In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 juni 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de uithuisplaatsing van de minderjarige [kind01], geboren op [geboortedatum01] 2013. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [kind01] wordt uitgeoefend door de vader, terwijl [kind01] momenteel verblijft bij de tante van moederszijde. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 13 juni 2023 verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind01] te verlengen voor een periode van zes maanden. Dit verzoek is gedaan in het belang van de verzorging en opvoeding van [kind01]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de tante van moederszijde en de vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat, aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [kind01] positief is en dat hij goed contact heeft met zijn leeftijdsgenoten. De vader heeft aangegeven enkel onbegeleide omgang te willen, wat door de tante van moederszijde niet wordt toegestaan. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat een terugplaatsing bij de vader niet in het belang van [kind01] is, gezien de huidige situatie en het gebrek aan passende hulpverlening van de vader. Daarnaast heeft de kinderrechter mr. [naam07] benoemd als bijzondere curator voor [kind01], om zijn belangen zowel in als buiten rechte te behartigen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 21 juli 2023.