ECLI:NL:RBROT:2023:10071

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
83/235378-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van rechtspersoon voor overtreding van sanctiewetgeving en valsheid in geschrift

Op 31 oktober 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een rechtspersoon die zich schuldig heeft gemaakt aan het overtreden van sanctiewetgeving door elektronische goederen voor tweeërlei gebruik te leveren aan Russische bedrijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechtspersoon opzettelijk goederen heeft verkocht en uitgevoerd naar Rusland, in strijd met de Sanctiewet 1977 en de Europese sancties. De rechtspersoon is veroordeeld tot een geldboete van € 200.000,-. Daarnaast is de bestuurder van de rechtspersoon, een medeverdachte, veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden. De rechtbank heeft de feiten beoordeeld en vastgesteld dat de rechtspersoon samen met anderen handelde om de sancties te omzeilen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de rechtspersoon valse facturen heeft opgemaakt, waarbij de werkelijke klanten in Rusland werden verborgen achter een fictieve klant op de Malediven. De rechtbank heeft de verdediging van de rechtspersoon verworpen, die stelde dat de facturen niet vals waren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte rechtspersoon opzettelijk heeft gehandeld en dat de feiten bewezen zijn. De rechtbank heeft de straffen gemotiveerd op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en heeft de verbeurdverklaring van banktegoeden afgewezen, omdat dit tot een onevenredige straf zou leiden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83/235378-22
Datum uitspraak: 31 oktober 2023
Tegenspraak (artikel 279 Sv)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte rechtspersoon:
[verdachte rechtspersoon] ,
gevestigd op het adres: [vestigingsadres] , [postcode] te [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente] ,
vertegenwoordigd door gemachtigd raadsman mr. C.J.J. Visser, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 oktober 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte rechtspersoon is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officieren van justitie mrs. A.M. Dingley en F.B.W. Groendijk (hierna: de officier van justitie) hebben gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte rechtspersoon tot een geldboete van € 350.000,-.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
Beoordeling ten aanzien van feit 1:
Tenlastelegging
Onder punt 1 van de tenlastelegging zijn, na wijziging, vier feiten ten laste gelegd. De feiten zouden steeds door de verdachte rechtspersoon samen met anderen zijn gepleegd.
Voor de duidelijkheid heeft de rechtbank de vier feiten genummerd 1a tot en met 1d.
Onder feit 1a wordt, kort gezegd, ten laste gelegd de verkoop aan de Russische bedrijven [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ), [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2] ) en/of [bedrijf 3] (hierna: [bedrijf 3] ) van goederen voor tweeërlei gebruik, te weten een bepaald type geïntegreerde schakeling (
Monolithic IC; wordt gebruikt in computers, mobiele telefoons etc.) en drones van het type Mavic 2.
Onder feit 1b wordt, kort gezegd, ten laste gelegd het verkopen, afleveren en overdragen aan en uitvoeren naar de genoemde bedrijven in Rusland van negen andere types van geïntegreerde schakelingen die vallen onder de bijlage VII van de Verordening 833/2014 van de Raad van de Europese Unie en waarvan de uitvoer naar Rusland is verboden en strafbaar is gesteld.
Onder feit 1c wordt, kort gezegd, ten laste gelegd het opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel en/of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen uit de bovengenoemde verordening worden omzeild.
Onder feit 1d wordt, kort gezegd, ten laste gelegd de poging als bedoeld in artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) tot levering en overdracht aan en uitvoer naar de genoemde bedrijven in Rusland van de onder 1a genoemde drones.
Vrijspraak van feiten 1a wat betreft de drones en 1d
Uit het dossier en het onderzoek ter zitting is gebleken dat de medeverdachte [medeverdachte] namens de verdachte rechtspersoon vijf drones van het type Mavic 2 heeft besteld en betaald. Deze waren niet op korte termijn leverbaar, waarna de medeverdachte [medeverdachte] namens de rechtspersoon de bestelling heeft geannuleerd en het geld heeft terug gekregen. De medeverdachte [medeverdachte] heeft derhalve geprobeerd namens de verdachte rechtspersoon de drones te kopen. Er is geen bewijs dat hij deze heeft verkocht.
Een strafbare poging als bedoeld in artikel 45 Sr vereist een begin van uitvoering van het voornemen om een strafbaar feit te plegen en een begin van uitvoering van het feit zelf, de levering. Mogelijk heeft de verdachte rechtspersoon door de bestelling en betaling van de drones een begin van uitvoering gegeven aan haar voornemen om de drones aan een Russisch bedrijf te leveren, maar aan een begin van uitvoering van de levering is zij hoe dan ook niet toegekomen, alleen al omdat de verdachte rechtspersoon de drones nooit in haar bezit heeft gehad.
Anders dan door de officier van justitie gesteld, spreekt de rechtbank de verdachte rechtspersoon daarom vrij van zowel de verkoop als van de poging tot levering, overdracht en uitvoer van de drones.
Bewezenverklaring van de feiten 1a wat betreft de geïntegreerde schakeling, 1b en 1c
Op basis van de bewijsmiddelen als opgenomen in de bewijsbijlage staat vast dat de medeverdachte [medeverdachte] de feitelijke leiddinggever is van [verdachte rechtspersoon] en ook feitelijk de verweten handelingen namens [verdachte rechtspersoon] tezamen en in vereniging met zijn Russische afnemers heeft gepland en uitgevoerd.
Wat betreft de geïntegreerde schakelingen overweegt de rechtbank daarenboven als volgt.
