ECLI:NL:RBROT:2023:10552

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 november 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
C/10/667240 / KG ZA 23-940
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verboden gedragingen en overlast tussen buren in kort geding

In deze zaak, die op 13 november 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], een kort geding aangespannen tegen gedaagde, [gedaagde], vanwege aanhoudende overlast en schending van eerder gemaakte afspraken. De partijen zijn buren en hebben in een eerdere procedure afspraken gemaakt over hoe zij met elkaar om moeten gaan. Ondanks deze afspraken heeft gedaagde zich niet gehouden aan de regels, wat heeft geleid tot herhaalde overlast voor eisers. De eisers hebben recent beeldmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat gedaagde hen blijft lastigvallen, ondanks de gemaakte afspraken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat gedaagde de afspraken heeft geschonden en heeft daarom een aantal verboden opgelegd aan gedaagde. De vorderingen van eisers zijn gedeeltelijk toegewezen, met uitzondering van de gevorderde boetes, omdat er geen juridische grondslag voor deze boetes is aangetoond. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat partijen in staat moeten zijn om elkaar te negeren en in harmonie te leven, zoals eerder afgesproken. Gedaagde is in de proceskosten veroordeeld, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/667240 / KG ZA 23-940
Vonnis in kort geding van 13 november 2023
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. A. Rhijnsburger te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. V.J. Verhulst te Den Haag.
Partijen worden hierna [eiser 1] c.s. – afzonderlijk [eiser 1] en [eiser 2] – en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 26 oktober 2023,
  • de brief van 26 oktober 2023 van mr. Rhijnsburger, met drie bijlagen en een USB-stick met foto’s en video’s,
  • de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
De mondelinge behandeling vond plaats op 1 november 2023.

