ECLI:NL:RBROT:2023:10447

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juni 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
C/10/658291 / JE RK 23-1183
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de zorgregeling voor minderjarigen in het kader van ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter op 29 juni 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de wijziging van de zorgregeling voor de minderjarigen [kind01] en [kind02]. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West (GI) het verzoek indiende om de bestaande zorgregeling te wijzigen. De ouders van de kinderen, de moeder en de vader, waren aanwezig, evenals de stiefmoeder en vertegenwoordigers van de GI. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de huidige zorgregeling niet wordt nageleefd en dat dit leidt tot onrust bij de kinderen. De GI heeft aangegeven dat de kinderen overprikkeld raken door de huidige regeling en dat het in hun belang is om de omgang met de vader in een flexibeler kader te plaatsen.

De kinderrechter heeft de verzoeken van de GI en de moeder toegewezen, waarbij de nadruk ligt op het belang van de kinderen. De nieuwe regeling houdt in dat de kinderen zelf contact kunnen opnemen met hun vader en dat de ouders samen verantwoordelijk zijn voor het stimuleren van de omgang. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de wijziging van de zorgregeling noodzakelijk is om meer rust en stabiliteit voor de kinderen te creëren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de nieuwe regeling onmiddellijk van kracht is. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 21 juli 2023 vastgesteld, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/658291 / JE RK 23-1183
datum uitspraak: 29 juni 2023

beschikking wijziging van de zorgregeling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, hierna te noemen: de GI,

gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[kind01],

geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01], hierna te noemen: [kind01],

[kind02],

geboren op [geboortedatum02] 2013 te [geboorteplaats02], hierna te noemen: [kind02].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01], hierna te noemen: de moeder,

wonende te [woonplaats01],

[naam02], hierna te noemen: de vader,

wonende te [woonplaats02].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 24 mei 2023, ingekomen bij de griffie op
diezelfde datum;
- de brief van de advocaat van de moeder van 28 juni 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- een brief van de vader, overhandigd ter zitting van 29 juni 2023.
Op 29 juni 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. A. Apolista,
- de vader,
- de stiefmoeder,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam03] en [naam04].
Er is bijzondere toegang verleend aan de stiefmoeder.
Opgeroepen en niet verschenen is:
- de minderjarige [kind01].

De feiten

Het ouderlijk gezag over [kind01] en [kind02] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 28 maart 2023 zijn [kind01] en [kind02] onder toezicht gesteld tot
1 augustus 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 23 maart 2018 de volgende zorgregeling vastgesteld:
- met [naam05] heeft de man eenmaal per drie weken op zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur
omgang tijdens het ene contact, het andere contact is er omgang tot 19.00 uur;
- met [naam06] heeft de man eenmaal per drie teken op zaterdag omgang van 10.30 tot
16.3
uur;
- [kind01] en [kind02] heeft de man eenmaal per drie weken op zaterdag omgang van
11
tot 16.00.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de door de kinderrechter op 23 maart 2018 vastgestelde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt te wijzigen in de zin dat onderstaande niet vastomlijnde zorgregeling wordt bepaald:
- [kind01] de omgang met haar vader zelf kan vormgeven. Zij kan zelf contact opnemen met haar vader of vraagt haar moeder om hulp hierbij om te ondersteunen;
- Vader neemt op zijn initiatief contact op met [kind01] door middel van kaartjes en appjes om in verbinding te komen met [kind01];
- Wanneer vader volgens het huidige schema in de gelegenheid is om naar Dordrecht toe te komen bespreekt vader dit uiterlijk drie dagen van tevoren met de moeder, zodat de moeder dit met [kind02] kan bespreken;
- Voorafgaand aan de vakanties maakt de moeder bespreekbaar met ([kind01] en) [kind02] of zij naar haar vader toe wil gaan. Moeder stuurt vader een mail om hierover afspraken te maken;
- Moeder draagt de verantwoordelijkheid dat zij de emotionele toestemming geeft door de kinderen te stimuleren en te bewegen tot contact met de vader.
Ter zitting is gebleken dat de GI het verzoek handhaaft. De feitelijke situatie komt niet overeen met de huidige zorgregeling. Momenteel wordt er geen uitvoering gegeven aan de huidige zorgregeling.