In onderstaand schema staan de geïntegreerde schakelingen die volgens de tenlastelegging zouden zijn verkocht, overgedragen en afgeleverd aan en/of uitgevoerd naar [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] in Rusland. Dat het om deze geïntegreerde schakelingen is gegaan, blijkt uit de in de derde kolom genoemde facturen.
Feit 1a
Omschrijving merk/typ
Factuurnummer
Monolithic IC. ADC, type AD2S80AUD
[factuurnummer 1]
Feit 1b
Omschrijving merk/type
Factuurnummer
a)
Monolithic IC. FPGA van het merk/type XC5VSX95T-2FFG1136I
[factuurnummer 2]
b)
Monolithic IC. Memory FLASH NAND van het merk/type S34ML04G200TFI000
[factuurnummer 3]
c)
Monolithic Inertial Sensor Digital Output van het merk/type ADIS16445BMLZ
[factuurnummer 4]
d)
Monolithic IC. Digital Signal Processor van het merk/type ADSP-2191MBSTZ-140
[factuurnummer 5]
e)
Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type EP1C12F324I7
[factuurnummer 6] (regel 7)
f)
Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type EPCQ64SI16N
[factuurnummer 6] (regel 5)
g)
Monolithic IC. Digital Signal Processor van het merk/type TMS320DM642AGDK7
[factuurnummer 6] (regel 8)
h)
Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type XC7Z030-3FBG676E
[factuurnummer 7] (p. 1620, regel 74)
i)
Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type 10CL120YF780I7G
[factuurnummer 8] (p. 2532)
De facturen [factuurnummer 3] , [factuurnummer 4] , [factuurnummer 6] en [factuurnummer 2] zijn door de Russische afnemers betaald. Van de facturen [factuurnummer 3] , [factuurnummer 4] en I-00623, [factuurnummer 1] , [factuurnummer 6] en [factuurnummer 5] zijn bij de douane (bovendien) uitvoeraangiften gevonden en/of zijn deze door een expediteur behandeld. Van al deze geïntegreerde schakelingen acht de rechtbank op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat deze zijn verkocht, overgedragen en afgeleverd aan en uitgevoerd naar de genoemde Russische bedrijven. Dat er goederen zijn geleverd, wordt op zichzelf ook niet betwist door de verdediging.
Wat de factuur [factuurnummer 7] onder h) betreft overweegt de rechtbank als volgt. De factuur is niet opgenomen als onderliggende factuur bij een uitvoeraangiften per luchtvracht en er is ook geen betaling bekend. Toch acht de rechtbank bewezen dat de op deze factuur genoemde geïntegreerde schakelingen zijn verkocht en geleverd aan [bedrijf 1] . De medeverdachte [medeverdachte] heeft per e-mail contact met een medewerker van [bedrijf 3] , waarin deze factuur door de [bedrijf 3] -medewerker wordt gestuurd. De medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat [bedrijf 3] en [bedrijf 1] hetzelfde bedrijf waren. Op de factuur [factuurnummer 7] staan met de hand gemaakte aantekeningen. De medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij doorgaans van de afnemer een factuur kreeg met bestellingen die de afnemer had gedaan bij een leverancier. De medeverdachte [medeverdachte] ontving de bestelling vervolgens thuis en het was zijn taak deze te controleren op compleetheid. Bij die controle maakte hij aantekeningen op de desbetreffende factuur. Uit het bovenstaande leidt de rechtbank af dat de medeverdachte [medeverdachte] de bestelling van de factuur [factuurnummer 7] thuis heeft ontvangen en op compleetheid heeft gecontroleerd, gelet op de aantekeningen op deze factuur. Bovendien heeft de medeverdachte [medeverdachte] bij de FIOD verklaard dat als hij geen tegenbericht kreeg, hij wist dat zij (de rechtbank begrijpt de goederen) waren aangekomen en dat de goederen altijd aan kwamen. Op basis van het bovenstaande acht de rechtbank bewezen dat de goederen in elk geval zijn geleverd aan [bedrijf 1] .
Wat de geïntegreerde schakeling onder i) betreft, deze wordt in het onderzoeksrapport van de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer genoemd bij de factuur [factuurnummer 8] . Deze factuur is ook niet opgenomen als onderliggende factuur bij een uitvoeraangiften per luchtvracht en er is ook geen betaling bekend. De factuur zelf zit niet bij de processtukken. De officier van justitie vordert wel de verbeurdverklaring van die factuur. De verdediging heeft niet aangevoerd dat de desbetreffende schakelingen niet zijn uitgevoerd.
Alles afwegende en gelet op het feit dat ook ten aanzien van deze zending geen correspondentie is aangetroffen, hetgeen mocht worden verwacht als de voorwerpen niet zouden zijn verzonden en aangekomen, en gelet op de zojuist genoemde verklaring van de medeverdachte [medeverdachte] , kan het niet anders of deze voorwerpen zijn ook geleverd aan [bedrijf 1] , [bedrijf 2] of [bedrijf 3] .
