In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 16 oktober 2023, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02], behandeld. De zaak is aangespannen door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) en betreft de minderjarigen die respectievelijk in 2009 en 2014 zijn geboren. De moeder van de kinderen, bijgestaan door haar advocaat mr. N.S. van der Vliet, is als belanghebbende aangemerkt. De pleegouders, de grootouders van de kinderen, zijn niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij correct zijn opgeroepen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over de minderjarigen door de moeder wordt uitgeoefend. [voornaam minderjarige01] verblijft bij de pleegouders, terwijl [voornaam minderjarige02] weer bij haar moeder woont. De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van beide kinderen te verlengen voor een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] te verlengen. Tijdens de zitting heeft de GI haar verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing voor [voornaam minderjarige02] ingetrokken, omdat zij weer bij haar moeder woont.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling zijn vervuld en heeft de ondertoezichtstelling van beide minderjarigen verlengd tot 28 oktober 2024. Tevens is de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] verlengd tot 28 april 2024. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat er snel duidelijkheid moet komen over het perspectief van de kinderen en dat hulpverlening noodzakelijk is.