Op 7 november 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het binnenbrengen van cocaïne en wederrechtelijk verblijf op een haventerrein. De zaak werd behandeld in het kader van de nieuwe Rotterdamse Snelle Toekomstgerichte Meervoudige Kamerzitting (STMK), waarbij de verdachte binnen 57 dagen na aanhouding voor de rechter verscheen. De rechtbank legt de nadruk op de doelen van straf, waaronder vergelding, speciale en generale preventie, en resocialisatie. De verdachte werd veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf, waarvan 18 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, en bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
De feiten betroffen het opzettelijk binnenbrengen van ongeveer 899,49 kilogram cocaïne op 11 september 2022 te Maasvlakte Rotterdam, en het wederrechtelijk verblijven op het besloten terrein van APM2 terminal. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen handelde en dat de bewezen feiten ernstige bedreigingen vormen voor de volksgezondheid en de veiligheid in de haven. De rol van de verdachte als uithaler in de cocaïnehandel werd als belangrijk maar ook risicovol beschouwd, waarbij druk van criminelen een rol speelde in zijn beslissing om deze activiteiten te ondernemen.
De rechtbank benadrukte de noodzaak van een effectieve strafrechtsketen en de voordelen van snelle berechting, zowel voor de verdachte als voor het openbaar ministerie. De opgelegde straf is bedoeld om de verdachte te helpen bij zijn re-integratie in de maatschappij, met begeleiding van de reclassering en een focus op het voorkomen van herhaling van strafbare feiten. De rechtbank heeft de verdachte de kans gegeven om zijn leven te beteren door middel van een deels voorwaardelijke straf en begeleiding.