Verwerping verweer van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat er geen bewijs is van de aard van de geïntegreerde schakelingen op de tenlastelegging. Of deze al dan niet onder de ingestelde sancties vallen, is vastgesteld op basis van facturen, de schakelingen zelf zijn niet onderzocht. Ook in het geval de rechtbank bewezen acht dat de geleverde goederen voldoen aan de specificaties zoals omschreven op de facturen, hadden de goederen toch moeten worden onderzocht, aangezien een kleine afwijking aan een product kan meebrengen dat deze niet (meer) onder de sanctiebepalingen valt. Dat betekent dat de verdachte rechtspersoon van het gehele feit onder 1 dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Het uitgangspunt is dat geleverde goederen voldoen aan de bijbehorende specificaties zoals deze uit bijbehorende documenten blijken. Dat uitgangspunt geldt ook in deze zaak. Dat uitgangspunt gaat alleen niet op als er aanwijzingen zijn van het tegendeel. Die aanwijzingen zijn er niet. Uit de eerder beschreven werkwijze blijkt dat de medeverdachte [medeverdachte] onder andere tot taak had de bestellingen op compleetheid te controleren. Er is in het dossier geen communicatie aangetroffen tussen de medeverdachte [medeverdachte] en zijn afnemers in Rusland waaruit kan worden afgeleid dat producten niet aan de specificaties voldeden of dat de zendingen anderszins incompleet waren, hetgeen mag worden verwacht als dat het geval was geweest. De verdediging heeft dit ook niet aangevoerd. Er zijn derhalve geen aanwijzingen dat de producten die zijn geleverd niet voldoen aan de specificaties zoals die zijn omschreven op de bijbehorende facturen. Het uitgangspunt dat de producten hebben voldaan aan de specificaties zoals vermeld op de facturen gaat dus op.
Conclusie
Feit 1a, met uitzondering van de drones, feit 1b en feit 1c zijn bewezen. De verdachte rechtspersoon wordt vrijgesproken van de verkoop van de drones als bedoeld in feit 1a en van feit 1d.
Beoordeling ten aanzien van feit 2:
Tenlastelegging en bewezenverklaring
Onder 2 zijn drie samenhangende feiten ten laste gelegd. De verdachte rechtspersoon zou kort gezegd in de periode van 25 februari 2022 tot en met 27 september 2022 in [plaats] tezamen en in vereniging met anderen acht facturen valselijk hebben opgemaakt, deze valse facturen voorhanden hebben gehad en deze valse facturen hebben gebruikt. De valsheid zou hierin hebben bestaan dat de klant van de in de facturen vermelde goederen [naam klant] was, terwijl dat in werkelijkheid [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] in Rusland waren.
Op basis van de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen acht de rechtbank het ten laste gelegde bewezen.
Verwerping verweer
De raadsman heeft nog aangevoerd dat de facturen niet vals waren. Daarop stonden de Malediven als bestemming vermeld en daar gingen de goederen ook heen. En iedereen wist dat de Malediven niet de eindbestemming waren. Op allerlei stukken stond dat de goederen ‘in transit’ waren en dat de (uiteindelijke) bestemming Rusland was.
De rechtbank verwerpt het verweer. Nog los van het feit dat het eerste deel van het verweer de bewezenverklaring in de kern niet bestrijdt, staat op de facturen vermeld dat [naam klant] de klant was, terwijl uit het dossier en het onderzoek ter zitting is gebleken dat [naam klant] niet de klant was maar dat dit een bedrijf is dat op de Malediven overladingen verzorgt tussen inkomende en uitgaande vliegtuigen. De medeverdachte [medeverdachte] heeft ook verklaard dat hij gezien heeft dat [naam klant] als klant op de factuur stond en dat hij wist dat de daadwerkelijke klanten [bedrijf 1] , [bedrijf 3] en [bedrijf 2] waren. Daar komt bij dat de medeverdachte [medeverdachte] zelf de naam van de klant op de factuur [factuurnummer 9] heeft vervalst. Overeenkomstig de eerder beschreven werkwijze heeft hij deze factuur op 9 september 2022 toegezonden gekregen van de eerder genoemde werknemer van [bedrijf 3] . Op die digitale factuur staat aanvankelijk [bedrijf 1] als klant vermeld. Op 13 september 2022 heeft de medeverdachte [medeverdachte] wijzigingen aangebracht in het bestand en heeft hij onder andere de naam van de klant [bedrijf 1] veranderd in [naam klant] . Daarna heeft de medeverdachte [medeverdachte] de factuur nog een keer veranderd en de schrijffout in naam van de klant hersteld; het wordt [naam klant] (zonder de e tussen de l en de d). Op 13 september 2022 heeft de medeverdachte [medeverdachte] de door hem namens de verdachte rechtspersoon ondertekende factuur naar de expediteur verstuurd. Hieruit blijkt dat de medeverdachte [medeverdachte] heel goed heeft geweten dat de naam van de klant werd verborgen achter de naam [naam klant] . De rechtbank rekent dit opzet toe aan de verdachte rechtspersoon.
Dat alle andere betrokkenen (ook) hadden kunnen weten dat de goederen naar Rusland gingen doet aan de valsheid van de facturen niet af.
De raadsman heeft verder betoogd dat de medeverdachte [medeverdachte] de facturen niet heeft opgemaakt. Hoewel er inderdaad aanleiding is om te veronderstellen dat de medeverdachte [medeverdachte] niet zelf namens de verdachte rechtspersoon de producten op de facturen heeft vermeld en dat dit door een van de Russische afnemers is gedaan, heeft hij wel wijzigingen aangebracht in sommige facturen en heeft hij alle facturen namens [verdachte rechtspersoon] ondertekend. Bewezen is dan ook dat de verdachte rechtspersoon tezamen en in vereniging met anderen de facturen valselijk heeft opgemaakt.
