Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 120 uren, bij niet uitvoeren te vervangen door 60 dagen hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid van 6 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
4.Waardering van het bewijs
aanmerkelijkonvoorzichtig of onoplettend handelen. Het enkel niet voorrang verlenen en daarbij onvoldoende opmerken is onder de gegeven omstandigheden – onder andere omdat er niet is gebleken van andere aan de verdachte te maken verwijten – niet als zodanig aan te merken. Van andere feiten en omstandigheden die meebrengen dat aan de verdachte een schuldverwijt in de zin van artikel 6 WVW kan worden gemaakt, is niet gebleken en daarom zal de verdachte van het primair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
- de snelheid van zijn motorrijtuig niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en
- niet heeft opgemerkt dat een voor hem, verdachte, van rechts komende bestuurster van een kinderstep, genaamd [voornaam slachtoffer01] ( [slachtoffer01] , (inmiddels) dicht genaderd was en
- die [slachtoffer01] niet heeft laten voorgaan en
- in botsing of aanrijding is gekomen met die [slachtoffer01] , waarbij zij ten val is gekomen.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
first offendersvoor een overtreding van artikel 5 WVW worden opgelegd en is meegewogen dat de straf in verhouding moet staan met de door de verdachte begane verkeersovertreding (en niet zozeer met de ernst van de gevolgen daarvan). Hoewel de gevolgen voor het slachtoffer erg groot zijn, is de rechtbank alles afwegend van oordeel dat een onvoorwaardelijke geldboete van € 500,- passend en geboden is.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
- bij het naderen en/of oprijden van bovengenoemde kruising geen snelheid heeft geminderd en/of
- de snelheid van zijn motorrijtuig niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- niet heeft opgemerkt dat een voor hem, verdachte, van rechts komende bestuurster van een kinderstep, genaamd [voornaam slachtoffer01] ( [slachtoffer01] , die kruising (inmiddels) dicht genaderd was en/of
- die [slachtoffer01] niet heeft laten voorgaan en/of
- in botsing of aanrijding is gekomen met die [slachtoffer01] , waarbij zij ten val is gekomen,
- bij het naderen en/of oprijden van bovengenoemde kruising geen snelheid heeft geminderd en/of
- de snelheid van zijn motorrijtuig niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- niet heeft opgemerkt dat een voor hem, verdachte, van rechts komende bestuurster van een kinderstep, genaamd [voornaam slachtoffer01] ( [slachtoffer01] , die kruising (inmiddels) dicht genaderd was en/of
- die [slachtoffer01] niet heeft laten voorgaan en/of
- in botsing of aanrijding is gekomen met die [slachtoffer01] , waarbij zij ten val is gekomen.