ECLI:NL:RBROT:2022:9961
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming en betaling van huurachterstand in kort geding met betrekking tot huurovereenkomst voor bepaalde tijd
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 september 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser01] en [gedaagde01] over de ontruiming van een woning en de betaling van huurachterstand. De huurovereenkomst tussen partijen was aangegaan voor een bepaalde tijd van één jaar, van 15 juli 2021 tot 15 juli 2022. [eiser01] heeft de huurovereenkomst opgezegd en verzocht om ontruiming van de woning, omdat [gedaagde01] in gebreke was gebleven met het betalen van de huur. De huurachterstand bedroeg € 6.083,00, en [eiser01] vorderde daarnaast een gebruiksvergoeding en de kosten van de procedure. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 augustus 2022 zijn beide partijen verschenen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiser01] een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen en dat de vorderingen van [eiser01] in een bodemprocedure waarschijnlijk kans van slagen hebben.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst rechtsgeldig was en dat [gedaagde01] tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst door de huurachterstand. De vordering tot ontruiming is toegewezen, met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, de gebruiksvergoeding, en de proceskosten. De kantonrechter heeft de vordering tot machtiging voor ontruiming met behulp van de sterke arm afgewezen, omdat de deurwaarder deze hulp zonder rechterlijke tussenkomst kan inroepen. De vordering tot medewerking aan het plaatsen van rookmelders is toegewezen, gezien het spoedeisende belang van [eiser01].