Conclusie
Het feit onder 2 is bewezen en het verweer wordt verworpen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte rechtspersoon het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
‘zij, in de periode van 25 februari 2022 tot en met 27 september 2022, te [plaats] , althans in Nederland, en/of Rusland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen,
opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van artikel la van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 juncto artikel 2, eerste lid en/of artikel 2bis, eerste lid, en/of artikel 12 van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 heeft gehandeld door
goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, te weten:
- goederen omschreven als Monolithic IC. ADC van het merk/type AD2S80AUD direct en/of indirect te verkopen
aannatuurlijke personen en/of rechtspersonen en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland, te weten aan (onder andere) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 3] ( [bedrijf 3] ) en/of voor gebruik in Rusland,
en/of
in bijlage VII van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 vermelde goederen en technologie, die zouden kunnen bijdragen tot de militaire en technologische versterking van Rusland en/of tot de ontwikkeling van de defensie- en veiligheidssector, te weten:
- goederenomschreven als Monolithic IC. FPGA van het merk/type
XC5VSX95T-2FFG11361 ,
- goederen omschreven als Monolithic IC. Memory FLASH NAND van het merk/type S34ML04G200TFI000 ,
- goederen omschreven als Monolithic Inertial Sensor Digital Output van het merk/type ADIS16445BMLZ ,
- goederen omschreven als Monolithic IC. Digital Signal Processor van het merk/type ADSP2191MBSTZ-140 ,
- goederen omschreven als Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type EP1C12F32417 ,
- goederen omschreven als Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type EPCQ64SI16N ,
- goederen omschreven als Monolithic IC. Digital Signal Processor van het merk/type TMS320DM642AGDK7 ,
- goederen omschreven als Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type XC7Z030-3FBG676E en/of,
- goederen omschreven als Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type 10CL120YF780I7G ,
direct en/of indirect te verkopen en/of te leveren en/of over te dragen aan en/of uit te voeren naar natuurlijke personen en/of rechtspersonen en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland, te weten aan (onder andere) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] ( [bedrijf 3] ) en/of voor gebruik in Rusland,
en/of
bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel en/of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen van de Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 worden omzeild, door:
- Het (laten) aanpassen van de statutaire naam en/of handelsnaam van [bedrijf 4] . naar [verdachte rechtspersoon] ,
- het (in strijd met de waarheid) (laten) aanpassen van de activiteiten van [verdachte rechtspersoon] bij de Kamer van Koophandel van “Het importeren en exporteren van radio-elektronische onderdelen. Handel in staal- en metaalproducten. Groothandel in kabel en bedradingen” in “Groothandel in overige consumentenartikelen. Het exporteren en importeren van kantoorartikelen en toebehoren”,
- het (in strijd met de waarheid) (laten) aanpassen van de activiteiten van [verdachte rechtspersoon] op de website,
- het (laten) opgeven van [naam klant] , althans (een) bedrijf gevestigd op de Malediven als geadresseerde op uitvoeraangiften en/of (pro forma) commercial invoices en/of airwaybills, zulks terwijl het/de daarop vermelde goed(eren) in werkelijkheid bestemd was/waren voor natuurlijke personen en/of rechtspersonen en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland en/of voor gebruik in Rusland,
2.
Zij in de periode van 25 februari 2022
tot en met 27 september 2022, te [plaats] , althans in Nederland, en/of Rusland,
tezamen en in vereniging met anderen geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
a. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 10] d.d. 10 augustus 2022 ,
b. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 11] d.d. 10 augustus 2022 ,
c. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 12] d.d. 9 augustus 2022 ,
d. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 6] d.d. 9 augustus 2022 ,
e. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 13] d.d. 9 augustus 2022 ,
f. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 4] d.d. 16 juni 2022 ,
g. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 3] d.d. 16 juni 2022 ,
en/of,
h. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 9] d.d. 12 september 2022 ,
valselijk heeft opgemaakt , immers hebben zij, verdachte, en/of haar mededaders (telkens) valselijk - immers in strijd met de waarheid - op genoemde geschriften - zakelijk weergegeven - vermeld : dat de klant van de in de facturen vermelde goederen [naam klant] was, zulks terwijl ten aanzien van de facturen genoemd onder a en b [bedrijf 2]
de klant/koper van de in de factuur en vermelde goederen was,
en/of
ten aanzien van de factuur en genoemd onder c, d, e, f, g en h [bedrijf 1] de klant/koper van de in de factuur en vermelde goederen was,
met het oogmerk om voormelde geschriften als echt en onvervalst te gebruiken
en/of door ) anderen te doen gebruiken; en/of
zij in de periode van 25 februari 2022 tot en met 27 september 2022, in Nederland, van ) vals(e) geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
te weten:
a. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 10] d.d. 10 augustus 2022 ,
b. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 11] d.d. 10 augustus 2022 ,
c. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 12] d.d. 9 augustus 2022 ,
d. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 6] d.d. 9 augustus 2022 ,
e. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 13] d.d. 9 augustus 2022 ,
f. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 4] d.d. 16 juni 2022 ,
g. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 3] d.d. 16 juni 2022 ,
en/of,
h. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 9] d.d. 12 september 2022 ,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt als ware deze geschriften echt en onvervalst,
door voornoemde facturen:
- te doen toekomen aan [bedrijf 5] . en/of [bedrijf 6]
. en/of [bedrijf 7] , althans een expediteur, en/of
- mee te zenden met de bij de facturen behorende zendingen;
en/of
opzettelijk voornoemde vals(e) geschriften voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte rechtspersoon moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
het medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
2.
het medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd
en
de voortgezette handeling van:
het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd
en
van het opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte rechtspersoon

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte rechtspersoon uitsluit. De verdachte rechtspersoon is dus strafbaar.

