ECLI:NL:RBROT:2023:10008

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
10.159018.23, 10.222561.22, 10.306957.22, 10.126115.23, 10.131437.23 en 10.158032.23 (gevoegd ttz) / TUL: 10.306247.21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor schuldheling, belediging van een ambtenaar en diefstal met braak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 oktober 2023 uitspraak gedaan in een meervoudige strafzaak tegen de verdachte, geboren op 1973, die zich moest verantwoorden voor meerdere feiten, waaronder schuldheling van een scooter en een motor, belediging van een ambtenaar, en diefstal met braak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voor één van de feiten nietig is verklaard wegens innerlijke tegenstrijdigheid. De verdachte is vrijgesproken van de heling van een scooter en een inbraak in een kapperswinkel, maar is wel schuldig bevonden aan de schuldheling van een scooter en een motor, de belediging van een politieambtenaar, en het voorhanden hebben van een wapen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en het advies van de reclassering. De verdachte heeft een verleden van vermogensdelicten en is verslaafd aan cocaïne, wat bijdraagt aan het risico op recidive. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en behandeling voor zijn verslaving.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10.159018.23, 10.222561.22, 10.306957.22, 10.126115.23, 10.131437.23 en 10.158032.23 (gevoegd ttz)
Parketnummer vordering TUL: 10.306247.21
Datum uitspraak: 19 oktober 2023
Tegenspraak
Vonnisvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1973,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] te [woonplaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de PI [PI01] ,
raadsman mr. M. Jansen, advocaat te Spijkenisse.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 5 oktober 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W. ten Have heeft gevorderd:
- Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 10.306957.22:
vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde feit en bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit.
- Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 10.131437.23:
partiële vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde feit, voor het gedeelte dat ziet op de kentekenplaten, en bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit, voor zover dat ziet op de motorscooter, en van het onder 2 ten laste gelegde feit.
- Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 10.158032.23:
vrijspraak van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, en bewezenverklaring van het meer subsidiair ten laste gelegde feit.
- Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 10.222561.22:
bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
- Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 10.126115.23:
bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
- Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 10.159018.23:
bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan ambulante behandeling met de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname, het meewerken aan middelencontrole, ambulante begeleiding op het gebied van financiën en een inspanningsverplichting ten aanzien van dagbesteding, en tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10.306247.21.

4.Nietigheid van de dagvaarding onder parketnummer 10.306957.22, feit 2

Kennelijk heeft de officier van justitie hier ten laste willen leggen dat de verdachte een of meerdere wapens als bedoeld in artikel 2, lid 1, Categorie I onder 4º van de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad.
Om een wapen onder deze categorie te laten vallen, moet de suggestie gewekt zijn dat het wapen waarom het daarbij gaat geen
blank wapenis, maar een ander voorwerp dan een wapen is. In de tenlastelegging is opgenomen dat de gedemonteerde schaar en/of sok ‘uiterlijk gelijkt op een ander voorwerp’, te weten ‘een schaar en/of een sok’. Daarmee is de tenlastelegging innerlijk tegenstrijdig. Daarom moet de dagvaarding met parketnummer 10.306957.22 nietig worden verklaard voor zover het feit 2 betreft.

5.Vrijspraak

5.1.
Parketnummer 10.306957.22
Feit 1: heling scooter en kentekenplaten
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 ten laste gelegde feit, te weten de heling van de scooter en de kentekenplaat, niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
5.2.
Parketnummer 10.159018.23
Standpunt officier van justitie
De tenlastegelegde inbraak in vereniging in een kapperswinkel kan bewezen worden verklaard. De verdachte voldoet aan de uiterlijke kenmerken van één van de personen die op de camerabeelden van de winkel te zien is. In combinatie met het aantreffen van de verdachte in de nabije omgeving van de kapperswinkel vlak na de inbraak levert dat voldoende wettig en overtuigend bewijs op.
Beoordeling
Op de terechtzitting heeft de rechtbank de bewegende beelden van de beveiligingscamera in de winkel bekeken waarop de daders van de inbraak in beeld zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat op de beelden één man te zien is die wellicht een rastakapsel heeft. Gelaatstrekken waren naar de waarneming van de rechtbank op die beelden niet goed te onderscheiden. De rechtbank kan op grond van de waarneming van die bewegende beelden niet vaststellen dat de verdachte op die beelden te zien is. Daarnaast merkt de rechtbank op dat de verdachte ten tijde van de aanhouding een broek aan had met daarop een streep, maar dat dit niet zichtbaar is op de bekeken camerabeelden. De rechtbank vindt de herkenning van de verdachte op deze beelden door de verbalisant niet overtuigend, temeer omdat de verbalisant eerst de camerabeelden had bekeken, vervolgens de verdachte in de omgeving van de kapperswinkel heeft gezien en pas daarna heeft vastgesteld dat het de verdachte was die hij op de beelden had gezien. Er zijn verder geen stukken in het dossier die ondersteunen dat de verdachte een van de aanwezigen in de kapperszaak was ten tijde van de diefstal. De rechtbank heeft daarom niet de overtuiging gekregen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal met braak. Hij dient hier dan ook van te worden vrijgesproken.

