ECLI:NL:RBROT:2023:10600

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 november 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
C/10/662034 / JE RK 23-1652
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorg- en omgangsregeling voor minderjarige met betrekking tot hoofdverblijfplaats

Op 29 augustus 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de wijziging van de zorg- en omgangsregeling voor de minderjarige [kind01], geboren op [geboortedatum01] 2013. De ouders van [kind01], de moeder [naam01] en de vader [naam02], zijn betrokken bij deze procedure. De gecertificeerde instelling William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) heeft op 11 juli 2023 een verzoek ingediend om de hoofdverblijfplaats van [kind01] bij de vader te bepalen. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 1:256g lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.

Tijdens de zitting op 29 augustus 2023, die met gesloten deuren plaatsvond, was de moeder niet aanwezig, terwijl de vader en een vertegenwoordigster van de GI, [naam03], wel aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [kind01] sinds januari 2023 bij de vader woont en dat er sprake is van een positieve ontwikkeling. De ouders zijn het eens met het verzoek van de GI, wat heeft geleid tot de beslissing om de hoofdverblijfplaats van [kind01] bij de vader te bepalen. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. K.F.G. van Leeuwen als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 6 september 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/662034 / JE RK 23-1652
datum uitspraak: 29 augustus 2023

beschikking wijzigen zorg/omgangsregeling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[kind01]

geboren op [geboortedatum01] 2013 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats01] ,

[naam02] , hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoek met bijlagen van de GI van 11 juli 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 29 augustus 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, te weten [naam03] .
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[kind01] woont bij de vader.
Bij beschikking van 30 september 2022 is [kind01] onder toezicht gesteld tot
13 oktober 2023.

Het verzoek

De GI heeft verzocht op grond van artikel 1:256g lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) de verdeling van de zorg- en opvoedtaken te wijzigen in die zin dat de hoofdverblijfplaats van [kind01] bij de vader zal moeten worden bepaald.

De beoordeling

De kinderrechter kan de hiervoor genoemde regeling wijzigen op grond dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd, of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [kind01] sinds januari 2023 bij de vader woont. Sindsdien laat [kind01] een positieve ontwikkeling zien. Hoewel [kind01] nu bij de vader woont, heeft [kind01] nog steeds omgang met de moeder. Hierdoor is er nog voldoende omgang met de moeder. Gelet op het feit dat de ouders het eens zijn met het verzoek van de GI, wijst de kinderrechter het verzoek van de GI toe.

De beslissing

De kinderrechter:
bepaalt de hoofdverblijfplaats van [kind01] bij de vader.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. K.F.G. van Leeuwen als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 6 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.