ECLI:NL:RBROT:2022:9793

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
14 november 2022
Zaaknummer
C/10/640520 / FA RK 22-4440
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in aansluiting op voortzetting crisismaatregel op basis van Wvggz

Op 14 oktober 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De beschikking is verleend op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De rechtbank heeft eerder op 5 juli 2022 een zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden en het verzoek voor het overige aangehouden om betrokkene de gelegenheid te geven een zelfbindingsverklaring op te stellen in samenspraak met zijn behandelaren.

In de procedure heeft Antes op 16 september 2022 een zelfbindingsverklaring van betrokkene ingediend. Zowel Antes als de advocaat van betrokkene hebben ingestemd met het schriftelijk afdoen van het resterende verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedwongen zorg niet langer noodzakelijk is, en heeft daarom het verzoek afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, G. de Man.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De zaak betreft een belangrijke afweging tussen de noodzaak van gedwongen zorg en de rechten van de betrokkene, waarbij de rechtbank de belangen van de betrokkene en de adviezen van de behandelaren in overweging heeft genomen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/640520 / FA RK 22-4440
Referentienummer: [nummer]
Beschikking van 14 oktober 2022 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1975, [geboorteplaats] te Ethiopië,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. M.H. de Lange te Vlaardingen.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van 5 juli 2022;
  • het e-mailbericht van Antes van 16 en 19 september 2022;
  • het e-mailbericht van de hiervoor genoemde advocaat van 19 september 2022.

2..Beoordeling

2.1.
Op 5 juli 2022 heeft de rechtbank de zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden en het verzoek voor het overige aangehouden tot 5 oktober 2022 pro forma, om betrokkene in de gelegenheid te stellen om in samenspraak met de behandelaren een zelfbindingsverklaring op te stellen.
2.2.
Op 16 september 2022 heeft Antes de rechtbank een bericht gestuurd met daarin een zelfbindingsverklaring van betrokkene.
2.3.
Antes en de advocaat van betrokkene zijn akkoord gegaan met het schriftelijk afdoen van het resterende verzoek. De rechtbank stelt op grond daarvan vast dat gedwongen zorg niet langer noodzakelijk is.
2.4.
Gelet op het voorgaande wordt het verzoek afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het (resterende) verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. Krijnen, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier G. de Man, griffier op 14 oktober 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.