6.Waardering van het bewijs

De rechtbank zal de feiten in chronologische volgorde bespreken.
6.1. 10.222561.22 (
10.222561.22 (heling scooter, 3 september 2022)
6.1.1.
Standpunt verdediging
De verdachte heeft direct verklaard dat de scooter van een bekende van hem, te weten [naam01] , was en dat hij voor deze [naam01] een nieuw contactslot in de scooter zou zetten. De verdachte heeft een telefoonnummer van deze [naam01] verstrekt om zijn verklaring na te kunnen gaan. Het feit dat [naam01] niet meer te bereiken was, is niet de schuld van de verdachte. De verdachte dient te worden vrijgesproken van heling van de scooter.
6.1.2.
Beoordeling
De verdachte is op 3 september 2022 al rijdend op een scooter staande gehouden door een verbalisant waarna is gebleken dat deze scooter van diefstal afkomstig was. De vraag is of de verdachte wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die scooter van diefstal afkomstig was. Er is geen bewijs dat de verdachte wist dat de scooter gestolen was, maar wel dat hij dat redelijkerwijs had moeten vermoeden. De verdachte wist namelijk dat het contactslot kapot was toen hij de scooter aannam en een kapot contactslot vormt een sterke aanwijzing dat een scooter gestolen is. De schuldheling is daarmee wettig en overtuigend bewezen.
6.2. 10.126115.23 (
10.126115.23 (belediging ambtenaar, 20 mei 2023)
6.2.1.
Standpunt verdediging
De verdachte heeft de verbalisant uitgescholden toen zij aan zijn haren trok. De politieagente was daarmee dus niet in de rechtmatige uitoefening van haar bediening. Het trekken aan de haren is namelijk een vorm van geweld die niet toelaatbaar was in de gegeven situatie. De verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken.
6.2.2.
Beoordeling
Vast staat dat de verdachte ‘tyfuswijf’ tegen de verbalisant heeft gezegd. Zij was op dat moment bezig om de verdachte in het politievoertuig te krijgen, waarbij hij tegenwerkte. De verbalisant heeft daarop de verdachte bij de kraag gepakt om hem alsnog de bus in te zetten en zij heeft de verdachte, toen zij hem bij zijn kraag pakte, ook bij zijn lange haar dat tot op zijn rug hangt vastgepakt. Bij die stand van zaken was de verbalisant in de rechtmatige uitoefening van haar bediening toen zij de verdachte beetpakte. Dat zij daarbij tegelijkertijd zijn haar beethad, maakt dat niet anders. De rechtbank is van oordeel dat de belediging van de verbalisant gedurende of ter zake van haar rechtmatige bediening wettig en overtuigend bewezen is.
6.3. 10.131437.23 (
10.131437.23 (heling motor & kentekenplaten en wapen, 26 mei 2023)
6.3.1.
Feit 1: Heling van een motor en kentekenplaten
6.3.1.1.
Standpunt verdediging
De verdachte had de motorscooter geleend van een bekende van hem: [naam02] . Hij heeft geen uiterlijke kenmerken aan de motorscooter gezien op basis waarvan hij had moeten begrijpen dat de motor en de kentekens gestolen waren. De motor was immers al gestart toen hij hem van [naam02] te leen kreeg. De verdachte dient te worden vrijgesproken.
6.3.1.2.
Beoordeling
Vaststaat dat de motor waar het hier om gaat van diefstal afkomstig is en dat de verdachte deze voorhanden heeft gehad en hierover kon beschikken. Hij bestuurde deze immers toen hij werd aangehouden. Er is geen bewijs dat de verdachte wist dat de motor gestolen was. Wel is gebleken dat het contactslot zichtbaar geforceerd was. Daarom had de verdachte ook in dit geval redelijkerwijs moeten vermoeden dat de motor van diefstal afkomstig was. Er is voldoende wettig en overtuigend bewijs voor schuldheling van de scooter.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte vrijgesproken moet worden van heling van de kentekenplaten die op de motor aangebracht waren. Er is geen reden waarom de verdachte had moeten weten dan wel vermoeden dat deze van diefstal afkomstig waren.
6.3.2.
Feit 2: voorhanden hebben van een wapen
6.3.2.1.
Standpunt verdediging
De verdachte heeft in eerste instantie gezwegen ten aanzien van het aangetroffen mes. Ter zitting heeft hij verklaard dat er ruzie was in de woning waar hij vandaan kwam en dat het mes uit die woning kwam. Hij kan niet verklaren waarom hij het mes bij zich had.
6.3.2.2.
Beoordeling
