ECLI:NL:RBROT:2023:10327

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 oktober 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
667136 / HA RK 23-1010
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak wegens familiaire banden met een medewerker van de rechtbank

Op 17 oktober 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam een verzoek tot verschoning toegewezen in een strafzaak tegen een verdachte, die door de rechtbank Den Haag was verwezen naar Rotterdam. De reden voor de verschoning was de familiaire band van de verdachte met een medewerker van de rechtbank Den Haag. De rechter, mr. drs. K.Th. van Barneveld, had eerder als rechter-commissaris gewerkt binnen de rechtbank Den Haag en had daar nauw samengewerkt met het familielid van de verdachte. Dit leidde tot een gevoel van ongemak bij de rechter om de zaak te behandelen, ondanks dat zij de verdachte zelf niet kende.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat verschoning een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. Hoewel de rechter subjectief niet onpartijdig leek, waren de omstandigheden zodanig dat de vrees voor een gebrek aan objectieve onpartijdigheid gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeerde dat de aangevoerde omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleverden voor de vrees dat de onpartijdigheid van de rechter in het geding zou kunnen komen. Daarom werd het verzoek tot verschoning toegewezen.

De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. M. Fiege en de rechters mr. M.G.L. de Vette en mr. M. de Geus, en werd ondertekend door de griffier J.A. Faaij. De uitspraak benadrukt het belang van onpartijdigheid in het strafproces en de noodzaak om situaties te vermijden waarin de schijn van partijdigheid kan ontstaan.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 667136 / HA RK 23-1010
Beslissing van 17 oktober 2023
op het verzoek van:
mr. drs. K.Th. van Barneveld,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team straf 2 (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de strafzaak van het Openbaar Ministerie tegen:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
(hierna: de verdachte).

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
De verdachte is gedagvaard te verschijnen ter terechtzitting van de politierechter in deze rechtbank op 18 oktober 2023 ter zake van de verdenking van de strafbare feiten als in die dagvaarding omschreven. De strafzaak tegen verdachte heeft als parketnummer 10-048367-21.
1.2.
Op 16 oktober 2023 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
De verschoningskamer heeft kennis genomen van:
  • de dagvaarding van de verdachte en
  • de beschikking van de rechtbank Den Haag van 22 februari 2021, waarbij de strafzaak tegen verdachte is verwezen naar deze rechtbank.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter – verkort en zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd:
2.1.1.
De strafzaak tegen de verdachte is door de rechtbank Den Haag verwezen naar de rechtbank Rotterdam, omdat de verdachte een familiaire band heeft met een medewerker van de rechtbank Den Haag. De rechter is tot 1 januari jl. als rechter-commissaris werkzaam geweest binnen de rechtbank Den Haag. Zij heeft op het kabinet RC nauw samengewerkt met het familielid van deze verdachte. Het familielid werkte daar als managementassistente en trad ook op als griffier met wie de rechter piketdiensten en huiszoekingen deed.
2.1.2.
De rechter kent de verdachte niet, maar wel heeft zij diens advocaat verschillende keren gezien en gesproken in haar hoedanigheid van rechter-commissaris. De rechter heeft nog geregeld contact met medewerkers van de rechtbank in Den Haag en zij sluit niet uit dat zij de bewuste medewerker een keer ziet of spreekt. Het geeft de rechter een vervelend gevoel om de zaak van haar familielid op zitting te moeten behandelen.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. drs. K.Th. van Barneveld zich in de strafzaak van het Openbaar Ministerie met parketnummer 10-048367-21 tegen de verdachte [naam verdachte] te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Fiege, voorzitter, mr. M.G.L. de Vette en
mr. M. de Geus, rechters en door de voorzitter en J.A. Faaij, griffier ondertekend
op 17 oktober 2023.