7.Strafmotivering

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte rechtspersoon worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de bedrijfsomstandigheden van de verdachte rechtspersoon. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten en omstandigheden waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte rechtspersoon heeft zich samen met zijn mededaders gedurende een periode van zeven maanden schuldig gemaakt aan het in strijd met (Europese) sanctiewetgeving opzetten en uitvoeren van een constructie om elektronische goederen voor tweeërlei gebruik en goederen die kunnen bijdragen aan militaire versterking uit te voeren naar in Rusland gevestigde bedrijven die actief waren in dan wel in nauw verband stonden met de Russische wapenindustrie en defensiebedrijven.
De verdachte rechtspersoon was een essentiële schakel in deze omzeilingsroute. De medeverdachte [medeverdachte] bestelde, al dan niet in opdracht van deze Russische bedrijven, de gesanctioneerde goederen bij leveranciers/producenten, in sommige gevallen nota bene met gebruikmaking van “End User Statement formulieren” met het fictieve bedrijf [fictief bedrijf] in Oekraïne als eindgebruiker. De goederen werden bij ontvangst gecontroleerd op juistheid en volledigheid en na afstemming met medewerkers van Russische bedrijven werden voor de uitvoeraangiften valse commercial invoices opgesteld, waarop [naam klant] op de Malediven als klant is vermeld. De gesanctioneerde goederen werden op het adres van de verdachte rechtspersoon opgehaald en de valse facturen werden gebruikt voor de uitvoer ervan via de Malediven, met Rusland als werkelijke eindbestemming.
De verdachte rechtspersoon heeft met haar handelswijze bewust en opzettelijk de door de Europese Unie in het leven geroepen beperkingen omzeild en heeft daarmee internationale en nationale wetgeving ondermijnd. Zij heeft het beoogde doel van de sancties, te weten het afsnijden van goederen en technologie die een bijdrage kunnen leveren aan de technologische verbetering van de defensie- en veiligheidssector van Rusland, op een ernstige wijze geschaad. Daarbij heeft de verdachte rechtspersoon met de valselijk opgemaakte facturen het vertrouwen, dat binnen het maatschappelijk verkeer en - in het bijzonder - binnen de internationale handel gesteld moet kunnen worden in dergelijke documenten, ernstig beschaamd.
De verdachte rechtspersoon handelde al zes jaar in microchips en elektronische goederen. De medeverdachte [medeverdachte] was op de hoogte van de op 25 februari 2022 afgekondigde sancties. Niettemin ging de verdachte rechtspersoon, ten minste vanuit economisch motief, door met de handel en uitvoer van deze goederen en de verdachte rechtspersoon had na het afkondigen van de sancties in feite als ‘verdienmodel’ het ontwijken van de sancties.
De verdachte rechtspersoon heeft zich niet bekommerd om de bovengenoemde ernstige gevolgen van haar handelen. Een dergelijk handelen in de omstandigheden dat Rusland een aanvalsoorlog voert tegen Oekraïne rekent de rechtbank de verdachte rechtspersoon dan ook ernstig aan.
7.3.
Bedrijfsomstandigheden van de verdachte rechtspersoon
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 september 2023, waaruit blijkt dat de verdachte rechtspersoon niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Bedrijfsactiviteiten en draagkracht
Op de terechtzitting heeft de raadsman gesteld dat de verdachte rechtspersoon geen activiteiten meer ontplooit en dat de verdachte rechtspersoon binnenkort zal worden ontbonden. Op grond van de beslagstukken kan worden vastgesteld dat er bij de verdachte rechtspersoon draagkracht bestaat om een geldboete te kunnen voldoen.
7.4.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat gezien de ernst van de bewezenverklaarde feiten met het oogmerk van algemene preventie (het voorkomen dat bedrijven sancties negeren en ontwijken) en het doel van vergelding niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een hoge geldboete.
De rechtbank neemt niet in aanmerking bij het bepalen van de hoogte van de geldboete de door de officier van justitie aangevoerde grotere omvang van de uitgevoerde gesanctioneerde goederen. Er zijn 131 soorten goederen onderzocht. Van elf soorten is vastgesteld dat het gesanctioneerde goederen dan wel goederen voor tweeërlei gebruik betreffen. Een groot deel van de naar Rusland uitgevoerde goederen valt dus niet onder de sanctiewetgeving. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is bovendien niet gebleken dat de niet-onderzochte goederen sanctiegoederen moeten zijn. Daarom kan niet worden vastgesteld welk deel van het totale aantal uitgevoerde goederen legale goederen en welk deel gesanctioneerde goederen betroffen. De rechtbank gaat uit van elf soorten goederen, die gedurende een periode van zeven maanden in ruim vijftien zendingen zijn uitgevoerd naar Rusland, met een handelswaarde van ruim 1,4 miljoen euro.
Voorts neemt de rechtbank in aanmerking bij de hoogte van de op te leggen geldboete dat de verdachte rechtspersoon is vrijgesproken van de verkoop van en de poging tot levering c.q. overdracht van de ten laste gelegde drones.
De rechtbank komt gelet op het bovenstaande dan ook tot een lagere geldboete dan door de officier van justitie is gevorderd.