2.De feiten

2.1.
[eiser 1] en [eiser 2] zijn eigenaren van de woning aan de [adres1] in Rotterdam. Zij wonen daar met hun twee kinderen.
2.2.
[gedaagde] is (mede)eigenaresse en bewoonster van de woning aan de [adres2] in Rotterdam. De woningen van [eiser 1] c.s. en [gedaagde] zijn naast elkaar gelegen en de voor- en achtertuinen grenzen aan elkaar.
2.3.
[eiser 1] c.s. heeft [gedaagde] in augustus 2021 gedagvaard in een bodemprocedure. Die procedure leidde tot het vonnis van 31 augustus 2022, waarin het [gedaagde] op straffe van een dwangsom is verboden om zonder toestemming filmopnames van [eiser 1] c.s. te maken. Ook is [gedaagde] veroordeeld tot het betalen van € 1.000,- aan immateriële schadevergoeding aan [eiser 2] , omdat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser 1] c.s. door te spugen, door filmopnames te maken en door delen van de schutting van [eiser 1] c.s. weg te halen. In reconventie is [eiser 1] c.s. veroordeeld tot het betalen van
€ 950,- aan [gedaagde] , omdat [gedaagde] na het plaatsen van een nieuwe schutting door [eiser 1] c.s. kosten heeft moeten maken voor het verwijderen van in haar tuin gelopen beton en voor het plaatsen van nieuwe palissaden.
2.4.
[eiser 1] c.s. heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Ter zitting in het hoger beroep hebben partijen de volgende schikking bereikt:
(..)
“Ter beëindiging van deze procedure komen partijen het volgende overeen:
Partijen spreken liet volgende af:
We laten elkaar met rust. Partijen praten niet meer met elkaar, en ook niet tegen elkaar. Ze schreeuwen niet tegen elkaar. Ze zullen elkaar ook geen berichten sturen. Ze spugen niet tegen/naar elkaar. Partijen vertonen geen pestgedrag.
Partijen proberen elkaar te vermijden. Als zij zien dat een ander het huis verlaat en in de voortuin is, proberen zij even te wachten totdat de ander weg is.
Op de erfgrens tussen de voortuinen wordt zo snel mogelijk een gangbare houten of pvc schutting geplaatst van 2 meter hoog (geen opzichtige kleuren). Partij [eiser 1] zal deze plaatsen. [gedaagde] zal zich daarmee niet bemoeien en de schutting ongemoeid laten.
Partijen zullen geen camera’s hebben die de tuin en woning van de ander kunnen filmen. Camera’s op de begane grond die alleen de eigen tuin of woning filmen zijn toegestaan. [gedaagde] heeft een camera op het dak die haar zonnepanelen filmt. Zij zal ervoor zorg dragen dat die camera niet de achtertuin van [eiser 1] zal filmen. Zij zal de camera dus ook niet draaien. [eiser 1] heeft een camera tegen de achtergevel gericht op de uitbouw. Ook die camera zal niet tuin of woning van [gedaagde] filmen.
Partijen zullen ook met telefoons geen beelden van elkaar maken of laten maken.
De erfgrens moet worden gerespecteerd. Partijen zullen geen voorwerpen in andermans tuin gooien of terecht laten komen. Zij komen niet aan de spullen in andermans tuin. Partijen zullen ook geen spullen op de stoep voor elkaars huis gooien. [eiser 1] mag het zwarte lapje verwijderen en er worden geen nieuwe lapjes worden gehangen.
Partijen zullen niet over de stoep voor andermans huis lopen of rijden met scooters, fietsen of andere voertuigen. Dat betekent dat [gedaagde] haar huis uitsluitend zal benaderen vanuit de richting van de Huismanstraat en dat [eiser 1] uitsluitend zijn huis zal benaderen vanuit de richting van de Bakkerstraat . Partijen zullen geen scooters, fietsen of andere voertuigen op de stoep voor de tuin van de ander stallen.
Als [eiser 1] de vuilnis wegbrengt zal hij de straat oversteken en dan naar de Huismanstraat lopen. Als [eiser 1] naar zijn bedrijfsbus loopt of naar zijn moeder gaat zal hij eerst de straat oversteken en daarna via de stoep aan de overkant van de straat lopen.
[eiser 1] zal zijn bedrijfsbus laden en lossen bij de ingang in de Bakkerstraat .
Partijen zullen niet op de muren bonken en geen onnodige overlast veroorzaken.
Het is partijen toegestaan noodzakelijk onderhoud te verrichten of normale verbouwingswerkzaamheden. [eiser 1] zegt toe dat hij zijn tuinhuis of achtertuin niet als werkplaats voor anderen zal gebruiken.
Partijen zullen over elkaar geen kwaad spreken tegen anderen.
Partijen zullen erop toezien dat hun huisgenoten zich ook aan het bovenstaande houden.
Aan het vonnis waarvan beroep wordt geen verdere uitvoering gegeven.
Partijen dragen ieder de eigen kosten.
Partijen verzoeken doorhaling van de zaak per heden.(..)”
2.5.
Op 22 augustus 2023 stuurt mr. Rhijnsburger [gedaagde] een brief, waarin hij schrijft dat [eiser 1] c.s. heeft geconstateerd dat [gedaagde] zich niet houdt aan de afspraken die partijen bij het gerechtshof hebben gemaakt en dat [eiser 1] c.s. daarom een kort geding zal starten.

