtiging is verleend met ingang van de uitspraak en geldt tot en met 19 januari 2024. De beschikking is mondeling gegeven door rechter S.L. Raphael en schriftelijk uitgewerkt op 2 augustus 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.