Alles afwegend acht de rechtbank de oplegging van een onvoorwaardelijke geldboete van € 200.000,- en de hieronder besproken verbeurdverklaring passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Beoordeling
De officier van justitie heeft op grond van artikel 7 onder e van de Wet op de Economische Delicten (hierna: WED) de verbeurdverklaring gevorderd van tegoeden op bankrekeningen en diverse elektronische goederen. De officier van justitie heeft ook in de zaak tegen de medeverdachte [medeverdachte] de verbeurdverklaring van banktegoeden gevorderd en diverse documenten (voornamelijk facturen van de verdachte rechtspersoon). Wat de banktegoeden betreft gaat het om de volgende bedragen van zes verschillende bankrekeningen:
[verdachte rechtspersoon]
[medeverdachte]
€ 123.773,79
€ 123.773,79
€ 22.793,45
€ 22.793,45
$ 67.508,26
$ 67.508,26
De officier van justitie vordert bij de verdachte rechtspersoon de verbeurdverklaring van precies dezelfde bedragen als bij de medeverdachte [medeverdachte] . Dit blijkt ook uit het requisitoir (randnummer 285).
De rechtbank oordeelt als volgt.
De beslissingsmaatstaf
In de Memorie van Toelichting licht de regering het stelsel van de bijkomende straffen en maatregelen in de WED als volgt toe.
“Voor de economische strafrechter zal de reclasseringsvraag veelal nevengeschikt moeten zijn aan deze (…) vragen: hoe is zoveel mogelijk het met het delict verkregen voordeel weg te nemen en de schade te herstellen, door het delict toegebracht, welke gevaren zijn voor de volkshuishouding te vrezen van de in elk bepaald geval te duchten recidive en hoe kunnen deze gevaren zo doelmatig mogelijk worden ondervangen” (TK 1947-1948, 603, nr. 3, p. 16).
De regering licht het ontwerp-artikel 8 (thans artikel 7) onder e WED als volgt toe.
“De verbeurdverklaring speelt bij de berechting van economische delicten een grote rol. Deze bijkomende straf heeft daarbij, naast haar strafkarakter, heel sterk de strekking gekregen om de toestand van overtreding te beëindigen en om de economisch waardevolle goederen, waaromheen zich het strafbare feit heeft afgespeeld, wederom in het normale economische verkeer te brengen. (…) In verband hiermee is de mogelijkheid van verbeurdverklaring ten opzichte van die, gegeven in artikel 33 van het Wetboek van Strafrecht, aanzienlijk uitgebreid. Zij is voorts niet beperkt tot ,,voorwerpen", d.w.z. roerende lichamelijke goederen, maar ook toepasselijk op onroerende goederen en niet-lichamelijke goederen. Bij dit laatste wordt in het bijzonder gedacht aan banksaldi. Reeds is de jurisprudentie zover gegaan, dat bij de bestaande bepalingen de verbeurdverklaring van een gehele voorraad van een bepaald artikel kan worden uitgesproken, ook al is slechts ten aanzien van een gedeelte van die voorraad een economisch delict begaan” (TK 1947-1948, 603, p. 17).
Uit de memorie van toelichting blijkt verder dat die laatst bedoelde mogelijkheid thans in artikel 7 onder e WED is geregeld.
De memorie van toelichting is in zoverre onduidelijk, waar staat dat de verbeurdverklaring bedoeld is om economisch waardevolle goederen in het normale verkeer te brengen. Waarschijnlijk wordt bedoeld dat niet is gekozen voor een maatregel als de onttrekking aan het verkeer omdat dit tot vernietiging van de (nog waardevolle) voorwerpen zou leiden.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de memorie van toelichting bij de WED dat bij de verbeurdverklaring de nadruk ligt op preventie en herstel van de economische orde (de hierboven bedoelde volkshuishouding). Daarbij kan een voorraad, oftewel een verzameling van voorwerpen, worden inbeslaggenomen en verbeurdverklaard, ook als slechts een deel van die verzameling bestaat uit voorwerpen waarmee een (relevant) economisch delict is begaan. Onder zo’n verzameling valt geld, ook als daarvan slechts een deel met het economisch delict is verdiend.
Overigens is verbeurdverklaring wel een bijkomende
straf. Ook al speelt zij volgens de memorie van toelichting een grote rol bij preventie en herstel, alle strafdoelen kunnen daarnaast haar oplegging rechtvaardigen. Het strafkarakter brengt overigens ook mee dat de verhouding tussen schuld en straf haar hoogte begrenst. Dat brengt onder andere mee dat niet kunnen worden verbeurdverklaard die voorwerpen waarvan onmiddellijk duidelijk is dat deze naar hun aard geen voorwerpen zijn gelijk aan voorwerpen bedoeld in het economische delict waarvoor de verdachte rechtspersoon wordt veroordeeld.
De toepassing van de maatstaf
Wat betreft de gelden op de bankrekeningen van de verdachte rechtspersoon overweegt de rechtbank als volgt. Vast staat dat ruim € 1.400.000,- is betaald op de bankrekeningen van de verdachte rechtspersoon voor goederen waarvoor uitvoer naar Rusland niet is toegestaan. Dit geld is derhalve verdiend met de economische misdrijven waarvoor de verdachte rechtspersoon is veroordeeld. Gelet op bovenstaande betekenis van artikel 7 onder e WED kunnen de banktegoeden derhalve verbeurd worden verklaard, ongeacht of (kan worden aangetoond dat) de banktegoeden geheel door die € 1.400.000,- zijn opgebouwd. Toch zal de rechtbank de verbeurdverklaring niet uitspreken. De verdachte rechtspersoon wordt al gestraft met een hoge geldboete. Daarnaast zou verbeurdverklaring van de banktegoeden opleggen zoals door de officier van justitie geëist, zou tot een onevenredige straf leiden. Daarom wordt teruggave gelast. Daarbij merkt de rechtbank voor de volledigheid op dat er op de banktegoeden ook conservatoir beslag rust.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op:
- de artikelen 33a, 33b, 47, 51, 56, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht;
- de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- de artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977,
- artikel 1a van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014;
- de artikelen 2, 2bis en 12 en bijlage VII van de Verordening (EU) Nr. 833/2014 van de Raad van Europa van de Europese Unie van 31 juli 2014 zoals gewijzigd bij de Verordening (EU) 2022/328 van de Raad van de Europese Unie van 25 februari 2022 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte rechtspersoon de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte rechtspersoon meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte rechtspersoon daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte rechtspersoon strafbaar;
veroordeelt de verdachte rechtspersoon tot een
geldboete van € 200.000,00 (tweehonderd duizend euro);
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
gelast de teruggave van:
- en gelast de teruggave van:
7. 1 STK vordering 146.567,24
Omschrijving: Geblok. Beslagrek. derdenbeslag [rekeningnummer 1]
t.n.v. [verdachte rechtspersoon] Saldo van [rekeningnummer 2] (€ 123.773,79 + € 22.793,45
= € 146.567,24, ABN AMRO Bank N.V.)
