ECLI:NL:RBROT:2023:10339

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
96.316943.21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ernstige verkeersdelicten met voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

In de zaak tegen de verdachte, geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01], heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 oktober 2023 uitspraak gedaan. De verdachte is veroordeeld voor overtredingen van artikel 5a en artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet. De rechtbank heeft een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken opgelegd, alsook een taakstraf van 100 uren. De uitspraak volgde na een terechtzitting op 16 oktober 2023, waar de officier van justitie, mr. J.M. Bonnes, de eis tot bewezenverklaring van de feiten en de opgelegde straffen heeft gedaan. De verdachte heeft de ten laste gelegde feiten bekend, maar is (partieel) vrijgesproken van het wegrijden terwijl een politieambtenaar dichtbij stond, omdat dit niet bewezen kon worden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 8 mei 2021 in Spijkenisse, gemeente Nissewaard, als bestuurder van een motorrijtuig zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat verkeersregels in ernstige mate zijn geschonden. Dit omvatte het negeren van stoptekens van politievoertuigen, rijden met hoge snelheid, negeren van rode verkeerslichten, en gevaarlijk rijgedrag dat levensgevaar voor anderen kon opleveren. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn eerdere veroordelingen en de positieve ontwikkeling in zijn leven, zoals het inschrijven voor een opleiding.

De rechtbank heeft geoordeeld dat, gezien de omstandigheden, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet op zijn plaats is, maar dat een voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf passend zijn. De overschrijding van de redelijke termijn voor afdoening van de zaak is ook meegewogen in de beslissing. De verdachte is niet in voorarrest geweest en de rechtbank heeft de straffen als passend en geboden beschouwd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf
Parketnummer: 96.316943.21
Datum uitspraak: 30 oktober 2023
Tegenspraak
Vonnisvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
feitelijk verblijvende op het adres [adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
raadsvrouw mr. W. van der Voet, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 oktober 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J.M. Bonnes heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 100 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken, met een proeftijd van 2 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De ten laste gelegde feiten zijn door de verdachte bekend. Deze feiten zullen daarom zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Echter, met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte (partieel) vrijgesproken dient te worden van het onder 1 primair ten laste gelegde: ‘wegrijden op het moment dat een politieambtenaar zeer dichtbij het voertuig stond’. Uit het dossier kan niet worden afgeleid dat de verdachte op dit onderdeel een verkeersregel opzettelijk in ernstige mate heeft geschonden.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1
primairen onder 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
primair
hij op 8 mei 2021 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard
en in omliggende gemeentes,, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende op voor het openbaar verkeer openstaande wegen gelegen in de gemeente Nissewaard
en in omliggende gemeentes, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden,
welke gedragingen hierin hebben bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
terwijl hij, verdachte, door als zodanig herkenbare politievoertuigen, voorzien van optische en geluidsignalen, meerdere stoptekens heeft gekregen,
geen gevolg heeft gegeven aan dat stopteken en zijn weg heeft vervolgd door:
-met zeer hoge snelheid, te rijden, en
-meermalen rood licht uitstralende verkeerslichten heeft genegeerd en
- niet de rijrichting heeft gevolgd van de voorsorteerstroken waarop hij, verdachte, reed en
-voetgangers bij een voetgangersoversteekplaats niet heeft laten voorgaan en
-gevaarlijk heeft ingehaald waardoor tegemoetkomend verkeer moest uitwijken en
-overig verkeer heeft gehinderd tijdens het invoegen en
-zigzaggend heeft gereden en meermalen een doorgetrokken streep heeft overschreden en
-terwijl een politievoertuig de weg blokkeerde, om dat politievoertuig heen is gereden;
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was
2
hij op 8 mei 2021 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard
en omliggende gemeentes,, terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een categorie van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op voor het openbaar verkeer openstaande wegen gelegen in de gemeente Nissewaard
en omliggende gemeentes,, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto) van die categorie heeft bestuurd;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994;