Vast staat dat de verdachte het mes bij zich had toen hij werd aangehouden. De verdachte heeft verklaard dat hij net daarvoor in een woning aanwezig was geweest waar een ruzie aan de gang was en dat hij het mes toen uit die woning had meegenomen. Gelet op de aard van het voorwerp en de omstandigheden waaronder dit werd aangetroffen is de rechtbank van oordeel dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat dit mes voor geen ander doel bestemd was dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen. Dit mes is een wapen in de zin van artikel 2, lid 1, Categorie IV onder 7º van de Wet wapens en munitie. Het feit kan wettig en overtuigend bewezen worden.
6.4. 10.158032.23 (
10.158032.23 (inbraak, poging daartoe of lokaalvredebreuk, 8 juni 2023)
6.4.1.
Standpunt officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie en de verdediging stellen zich op het standpunt dat vrijspraak moet volgen van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten. De verdachte is aangetroffen in een leegstaand gebouw en daar is hij door een openstaand raam naar binnen gegaan. Daarmee kan slechts de meer subsidiair ten laste gelegde lokaalvredebreuk wettig en overtuigend bewezen worden.
6.4.2.
Beoordeling
Anders dan de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat er wettig en overtuigend bewijs is voor bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit. Uit het dossier blijkt dat er op 8 juni 2023 om 03:10 uur een melding wordt gemaakt dat er slijpgeluiden te horen zijn in een flatgebouw dat wordt gerenoveerd. Die geluiden waren ook nog te horen op het moment dat de melder de politie belde. Vervolgens zijn verbalisanten snel ter plaatse gegaan en hebben zij het gebouw doorzocht. De verdachte is kort daarop in een kelderbox in het gebouw aangetroffen en daar om 03:40 uur aangehouden. De verdachte heeft verklaard dat hij lag te slapen in die kelderbox. Deze kelderbox ligt aan een gang waar water uit afgezaagde leidingen liep terwijl in een andere kelderbox met een opengebroken raam losgeslepen stukken koperen leiding waren neergezet. De verdachte had een tas met gereedschap bij zich. De verklaring van de verdachte, dat het iemand anders geweest moet zijn die het koper heeft losgeslepen en klaargezet bij het raam, acht de rechtbank ongeloofwaardig. De politie was immers zeer snel na de melding ter plaatse en er is door de politie niemand anders aangetroffen in of rond het gebouw.
De verdachte heeft verklaard dat hij het gebouw is binnengekomen door een raam van een kelderbox. De sluiting van dat raam bleek geforceerd. Het slot van de deur van de kelderbox die toegang gaf tot de gang met de daaraan grenzende kelderboxen, bleek ook geforceerd. Op grond daarvan staat de diefstal met braak vast. Het losslijpen van de koperen leidingen levert verbreking op. Nu de losgeslepen leidingdelen al waren klaargezet bij het geopende raam, naar buiten, is bovendien sprake van een voltooide diefstal. Het primaire feit kan dan ook wettig en overtuigend bewezen worden.
6.5.
Conclusie
Al met al acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de schuldheling van een scooter, de schuldheling van een motor, de belediging van een ambtenaar, het voorhanden hebben van een wapen en een diefstal met braak en verbreking.
6.6.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
10.222561.22
hij op 3 september 2022 te Schiedam,
een scooter, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
10.126115.23
hij op 20 mei 2023 te Rotterdam,
opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer01] , werkzaam als brigadier bij de politie eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar
bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: "tyfuswijf",
10.131437.23
1
hij op 26 mei 2023 te Rotterdam, een motor (van het merk Yamaha X City met chassisnummer [nummer01] ), voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2
hij op 26 mei 2023 te Rotterdam,
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie IV onder 7º van de Wet wapens en
munitie, te weten een vleesmes met een zwartkleurig handvat en een metalen lemmet,
zijnde een voorwerp waarvan, gelet op de aard en de omstandigheden waaronder dit voorwerp werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het voor geen ander doel bestemd was dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen, heeft gedragen;
10.158032.23
primair
hij op 8 juni 2023 te Schiedam, een hoeveelheid koperen buizen, die aan [bedrijf01] B.V., toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
respectievelijkverbreking ;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