8. 1 STK vordering 67.508,26
Omschrijving: Geblok. beslagrek. Derdenbeslagen [rekeningnummer 3] t.n.v. [verdachte rechtspersoon] USD saldo. Overgeboekt van [rekeningnummer 4] USD Saldo)
5. 1 STK vordering
Omschrijving ABN AMRO Klantrelatie Beëindigd [rekeningnummer 2] t.n.v. [verdachte rechtspersoon] FIN-001-01. Overgeboekt naar Geblok. Beslagrek. Derdenbeslagen [rekeningnummer 5] , ABN AMRO Bank N.V.)
6. 1 STK vordering
Omschrijving: [rekeningnummer 4] t.n.v. [verdachte rechtspersoon]
FIN-001-01 USD saldo. Overgeboekt naar Geblok. Beslagrek. Derdenbeslagen [rekeningnummer 3] ABN AMRO Bank N.V.)
Dit vonnis is gewezen door mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. T.M. Riemens en I. Tillema, rechters in tegenwoordigheid van mr. R. van Puffelen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Feit 1
‘zij,
op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 februari 2022 tot en met 27 september 2022, te [plaats] , althans elders in Nederland, en/of Rusland,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van artikel la van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 juncto artikel 2, eerste lid en/of artikel 2bis, eerste lid, en/of artikel 12 van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014
heeft/hebben gehandeld door
goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, te weten:
- (een) goed(eren) omschreven als Monolithic IC. ADC van het merk/type AD2S80AUD (DOC204-01, p. 13), en/of
- drones van het merk/type DJI Enterprise Mavic 2 Enterprise Advanced mcl. Smart Controller DJ132422, althans in de voornoemde drones ingebouwde beeldcamera’s met “” als bedoeld in 6A002.a.3.f
en/of 6A003.b.4.b(DOC-163-01
en DOC 204-1, p. 29),
direct en/of indirect te verkopen naar
natuurlijke personen en/of rechtspersonen en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland, te weten aan (onder andere) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2]
en/of [bedrijf 3] ( [bedrijf 3] )en/of voor gebruik in Rusland,
en/of
in bijlage VII van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31juli 2014 vermelde goederen en technologie, die zouden kunnen bijdragen tot de militaire en technologische versterking van Rusland en/of tot de ontwikkeling van de defensie- en veiligheidssector, te weten:
- ( een) goed(eren) omschreven als Monolithic IC. FPGA van het merk/type
XC5VSX95T-2FFG11361
(DOC-204-01, p. 6),
- ( een) goed(eren) omschreven als Monolithic IC. Memory FLASH NAND van het merk/type S34ML04G200TFI000
(DOC-204-01, p. 9),
- ( een) goed(eren) omschreven als Monolithic Inertial Sensor Digital Output van het merk/type ADIS16445BMLZ
(DOC-204-01, p. 11),
- ( een) goed(eren) omschreven als Monolithic IC. Digital Signal Processor van het merk/type ADSP2191MBSTZ-140
(DOC-204-01, p. 16),
- ( een) goed(eren) omschreven als Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type EP1C12F32417
(DOC-204-01, p. 18),
- ( een) goed(eren) omschreven als Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type EPCQ64SI16N
(DOC-204-01, p. 19),
- ( een) goed(eren) omschreven als Monolithic IC. Digital Signal Processor van het merk/type TMS320DM642AGDK7
(DOC-204-01, p. 20),
- ( een) goed(eren) omschreven als Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type XC7Z030-3FBG676E
(DOC-204-01, p. 23), en/of,
- ( een) goed(eren) omschreven als Monolithic IC. Programmable microcontroller van het merk/type 10CL120YF780I7G
(DOC-204-01, p. 25),
direct en/of indirect te verkopen en/of te leveren en/of over te dragen aan en/of uit te voeren naar
natuurlijke personen en/of rechtspersonen en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland, te weten aan (onder andere) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2]
en/of [bedrijf 3] ( [bedrijf 3] )en/of voor gebruik in Rusland,
en/of
bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel en/of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen van de Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 worden omzeild, door:
- Het (laten) aanpassen van de statutaire naam en/of handelsnaam van [bedrijf 4] . naar [verdachte rechtspersoon] .,
- het (in strijd met de waarheid) (laten) aanpassen van de activiteiten van [verdachte rechtspersoon] bij de Kamer van Koophandel van “Het importeren en exporteren van radio-elektronische onderdelen. Handel in staal- en metaalproducten. Groothandel in kabel en bedradingen” in “Groothandel in overige consumentenartikelen. Het exporteren en importeren van kantoorartikelen en toebehoren”,
- het (in strijd met de waarheid) (laten) aanpassen van de activiteiten van [verdachte rechtspersoon] op de website,
- het (laten) opgeven van [naam klant] , althans (een) bedrij(f)(ven) gevestigd op de Malediven als geadresseerde op uitvoeraangiften en/of (pro forma) commercial invoices en/of airwaybills, zulks
terwijl het/de daarop vermelde goed(eren) in werkelijkheid bestemd was/waren voor natuurlijke personen en/of rechtspersonen en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland en/of voor gebruik in Rusland,
- het (laten) aanpassen van bestaande contracten van [verdachte rechtspersoon] en/of [bedrijf 4] .
