Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van hetgeen onder beide parketnummers is ten laste gelegd;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 13 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 15-187669-18;
- gedeeltelijke herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling in de zaak met
4..Waardering van het bewijs
Glock 17, kaliber 9mm
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering tenuitvoerlegging (15-187669-18)
9..Vordering herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling (99-000543-39)
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
groot 6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
- de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt en zal zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
- de veroordeelde zal actief deelnemen aan de gedragsinterventie CoVa-plus. De veroordeelde zal zich houden aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- de veroordeelde zal - na afronding van voornoemde CoVa-plus gedragsinterventie - actief deelnemen aan een intake en aan motivatiegesprekken bij Forensische Polikliniek Fivoor, met als doel diagnostiek en ondersteuning bij recidivebeperking;
- de veroordeelde zal zich inspannen voor het verkrijgen en behouden van een structurele vorm van dagbesteding/werk en het verkrijgen en behouden van een stabiel inkomen. Hij zal meewerken aan begeleiding door een maatschappelijke instantie op het gebied van praktische zaken, indien dit noodzakelijk wordt geacht;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;