3.Het geschil

3.1.
[eiser 1] c.s. vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te verbieden:
I. zich op te houden voor de woning van [eiser 1] c.s., op de stoep en op de straat direct gelegen voor de woning van [eiser 1] c.s. op straffe van een boete van
€ 1000,- voor iedere overtreding;
[eiser 1] c.s. aan te spreken, aan te roepen, uit te schelden, voorwerpen te gooien in de richting van de woning van [eiser 1] c.s., dan wel te bespugen op straffe van een boete van € 1000,- voor iedere overtreding;
II. op de schutting voorzijde, muren achterzijde te slaan al dan niet met enig voorwerp op straffe van een boete van € 1000,- voor iedere overtreding;
III. haar scooter te parkeren voor de woning van [eiser 1] c.s. op straffe van een boete van € 1000,- voor iedere overtreding;
en voorts
IV. [gedaagde] te gebieden haar woning aan de [adres2] uitsluitend te benaderen vanuit de [adres2] (zodat zij zich niet voor de woning van [eiser 1] c.s. behoeft te vertonen) op straffe van een boete van € 1000,- voor iedere overtreding;
V. met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
3.2.
[eiser 1] c.s. legt aan haar vordering ten grondslag dat zij sinds 2018 al overlast ervaart van [gedaagde] en dat de afspraken die zijn gemaakt bij het gerechtshof, daar geen verandering in hebben gebracht. [gedaagde] heeft zes afspraken geschonden en [eiser 1] c.s. vindt dat deze schendingen moeten worden gesanctioneerd met een boete.
3.3.
[gedaagde] voert als verweer aan dat er voor haar rust is ontstaan, maar dat zij sommige gedragingen uit omdat zij zich moet verdedigen tegenover [eiser 1] c.s.. [gedaagde] voorziet bovendien (executie)problemen als de gevorderde verboden worden toegewezen en het noodzakelijk is om als buren over een onderwerp te communiceren.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van [eiser 1] c.s. bij hun vorderingen vloeit voort uit de aard van de zaak.
4.2.
Bij de beoordeling van de gevorderde verboden geldt dat de verboden een inbreuk maken op het aan eenieder toekomend recht om zich vrijelijk te verplaatsen en te gedragen. Voor het toewijzen van deze ingrijpende maatregelen moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die de gevorderde inbreuken kunnen rechtvaardigen.
4.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het beeldmateriaal (foto’s en filmpjes) dat dateert van voor 25 januari 2023, de datum van de mondelinge behandeling bij het gerechtshof, niet meeweegt in de beslissing in deze procedure. De gedragingen die op dat beeldmateriaal zichtbaar zijn, zijn immers al onderdeel geweest van de vorige procedure. De beslissing in deze procedure kan, omdat de vorderingen zijn gebaseerd op overtreding van de 25 januari 2023 gemaakte afspraken, alleen zien op gebeurtenissen na 25 januari 2023.
4.4.
[eiser 1] c.s. heeft op basis van het overgelegde beeldmateriaal dat dateert van na 25 januari 2023, voldoende aannemelijk gemaakt dat [gedaagde] de gemaakte afspraken heeft overtreden. Zo blijkt uit de video van 11 februari 2023, nog geen drie weken nadat partijen de afspraken maakten, dat [gedaagde] [eiser 1] c.s. uitscheldt tijdens het plaatsen van de nieuwe schutting in de voortuin. Dit is een schending van afspraak 1 en 3. Ook blijkt dat [gedaagde] afspraak 6 meerdere malen heeft geschonden door het gooien en schoppen van afval in de tuin van [eiser 1] c.s.. Tevens is gebleken dat [gedaagde] zich niet aan de afspraken houdt dat partijen de erfgrens respecteren en dat zij haar woning vanaf Huimanstraat zal benaderen, zodat zij niet langs de woning van [eiser 1] c.s. loopt.
4.5.
[gedaagde] stelt dat zij wordt geïntimideerd en bedreigd door [eiser 1] c.s., onder meer in de uitoefening van haar godsdienstige oefeningen, en dat zij zich daartegen moet verdedigen. Zij kan echter niet aantonen dat haar gedragingen uit verdediging zijn, omdat zij geen filmpjes kan overleggen. De voorzieningenrechter volgt [gedaagde] niet in dit standpunt. Dat [gedaagde] wordt geïntimideerd en bedreigd heeft zij namelijk op geen enkele wijze concreet gemaakt. Dit had zij wel kunnen doen, ook zonder filmpjes. De voorzieningenrechter acht het vanwege de hoeveelheid filmpjes en foto’s bovendien niet aannemelijk dat [gedaagde] voor iedere gedraging die zichtbaar is, wordt uitgelokt door [eiser 1] c.s.. Daarnaast erkent zij onder andere tegen de schutting in de voortuin te hebben gespuugd.
