Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 juni 2022, met bijlagen;
- de e-mail van 27 juni 2022 van de gemachtigde van [eiseres01] dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt.
2.De feiten
“graag”.Vervolgens appt zij nog aan [naam01] :
“dankjewel”.
3.Het geschil
- Aquarius te veroordelen aan haar te betalen € 3.700,- bruto per maand vanaf 22 april 2022 tot aan de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd;
- Aquarius te veroordelen om [eiseres01] binnen twee dagen na dit vonnis aan te melden bij de arbodienst van Aquarius met als eerste ziektedag 22 april 2022 respectievelijk 3 mei 2022, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag;
- Aquarius te veroordelen om [eiseres01] onmiddellijk na herstelmelding toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag;
- Aquarius te veroordelen in de proceskosten met rente en nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Voor zover de bevestiging als een beëindigingsovereenkomst moet worden gekwalificeerd heeft [eiseres01] middels de brief van 3 mei 2022 tijdig, binnen drie weken, een beroep gedaan op de herroepingstermijn.
Bovendien heeft Aquarius [eiseres01] op het verkeerde been gezet door haar een vaststellingsovereenkomst aan te bieden terwijl zij ziek is en gelet op haar arbeidsverleden niet in aanmerking komt voor een WW-uitkering. Aquarius heeft tot slot ook nagelaten om haar aan te melden bij de arbodienst.
4.De beoordeling
“Nogmaals het spijt me….”.Door [naam01] is vervolgens begrip voor de situatie getoond en aangegeven dat hij een bevestigingsbrief gaat opstellen. Ook doet hij een voorstel tot het opstellen van een vaststellingsovereenkomst. Uit de overgelegde e-mail van 22 april 2022 met daarin de bevestigingsbrief blijkt dat [naam01] dat voorstel nog een keer doet:
“zoals in de app aangegeven kunnen we eventueel een vaststellingsovereenkomst opstellen. Ik hoor graag of je die wil. Groet en nogmaals sterkte”.[eiseres01] reageert nog dezelfde dag omstreeks 22.30 uur dat ze de bevestigingsbrief niet geopend krijgt en met de opmerking “
Nogmaals bedankt voor het begrip. Ik ontvangt graag een vaststellingsovereenkomst”.Vervolgens is [eiseres01] op 24 april 2022 eigener beweging uit de bedrijfsapp gestapt en heeft zij op 25 april 2022 de bevestigingsbrief ondertekend en haar laptop en sleutels ingeleverd. Op 28 april 2022 heeft [eiseres01] per Whatsapp gereageerd op de vraag van [naam01] of zij een vaststellingsovereenkomst wil met
“Ontvang deze graag nog”.Op dat moment beoogde [eiseres01] dus nog steeds daadwerkelijk een einde van haar dienstverband. Voor zover [eiseres01] de opzegging in een opwelling had gedaan, had het in de lijn der verwachting gelegen dat zij daarop binnen afzienbare tijd zou zijn teruggekomen. [eiseres01] heeft dat echter niet eerder gedaan dan bij brief van haar gemachtigde van 3 mei 2022.
In de gegeven omstandigheden is de kantonrechter dan ook van oordeel dat Aquarius gerechtvaardigd heeft mogen afgaan op de opzegging van [eiseres01] , en haar onderzoeks- en informatieplicht tegenover [eiseres01] niet heeft geschonden.
Je hebt op 22 april 2022 telefonisch aan ondergetekende aangegeven je arbeidsovereenkomst met Restaurant Aquarius per direct te willen opzeggen. We betreuren maar respecteren je besluit”. Met die woorden is tot uitdrukking gebracht dat [eiseres01] de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Bovendien hebben partijen ter zitting bevestigd dat de arbeidsovereenkomst door [eiseres01] telefonisch is opgezegd en dat de brief van 22 april 2022 een bevestiging daarvan is. Gelet op het voorgaande kan dan ook niet worden gezegd dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst (tijdig) is herroepen en dat de arbeidsovereenkomst niet is beëindigd.