ECLI:NL:RBROT:2023:10618
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake naheffingsaanslag parkeerbelasting door gebrek aan belanghebbendheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 10 november 2023, met zaaknummer ROT 22/4159, is het beroep van eiser tegen een aanmaning over de betaling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting beoordeeld. De aanmaning was verzonden op 14 juni 2022, en het bezwaar van eiser tegen de naheffingsaanslag was op 11 augustus 2022 door de invorderingsambtenaar ongegrond verklaard. Eiser, vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach, heeft beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit komt doordat het belang van eiser niet rechtstreeks betrokken is bij de uitspraak op bezwaar die betrekking had op de naheffingsaanslag van een derde partij, [naam 2].
De rechtbank heeft op 3 oktober 2023 de zaak behandeld, maar beide partijen zijn niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitnodiging voor de zitting op regelmatige wijze aan eiser is aangeboden. Gezien het feit dat eiser niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:1 van de Awb. Dit betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van het beroep plaatsvond en dat eiser geen griffierecht terugkrijgt, noch een vergoeding van proceskosten.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag binnen zes weken na verzending van de uitspraak.