door (gegevens van) van de begunstigde en/of de afnemer te wijzigen;
Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014
Artikel 1a lid 1 Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014
Artikel 2 en 3 Sanctiewet 1977
Artikel 1 onder 1°, 2 lid 1 en 6 lid 1 onder 1° van de Wet op de economische delicten
Artikel 51 Wetboek van Strafrecht
en/of
zij,
op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 mei 2022 tot en met 2 juni 2022, te [plaats] , althans elders in Nederland, en/of Rusland,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
ter uitvoering van het/de door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf/misdrijven om
opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van artikel la van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 juncto artikel 2, eerste lid en/of artikel 2bis, eerste lid, en/of artikel 12 van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31juli 2014
heeft/hebben gehandeld door
goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, te weten:
- drones van het merk/type DJI Enterprise Mavic 2 Enterprise Advanced mci. Smart Controller DJ132422, althans in de voornoemde drones ingebouwde beeldcamera’s met “” als bedoeld in 6A002.a.3.f
en/of 6A003.b.4.b(DOC-l63-01
en DOC 204-1, p. 29)
Direct en/of indirect te hebben geleverd en/of overgedragen en/of uitgevoerd naar,
natuurlijke personen en/of rechtspersonen en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland en/of voor gebruik in Rusland,
voornoemde goederen heeft besteld bij [bedrijf 8] en heeft betaald,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven niet is voltooid,
Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014
Artikel 1a lid 1 Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014
Artikel 2 en 3 Sanctiewet 1977
Artikel 1 onder 1°, 2 lid 1 en 6 lid 1 onder 1° van de Wet op de economische delicten
Artikel 51 Wetboek van Strafrecht
Artikel 45 Wetboek van Strafrecht’
Feit 2
zij
op één of meer(dere) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 februari 2022
tot en met 27 september 2022, te [plaats] , althans elders in Nederland, en/of
Rusland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen, te weten:
a. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 10] d.d. 10 augustus 2022 (DOC-037,
p. 2),
b. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 11] d.d. 10 augustus 2022 (DOC-037,
p. 3 en 4),
c. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 12] d.d. 9 augustus 2022
(DOC-040-01),
d. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 6] d.d. 9 augustus 2022
(DOC-040-04),
e. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 13] d.d. 9 augustus 2022
(DOC-040-05),
f. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 4] d.d. 16 juni 2022 (DOC-044-01),
g. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 3] d.d. 16 juni 2022 (DOC-046-01),
en/of,
h. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 9] d.d. 12 september 2022
(DOC-192-01),
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft/hebben zij, verdachte,
en/of haar mededader(s) (telkens) valselijk - immers in strijd met de waarheid –
op genoemd(e) geschrift(en) - zakelijk weergegeven - vermeld en/of doen en/of
laten vermelden:
dat de klant/koper van de in de factu(u)r(en) vermelde goederen [naam klant]
was,
zulks terwijl
ten aanzien van de factu(u)r(en) genoemd onder a en b [bedrijf 2]
de klant/koper van de in de factu(u)r(en) vermelde goederen was,
en/of
ten aanzien van de factu(u)r(en) genoemd onder c, d, e, f, g en h
[bedrijf 1] de klant/koper van de in de factu(u)r(en)
vermelde goederen was,
met het oogmerk om voormeld(e) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken
en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
en/of
zij
op één of meer(dere) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 februari 2022
tot en met 27 september 2022, te [plaats] en/of Nieuw-Vennep en/of Oldenzaal,
althans elders in Nederland, en/of Rusland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
van (een) vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot
bewijs van enig feit te dienen,
te weten:
a. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 10] d.d. 10 augustus 2022 (DOC-037,
p. 2),
b. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 11] d.d. 10 augustus 2022 (DOC-037,
p. 3 en 4),
c. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 12] d.d. 9 augustus 2022
(DOC-040-01),
d. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 6] d.d. 9 augustus 2022
(DOC-040-04),
e. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 13] d.d. 9 augustus 2022
(DOC-040-05),
f. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 4] d.d. 16 juni 2022 (DOC-044-01),
g. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 3] d.d. 16 juni 2022 (DOC-046-01),
en/of,
h. een commercial invoice met kenmerk [factuurnummer 9] d.d. 12 september 2022
(DOC-192-01),
opzettelijk gebruik heeft gemaakt als ware het/deze geschrift(en) echt en onvervalst,
door voornoemde factu(u)r(en):
- te doen toekomen aan [bedrijf 5] . en/of [bedrijf 6]
. en/of [bedrijf 7] , althans een expediteur, en/of
- mee te zenden met de bij de factu(u)r(en) behorende zending(en);
en/of
opzettelijk voornoemd(e) vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) heeft afgeleverd
en/of voorhanden heeft gehad;
(art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid
1. ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)