ECLI:NL:RBROT:2023:10345
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen toekenning WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheidspercentage
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen een aan hem toegekende WIA-uitkering, die is vastgesteld op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 54,49%. De uitkering werd toegekend door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op 19 april 2022, en het bestreden besluit bleef in stand na bezwaar op 23 februari 2023. Eiser, die als calculator werkzaam was, heeft op 8 juni 2020 zijn werkzaamheden gestaakt en een WIA-uitkering aangevraagd. De rechtbank heeft het beroep op 3 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder.
De rechtbank concludeert dat de verzekeringsgeneeskundige beoordeling zorgvuldig heeft plaatsgevonden. De verzekeringsarts heeft in zijn rapportages de medische situatie van eiser, waaronder hart- en vaatproblematiek en slijtage aan de lage rug, in overweging genomen. Eiser betoogt dat hij meer beperkingen heeft dan vastgesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts voldoende rekening heeft gehouden met zijn medische situatie. De rechtbank wijst ook de beroepsgrond van eiser af dat de geselecteerde functies niet passend zijn, omdat de arbeidsdeskundige heeft aangetoond dat deze functies binnen de belastbaarheid van eiser vallen.
Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat verweerder terecht heeft vastgesteld dat eiser recht heeft op een WIA-uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 54,49%. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M.V. van Baaren op 9 november 2023.