4.6.
Hoewel [eiser 1] c.s. ook in ieder geval afspraak 4 heeft geschonden door het terugplaatsen van de camera’s en het maken van filmpjes van [gedaagde] , heeft zij hiervoor ter zitting een goede verklaring gegeven. [eiser 1] c.s. was immers genoodzaakt om de camera’s terug te plaatsen, omdat [gedaagde] al snel de gemaakte afspraken niet nakwam en [eiser 1] c.s. de gedragingen van [gedaagde] alleen kan aantonen met beeldmateriaal.
4.7.
Het voorgaande betekent dat, hoewel partijen duidelijke afspraken hebben gemaakt, [gedaagde] [eiser 1] c.s. blijft lastigvallen en dat [eiser 1] c.s. veel overlast ondervindt van het gedrag van [gedaagde] . Dit rechtvaardigt inbreuken op [gedaagde] recht om zich vrijelijk te bewegen en te gedragen. De voorzieningenrechter is het wel met [gedaagde] eens dat contact tussen [eiser 1] c.s. en [gedaagde] geoorloofd moet zijn in het geval van een noodgeval dat hen beiden aangaat. De vordering onder I wordt dan ook met die uitzondering toegewezen zoals in de beslissing is vermeld. De vordering onder II wordt afgewezen, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat [gedaagde] tegen de schutting slaat en omdat op basis van het dossier in deze zaak wordt aangenomen dat het slaan tegen de muren aan de achterzijde van voor 25 januari 2023 dateert. Vordering III wordt toegewezen, omdat [gedaagde] haar scooter tegen de gemaakte afspraken in, voor de woning van [eiser 1] c.s. parkeert. Ook is aannemelijk dat [gedaagde] haar woning niet uitsluitend vanuit de Huismanstraat benadert, zodat zij niet voor de woning van [eiser 1] c.s. langs hoeft te lopen. Vordering IV wordt om die reden ook toegewezen.
4.8.
[eiser 1] c.s. vordert de diverse verboden op straffe van een boete. Ter zitting is expliciet gevraagd of daarmee een verbod op straffe van een dwangsom wordt bedoeld. Volgens mr. Rhijnsburger was dat niet het geval. In antwoord op een vraag van de voorzieningenrechter stelde hij dat de grondslag voor de boete een onrechtmatige daad is en de boete de sanctie is voor deze daad. Het civiele recht kent echter geen sancties. Daarnaast is geen sprake van een overeenkomst waar die boete op gebaseerd kan worden. Een onrechtmatige daad biedt wel de mogelijkheid van een zekere vergelding, maar dat is in de vorm van een verplichting tot betaling van geleden schade en dan moet de hoogte van die schade duidelijk zijn. In deze procedure is daarvan geen sprake. Ook is niet aannemelijk gemaakt dat er een andere grondslag is voor toewijzing van de boetes. Dit betekent dat de gevorderde boetes worden afgewezen.
4.9.
De voorzieningenrechter hoopt dat deze procedure ervoor zorgt dat de rust tussen partijen terugkeert en dat hierna geen nieuwe procedures meer nodig zijn. Als volwassen mensen moeten partijen toch in staat zijn om elkaar, zoals bij het gerechtshof afgesproken, te negeren en uit te gaan van leven en laten leven.
4.10.
[gedaagde] krijgt grotendeels ongelijk en wordt in de proceskosten veroordeeld. Omdat [eiser 1] c.s. voor deze procedure [gedaagde] niet heeft gesommeerd te stoppen met haar gedrag, wat wel voor de hand lag, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het tarief voor een eenvoudig kort geding toe te passen. De kosten van [eiser 1] c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 129,14
- griffierecht € 314,00
- salaris advocaat €
697,00
Totaal € 1.140,14

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt [gedaagde] zich op te houden:
  • voor de woning van [eiser 1] c.s.,
  • op de stoep voor de woning van [eiser 1] c.s., en
  • op de straat direct gelegen voor de woning van [eiser 1] c.s.,
5.2.
verbiedt [gedaagde] [eiser 1] c.s. aan te spreken en aan te roepen, met uitzondering van de gevallen waarin contact tussen [eiser 1] c.s. en [gedaagde] acuut noodzakelijk is,
5.3.
verbiedt [gedaagde] [eiser 1] c.s. uit te schelden en voorwerpen te gooien in de richting van de woning van [eiser 1] c.s.,
5.4.
verbiedt [gedaagde] haar scooter te parkeren voor de woning van [eiser 1] c.s.,
5.5.
gebiedt [gedaagde] haar woning aan de [adres2] uitsluitend te benaderen vanuit de Huismanstraat ,
5.6.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser 1] c.s. tot op heden begroot op € 1.140,14,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2023.3608/2009