De standpunten van de belanghebbenden

Namens de moeder heeft haar advocaat ter zitting verzocht het verzoek van de GI toe te wijzen. Er wordt op dit moment geen uitvoering gegeven aan de huidige zorgregeling omdat dit te belastend is voor [kind01] en [kind02]. Zij raken overprikkeld door de huidige zorgregeling. Ook hebben zij last van uitbarstingen. Het is in het belang van [kind01] en [kind02] om omgang te hebben met hun vader, maar dan in een niet vastomlijnde vorm.
De vader heeft ter zitting aangevoerd het niet eens te zijn met het verzoek van de GI.
Kort weergegeven heeft de vader aangegeven dat inmiddels het proces jarenlang duurt. De vader wil dat het contact tussen hem en zijn dochters wordt verbeterd. Ondanks de jarenlange hulpverlening heeft de vader geen contact meer met [kind01] en [kind02].
De moeder zou de visie van [kind02] kleuren. Hij twijfelt over het feit of de moeder alles op alles zet om de omgang tussen de vader en [kind02] en [kind01] te stimuleren.

De beoordeling

Artikel 1:265g lid 1 BW bepaalt dat er voor de duur van de ondertoezichtstelling de kinderrechter op verzoek van de gecertificeerde instelling een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken of een regeling inzake de uitoefening van het recht op omgang kan vaststellen of wijzigen voor zover dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is.
De kinderrechter is van oordeel dat het in het belang van [kind01] en [kind02] is de huidige zorgregeling te wijzigen. Momenteel wordt er geen uitvoering gegeven aan de huidige zorgregeling. Door de zorgregeling te wijzigen zal er meer rust en stabiliteit worden gecreëerd voor [kind01] en [kind02]. De vader heeft niet voldoende gemotiveerd dat de huidige zorgregeling in stand dient te blijven. Ook heeft de vader niet voldoende gemotiveerd dat de moeder de omgang tussen de vader en [kind01] en [kind02] in de weg staat en de mening van [kind02] zou kleuren.
Ter zitting zijn partijen er onderling uitgekomen en is bepaald dat
de zorgregelingals volgt zal luiden:
- Het is de bedoeling van de ouders om een (niet vastomlijnde) zorgregeling vast te stellen waarin wel sprake is van vooraf vastgelegde data, maar niet van daardoor afdwingbare omgangsmomenten omdat het standpunt van [kind01] en [kind02] daarin nadrukkelijk wordt betrokken en in beginsel leidend is;
- Moeder stuurt aan het einde van het kalenderjaar vader een overzicht van alle verplichte afspraken aangaande (school) vakanties, omgangs- en/of logeerafspraken met derden en andere relevante data voor het vastleggen van een jaarplanning aangaande de omgang van vader met [kind01] en/of [kind02];
- Vader reageert op dit overzicht en vult dit aan met een planning van de beoogde omgangsmomenten met [kind02], waarbij het uitgangspunt is dat die omgang plaatsvindt eens in de drie weken. Vader en moeder dragen er beiden zorg voor dat deze jaarplanning is afgestemd voor 1 januari van het navolgende kalenderjaar;
- Vader neemt op zijn initiatief contact op met [kind01] door middel van kaartjes en appjes om in verbinding te komen met [kind01];
- Wanneer vader volgens de jaarplanning in de gelegenheid is om naar Dordrecht toe te komen bespreekt vader dit uiterlijk drie dagen van tevoren met de moeder, zodat de moeder dit met [kind02] kan bespreken;
- De moeder neemt in de tweemaandelijkse informatieverstrekking (e-mail) telkens op welke omgangsmomenten er in de daaropvolgende twee maanden zouden kunnen plaatsvinden en wanneer zij met [kind01] en/of [kind02] deze omgangsmomenten heeft besproken. Moeder is gehouden om deze omgangsmomenten daadwerkelijk te bespreken en laat in de informatieverstrekking weten wat de reactie van [kind01] en/of [kind02] daarop was;
- Moeder draagt de verantwoordelijkheid dat zij de emotionele toestemming geeft door de kinderen te stimuleren en te bewegen tot contact met de vader.

De beslissing

De kinderrechter:
wijzigt de zorgregeling en bepaalt deze als hiervoor omschreven;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. K.F.G. van Leeuwen als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.