Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Voorafgaande veroordeling
3.Vordering
€ 38.192,89en tot het opleggen aan de veroordeelde van de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de staat ter ontneming van dat geschatte voordeel.
4.Vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel
€ 38.192,89. Dit voordeel dient de veroordeelde te worden ontnomen.
5.Vaststelling van het te betalen bedrag
€ 37.192,89(€ 38.192,89 -/- € 1.000,-) aan de staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
6.Toepasselijke wettelijke voorschriften
7.Beslissing
op € 38.192,89 (zegge: achtendertigduizend honderdtweeënnegentig euro en negenentachtig eurocent);
€ 37.192,89 (zegge: zevenendertigduizend honderdtweeënnegentig euro en negenentachtig eurocent);
268 (zegge: tweehonderdachtenzestig) dagen.