7.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10.222561.22
schuldheling
10.126115.23
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige oefening van zijn bediening
10.131437.23

1.schuldheling

2.handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie

10.158032.23
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en verbreking
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

8.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

9.Motivering straf

9.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder het feit de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
9.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich allereerst schuldig gemaakt aan verschillende vermogensdelicten, te weten tweemaal schuldheling van een (motor)scooter en koperdiefstal van waterleidingdelen uit een renovatiepand. Dit zijn ergerlijke feiten die naast schade ook hinder veroorzaken voor de gedupeerden. Daarmee heeft de verdachte laten zien het eigendom van anderen niet te respecteren. Daarnaast heeft de verdachte op straat een mes gedragen. Dit draagt bij aan gevoelens van onveiligheid binnen de maatschappij. Tot slot heeft de verdachte een politieagente die haar werk deed beledigd, waarmee hij een gebrek aan respect voor het gezag van de politie heeft laten zien.
9.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
9.3.1.
Strafblad
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 september 2023, blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
9.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 september 2023. Dit rapport houdt onder meer het volgende in. Er is sprake van een patroon op het gebied van vermogensdelicten. Vermoedelijk hebben middelengebruik, financiën, psychosociaal functioneren en sociaal netwerk een rol gespeeld bij de feiten. De verdachte is al langere tijd verslaafd aan cocaïne en heeft al ruim een jaar geen werk of inkomen. Daarnaast is er sprake van schuldenproblematiek. De verdachte geeft aan abstinent te willen blijven, maar heeft daar hulp bij nodig. Hij zou graag een behandeling krijgen. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. Om dat risico enigszins te verlagen, adviseert de reclassering om bijzondere voorwaarden op te leggen, te weten: een meldplicht, ambulante behandeling met de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname, het meewerken aan middelencontrole, ambulante begeleiding op financieel gebied en inspanningsverplichting ten aanzien van dagbesteding.
9.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten, de hoeveelheid feiten en de documentatie van de verdachte, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De rechtbank neemt het advies van de reclassering tot begeleiding en bijzondere voorwaarden over en zal daarom een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Daarbij heeft de rechtbank erop gelet dat door de reclassering in Amsterdam toezicht op de verdachte zal worden gehouden, met als doel om de verdachte niet meer in zijn bekende omgeving in Rotterdam en omgeving te laten verblijven. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard zich daarvoor in te willen zetten.
Het onder 2 van parketnummer 10.131437.23 bewezenverklaarde feit betreft een overtreding. De rechtbank dient voor deze overtreding en een aparte straf te bepalen. Echter, gelet op de gevangenisstraf die wordt opgelegd voor de bewezenverklaarde misdrijven, acht de rechtbank het niet passend om daarnaast nog een straf op te leggen voor de overtreding. De verdachte zal dan ook voor dit feit schuldig worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

10.Vorderingen benadeelde partijen

10.306957.22
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde partij01] ter zake van het onder dit parketnummer ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van
€ 818,93 aan materiële schade.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte wordt vrijgesproken van het feit onder dit parketnummer.
10.131437.23
10.2.1.
Vordering van [benadeelde partij02]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde partij02] ter zake het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 19,35 aan materiële schade als kosten van aanschaf van een nieuwe kentekenplaat.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, reeds omdat de verdachte partieel wordt vrijgesproken van de heling van de kentekenplaten.
10.2.2.
Vordering [benadeelde partij03]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde partij03] ter zake het onder 1 van ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.300,= aan materiële schade.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. De verdachte wordt veroordeeld voor schuldheling van de scooter, maar niet voor de diefstal daarvan. Er is niet vast komen te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met deze schuldheling.

11.Vordering tenuitvoerlegging

11.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 9 maart 2022 van de meervoudige kamer van deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan een gedeelte groot 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. De proeftijd is ingegaan op 24 maart 2022.
11.2.
Standpunt officier van justitie en standpunt verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd de voorwaardelijke straf ten uitvoer te leggen. De verdachte liep in een proeftijd en heeft wederom soortgelijke feiten gepleegd.
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging.
11.3.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde straf.

12.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 62, 266, 267, 311 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 27 en 54 van de Wet wapens en munitie.