2.overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het de feiten uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee ernstige verkeersfeiten. Allereerst heeft hij een auto bestuurd terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De verdachte heeft daarmee een beslissing van justitie genegeerd en zijn eigen belang laten prevaleren. Omdat de verdachte bang was voor de gevolgen van het rijden zonder rijbewijs toen de politie hem wilde stoppen, is hij gevlucht en heeft hij opzettelijk meerdere verkeersregels in ernstige mate geschonden om uit handen van de politie te blijven. Hij heeft als automobilist gedurende lange tijd, zowel binnen als buiten de bebouwde kom, zeer gevaarlijk rijgedrag vertoond. Hij heeft daarbij de verkeersregels genegeerd waardoor levensgevaarlijke situaties zijn ontstaan. Het is een gelukkig toeval dat niemand als gevolg van het gedrag van de verdachte letsel heeft opgelopen. De verdachte heeft zich onverschillig getoond voor de veiligheid van anderen en zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer op grove wijze veronachtzaamd.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 september 2023, waaruit blijkt dat de verdachte weliswaar eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, maar dat de veroordelingen hebben plaatsgevonden na het plegen van onderhavige feiten. Dit betekent dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten kan
in beginselniet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het betreft een jonge verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden dienen hier zwaar te wegen. De verdachte heeft een bewogen leven gehad, maar het lijkt de laatste tijd beter met hem te gaan. Hij heeft zich ingeschreven voor een opleiding. Het is ongewenst om deze positieve ontwikkeling te doorkruisen door het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In plaats daarvan zal een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd. Hierbij weegt ook mee de hierna te noemen overschrijding van de redelijke termijn voor afdoening van de zaak. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Bij de bepaling van de straffen heeft de rechtbank allereerst rekening gehouden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en vervolgens met het gegeven dat de feiten ruim twee jaar geleden gepleegd zijn. De redelijke termijn voor afdoening van de strafzaak is hier aangevangen op 8 mei 2021, de datum waarop de feiten zijn gepleegd en tevens de dag waarop de verdachte is aangehouden en is verhoord. Dit betekent dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Deze overschrijding is niet toe te rekenen aan de verdachte. De rechtbank acht de overschrijding van de redelijke termijn afdoende gecompenseerd door de keuze geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Alles afwegend ziet de rechtbank geen aanleiding af te wijken van de eis van de officier van justitie en acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.
De verdachte heeft niet in voorarrest gezeten.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht;
en de artikelen 5a, 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart
bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken;
bepaalt dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als
algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
100 (honderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan. De brieven dienen te worden verstuurd naar het adres waar de verdachte feitelijk verblijft, te weten:
[adres01] , [postcode01] te [plaats01];
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.A.M. Cooijmans, voorzitter,
en mrs. A.S. Flikweert en L. Stevens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Hessing, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 8 mei 2021 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard
en/of in omliggende gemeentes, althans in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende op voor het openbaar verkeer openstaande wegen gelegen in de gemeente Nissewaard
en/of in omliggende gemeentes althans in Nederland, althans op een weg/wegen, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden,
welke gedragingen hierin hebben bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
terwijl hij, verdachte, door één of meer als zodanig herkenbare politievoertuigen, voorzien van optische en geluidsignalen, meerdere stoptekens heeft gekregen,
geen gevolg heeft gegeven aan dat stopteken en/of zijn weg heeft vervolgd door:
-met zeer hoge snelheid, in ieder geval met een gelet op de omstandigheden (veel) te hoge snelheid, te rijden, althans met een snelheid heeft gereden die hoger was dan de maximum toegestane snelheid en/of
-meermalen, althans éénmaal rood licht uitstralende verkeerslichten heeft genegeerd waardoor het overig verkeer werd gehinderd en/of moest remmen en/of
-meermalen, althans éénmaal niet de rijrichting heeft gevolgd van de voorsorteerstroken waarop hij, verdachte, reed en/of
-voetgangers bij een voetgangersoversteekplaats niet heeft laten voorgaan en/of
-gevaarlijk en/of hinderlijk heeft ingehaald waardoor tegemoetkomend verkeer moest uitwijken en/of
-(terwijl hij, verdachte, bij een tankstation stilstond) is weggereden op het moment dat een politieambtenaar zeer dicht bij zijn, verdachtes, voertuig stond en/of
-overig verkeer heeft gehinderd tijdens het invoegen en/of
-zigzaggend heeft gereden en/of (meermalen) een doorgetrokken streep heeft overschreden en/of
-terwijl een politievoertuig de weg blokkeerde, om dat politievoertuig heen is gereden;
door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 mei 2021 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard
en/of in omliggende gemeentes, althans in Nederland,als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende op wegen gelegen in de gemeente Nissewaard
en/of omliggende gemeentes althans in Nederland, zich zodanig heeft gedragen door gevaar op die weg/wegen werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg/wegen werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
welk gedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
terwijl hij, verdachte, door één of meer als zodanig herkenbare politievoertuigen, voorzien van optische en geluidsignalen, meerdere stoptekens heeft gekregen,
geen gevolg heeft gegeven aan dat stopteken en/of zijn weg heeft vervolgd door:
-met zeer hoge snelheid, in ieder geval met een gelet op de omstandigheden (veel) te hoge snelheid, te rijden, althans met een snelheid heeft gereden die hoger was dan de maximum toegestane snelheid en/of
-meermalen, althans éénmaal rood licht uitstralende verkeerslichten heeft genegeerd waardoor het overig verkeer werd gehinderd en/of moest remmen en/of
-meermalen, althans éénmaal niet de rijrichting heeft gevolgd van de voorsorteerstroken waarop hij, verdachte, reed en/of
-voetgangers bij een voetgangersoversteekplaats niet heeft laten voorgaan en/of
-gevaarlijk en/of hinderlijk heeft ingehaald waardoor tegemoetkomend verkeer moest uitwijken en/of
-(terwijl hij, verdachte, bij een tankstation stilstond) is weggereden op het moment dat een politieambtenaar zeer dicht bij zijn, verdachtes, voertuig stond en/of
-overig verkeer heeft gehinderd tijdens het invoegen en/of
-zigzaggend heeft gereden en/of (meermalen) een doorgetrokken streep heeft overschreden en/of
-terwijl een politievoertuig de weg blokkeerde, om dat politievoertuig heen is gereden;
2
hij op of omstreeks 8 mei 2021 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard
en/of omliggende gemeentes, althans in Nederland, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op voor het openbaar verkeer openstaande wegen gelegen in de gemeente Nissewaard en/of omliggende gemeentes, althans in Nederland, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto) van die categorie of categorieën heeft bestuurd;