Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar, met aftrek van voorarrest.
4.Aanleiding onderzoek
5.Waardering van het bewijs
Bijlage IIopgenomen inhoud van de bewijsmiddelen komt de rechtbank tot de volgende vaststellingen, overwegingen en conclusies. De door de verdediging gevoerde bewijsverweren worden hierbij ook besproken.
–bij het voorbereiden van dit transport een actieve rol vervuld. Zo heeft zij drie containers met ananassen als deklading besteld en over de wijze van verzenden, de inkoopprijs en de verkoopprijs van de ananassen was er veelvuldig contact tussen de verdachte en [medeverdachte02] . Zo zegt de verdachte onder meer dat de inkoopprijs wel geloofwaardig moet blijven en ook dat ze uiteindelijk wel wat moet verdienen, omdat er een financieel adviseur meekijkt. Ze kan het bij een zekere prijs bij haar op kantoor nog wel verkopen. Als haar gevraagd wordt bij welke rederij de ‘dummie’ is gekomen, antwoordt ze daarop binnen een minuut met een naam van een rederij. Als vervolgens blijkt dat de containers worden gecontroleerd in de haven van Cartagena, stuurt de verdachte een foto van die controle naar [medeverdachte02] . Hierop reageert [medeverdachte02] dat ze door die controle ‘niet konden plussen’. De verdachte vraagt dan hoe dit nu mis kon gaan en zegt dat zij hier totaal niet blij mee is. Volgens [medeverdachte02] kan zich altijd een situatie voordoen dat er niet ‘gezet’ kan worden. Hij heeft het liever op deze manier dan onbezonnen te werk gaan, want ‘het kan maar één keer fout gaan’. Verder zegt hij tegen de verdachte dat het daar volgende week weer ‘groen’ wordt en dat de ‘overkant’ er helemaal vertrouwen in heeft sinds zij de communicatie doen. De verdachte reageert hierop wederom dat zij niet blij is, want haar naam staat overal boven en zij loopt in de kijker als het mis gaat. De rechtbank stelt vast dat de verdachte op geen enkel moment vragen heeft gesteld over wat er bedoeld werd met ‘dummie’, ‘plussen’ of ‘zetten’. Dat dit zou zien op het maken van winst op containers met fruit is gelet op al het voorgaande in onderlinge samenhang bezien volstrekt onaannemelijk.
1 en 2ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
6.Strafbaarheid feiten
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
270 dagen, waarvan 168 dagen voorwaardelijk.
taakstraf van 480 urenpassend en geboden.
9.In beslag genomen voorwerpen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10, 10a en 11b van de Opiumwet.
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 270 (tweehonderdzeventig) dagen,
168 dagen (honderdachtenzestig)niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
480 (vierhonderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
8 (acht) maanden;