13.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

14.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding met parketnummer 10.306957.22
nietigvoor zover het feit 2 betreft;
verklaart de dagvaardingen voor het overige
geldig;
verklaart
niet bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.306957.22 ten laste gelegde feit heeft begaan voor zover het feit 1 betreft en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart
niet bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.159018.23 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.222561.22 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.126115.23 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10.131437.23 ten laste gelegde feiten 1 en 2, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10.158032.23 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
niet bewezenhetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
bepaalt dat ten aanzien van het onder parketnummer 10.131437.23 onder feit 2 bewezenverklaarde feit
geen straf of maatregelwordt opgelegd;
veroordeelt de verdachte voor de overige bewezenverklaarde feiten tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 2 (twee) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als
algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als
bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde maakt binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd een afspraak bij
[GGZ01], op het adres [adres02] , [postcode02]
Amsterdam, telefoonnummer [telefoonnummer01] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
2. de veroordeelde laat zich behandelen door Jellinek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat de veroordeelde zich, na rechterlijke goedkeuring, opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
3. de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
4. de veroordeelde laat zich begeleiden bij de financiën door Maatschappelijk Juridische Dienstverlening of een soortgelijke dienstverlener. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de dienstverlener geeft voor de begeleiding;
5. de veroordeelde heeft een inspanningsverplichting ten aanzien van het vinden en behouden van dagbesteding. Hij dient zich netjes te gedragen op werk en/of het dagbestedingsproject en zich te houden aan de aldaar gemaakte afspraken.
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij01]
niet-ontvankelijkin de vordering;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij02]
niet-ontvankelijkin de vordering;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij03]
niet-ontvankelijkin de vordering;
gelast de
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 3 (drie) maanden, van de bij vonnis van 9 maart 2022 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter,
en mrs. W.J. de Veld en D.M. Douwes, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Hessing, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
10.222561.22
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 3 september 2022 te Schiedam,
een scooter, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit
goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof;
10.306957.22
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 24 november 2022 te Rotterdam,
een scooter en/of een kentekenplaat, althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof;
2
hij op of omstreeks 24 november 2022 te Rotterdam
een of meerdere wapens als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie I onder 4º van de Wet
wapens en munitie, te weten een gedemonteerde schaar en/of een sok met daarin
een mini biljartbal, zijnde een blank wapen dat uiterlijk gelijkt op een ander
voorwerp dan een wapen, namelijk op een schaar en/of een sok, voorhanden heeft
gehad;
10.126115.23
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 20 mei 2023 te Rotterdam,
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [slachtoffer01] , werkzaam als brigadier bij de politie eenheid
Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar
bediening,
in haar tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door haar de woorden toe te voegen: "tyfuswijf", althans woorden van
gelijke beledigende aard en/of strekking;
10.131437.23
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 26 mei 2023 te Rotterdam,
een motor (van het merk Yamaha X City met chassisnummer [nummer01] )
en/of een kentekenplaat met kenteken [kenteken01] en/of een kentekenplaat met
kenteken [kenteken02] , althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof;
2
hij op of omstreeks 26 mei 2023 te Rotterdam,
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie IV onder 7º van de Wet wapens en
munitie,
te weten een vleesmes met een zwartkleurig handvat en een metalen lemmet,
zijnde een voorwerp waarvan, gelet op de aard en/of de omstandigheden
waaronder dit voorwerp werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen
dat het voor geen ander doel bestemd was dan om letsel aan personen toe te
brengen of te dreigen,
heeft gedragen;
10.158032.23
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 8 juni 2023 te Schiedam,
een hoeveelheid koperen buizen, althans koper, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [bedrijf01] B.V., in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel, door gebruik te
maken van een bouwsleutel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 juni 2023 te Schiedam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een hoeveelheid koperen buizen, althans koper, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [bedrijf01] B.V., in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak,
verbreking, inklimming en/of een valse sleutel, door gebruik te maken van een
bouwsleutel,
- zich heeft begeven in het pand, gelegen aan de [straatnaam01] ,
- met een slijptol, althans een stuk gereedschap, koperen leidingen heeft verbroken
en/of
- een hoeveelheid koperen buizen in stukken heeft geslepen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 juni 2023 te Schiedam,
in de woning, het besloten lokaal en/of het besloten erf, gelegen aan de [straatnaam01] ,
bij een ander, te weten [bedrijf01] B.V., althans bij een ander of
anderen dan bij verdachte, in gebruik
wederrechtelijk is binnengedrongen;
10.159018.23
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, op of omstreeks 29 juni 2023 te Schiedam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een laptop en/of de kassa met inhoud en/of één of meerdere tondeuses, in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer02] en/of [bedrijf02] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel.