ECLI:NL:RBROT:2023:10569
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding over de koopprijs van een tweedehands auto en de verwachtingen van koper en verkoper
In deze zaak, die op 3 november 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een eiseres en een gedaagde, beide zelf procederend. De eiseres heeft op 7 juni 2023 een tweedehands auto, een Citroën DS3, gekocht van de gedaagde voor € 4.000,00. Na de aankoop heeft de eiseres problemen ervaren met de auto, met name een motorprobleem, en heeft zij de gedaagde verzocht om dit probleem te verhelpen. Op 5 september 2023 heeft de eiseres de koopovereenkomst ontbonden en eist zij de terugbetaling van de koopprijs, plus extra kosten die zij heeft gemaakt na de aankoop, in totaal € 4.674,99. De gedaagde heeft de eis afgewezen en stelt dat de eiseres op de hoogte was van mogelijke problemen met de auto en dat zij zelf verantwoordelijk is voor de extra kosten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eiseres onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar eis in een gewone procedure zou worden toegewezen, wat vereist is voor een toewijzing in kort geding. De rechter heeft vastgesteld dat er nader onderzoek naar de feiten nodig is om te bepalen of de gedaagde de koopprijs moet terugbetalen en of de extra kosten vergoed moeten worden. Dit onderzoek is niet mogelijk in het kader van een kort geding. De rechter heeft alle onderdelen van de eis afgewezen en de eiseres in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 50,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.