ECLI:NL:RBROT:2022:9756

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 september 2022
Publicatiedatum
14 november 2022
Zaaknummer
KTN-9794367_14112022
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot het plaatsen van goed werkend internet en compensatie in huurgeschil

In deze zaak vorderen de eisers, huurders van woningen in Dordrecht, dat de verhuurder, [persoon01], binnen twee weken na betekening van het vonnis goed werkend internet plaatst en compensatie biedt voor de gebrekkige internetverbinding. De eisers stellen dat zij gedurende een lange periode, van mei 2021 tot januari 2022, herhaaldelijk problemen hebben ervaren met de internetverbinding en dat de verhuurder tekortgeschoten is in zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. De verhuurder heeft echter betoogd dat hij adequaat heeft gehandeld en dat de problemen met de internetverbinding niet zijn te wijten aan zijn tekortkomingen, maar aan externe factoren zoals menselijke fouten van huurders. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verhuurder niet tekortgeschoten is in zijn verplichtingen, omdat er voldoende bewijs is dat er een werkende internetverbinding beschikbaar was en dat de verhuurder adequaat heeft gereageerd op de klachten van de huurders. De vorderingen van de eisers zijn afgewezen. In reconventie heeft de verhuurder ontbinding van de huurovereenkomst met [eiser02] gevorderd wegens huurachterstand, maar deze vordering is eveneens afgewezen omdat de huurachterstand inmiddels was ingelopen. De kantonrechter heeft de eisers in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 9794367 CV EXPL 22-1426
datum uitspraak: 1 september 2022 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van

1.[eiser01] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser,

2. [eiser02] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,

3. [eiser03] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,
eiseres,

4. [eiser04] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,

5. [eiser05] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.R. Dill,
tegen
[persoon01],
woonplaats: [woonplaats02] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. S.A.P. van den Berg,
De partijen worden hierna ‘Eisers’ en ‘ [persoon01] ’ genoemd. Afzonderlijk worden eisers ‘ [eiser01] ’, ‘ [eiser02] ’, [eiser03] ’, ‘ [eiser04] ’ en [eiser05] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 28 maart 2022, met bijlagen;
  • het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte wijziging van eis tevens conclusie van antwoord in reconventie, met bijlage;
  • de voorafgaand aan de zitting overgelegde bijlage van de zijde van [persoon01] .
1.2.
Op 11 augustus 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig: namens eisers [eiser03] , [eiser04] , [eiser05] , bijgestaan door mr. M.R. Dill. Namens [persoon01] is [naam01] verschenen, bijgestaan door mr. S.A.P. van den Berg.

2.De feiten

2.1.
Eisers huren dan wel huurden van [persoon01] , ieder een woning, de woningen aan de [straatnaam01] 141, 145, 145B, 147 en 149E, te Dordrecht.
2.2.
Bij de huurovereenkomst hebben eisers zich verbonden om maandelijks naast de huurpenningen een voorschot aan servicekosten te betalen, waaronder een bedrag van € 7,50 per maand voor de levering van internet- en televisiesignaal.
2.3.
Gedurende de periode van mei 2021 tot en met januari 2022 hebben eisers veelvuldig melding gemaakt bij [persoon01] over de niet of nauwelijks werkende internetverbinding.
2.4.
Naar aanleiding van één van de door eisers gedane meldingen heeft de beheerder van [persoon01] , Randstadbeheer, bij e-mailbericht van 7 juli 2021 eisers als volgt geïnformeerd:
“Op 25 juni jl. ontvingen wij een storingsmelding van de internetverbinding, van het complex waar de door u gehuurde woonruimte deel van uitmaakt. Er zou een internetverbinding zijn, maar erg traag, waarbij het tv-signaal soms zou haperen.
Hieropvolgend heeft de firma Zout & Peper de internetverbinding nagekeken en geconstateerd dat het netwerk correct functioneerde en dat er ca. 24 apparaten waren verbonden met het netwerk.
Op 4 juli jl. ontvingen wij een storingsmelding van de internetverbinding, waarin werd aangegeven dat er nu helemaal geen internetverbinding meer zou zijn. Hierop volgend hebben de firma’s Zout & Peper en Verdel – waarbij Zout & Peper het netwerk en Verdel de internetverbinding beheren – geconstateerd dat er geen internetverbinding meer aanwezig was in het complex. Het internetsignaal zou wel het complex binnenkomen, echter de modem en het netwerk niet meer kunnen bereiken.
Op 7 juli jl. om 10:30 uur is een monteur van Verdel langs geweest om de internetverbinding en het netwerk na te kijken. Hierbij is door de monteur geconstateerd dat iemand gerommeld heeft met de bekabeling in de algemene groepenkast welke normaliter is afgesloten. Doordat de bekabeling naar de modem is losgetrokken, kon het internetsignaal de modem en het netwerk niet bereiken, waardoor er geen internetverbinding meer in het complex aanwezig is. De monteur heeft de bekabeling weer hersteld en het netwerk weer operationeel en in werkende staat achtergelaten.
Onze conclusie is dat iemand zich onrechtmatig de toegang heeft verschaft in de algemene meterkast en daar (opzettelijk) de bekabeling heeft losgetrokken c.q. gesaboteerd. Wij vermoeden dat die persoon onrechtmatig een sleutel van de meterkast bezig. Wij hebben thans opdracht gegeven het slot te vervangen. […]”
2.5.
Randstadbeheer heeft bij e-mailbericht van 22 september 2021 de huurders van de [straatnaam01] te Dordrecht stabieler en sneller internet en televisie aangeboden. De maandelijkse kosten daarvoor zouden dan worden verhoogd naar € 25,- met een eenmalige borgsom van
€ 250,-. [persoon01] heeft hierop nauwelijks reactie ontvangen van de huurders waardoor hij het pakket voor stabieler en sneller internet niet heeft afgenomen.
2.6.
[persoon01] heeft de firma’s Zout&Peper en Verdel ingeschakeld om, naar aanleiding van de klachten van eisers, onderzoek te doen naar de internetstoringen. Door Zout & Peper is vervolgens verklaard:
“[…]3. Wat kunt u verklaren over de storingen die zich hebben voorgedaan in het wooncomplex?
Sinds wij in beheer zijn van de accesspoint (draadloos netwerk) hebben wij meerdere keren te maken gehad met problemen met het WIFI netwerk. Deze problemen kwalificeren zich niet voor de term ‘storing’. Er was op die momenten namelijk altijd sprake van een werkende internetverbinding. De problemen met de wifi verbinding was een gevolg van onderstaande oorzaken.
Deze problemen stonden als zogenoemd op zichzelf. Hieronder een overzicht van problematiek welke wij zijn tegengekomen:
  • Omdat de accesspoint niet achter een gesloten kast zaten hadden bewoners vrij toegang tot accesspoints. Het is meermaals gebeurd dat bewoners zelf kabels gingen trekken vanuit de modem naar hun woning. Dit heeft altijd direct gevolgen gehad voor de internetverbinding voor alle bewoners in die specifieke flat.
  • Een andere oorzaak hebben wij gevonden bij een bewoner thuis omdat hij een aquarium in zijn kamer had. […]
  • Nadat er een renovatie had plaatsgevonden in de appartementen (er werden nieuwe, dikkere muren geplaatst) werd het wifi-signaal zwakker omdat het nu belemmerd werd door de nieuwe muren. Wij zijn toen naar de [straatnaam01] toegereden en hebben daar drie versterkers geplaatst om dit probleem op te lossen. Nadat dit door ons is gedaan hebben wij het wifisignaal gemeten in de betreffende woningen en deze was weer terug op het oude niveau […]
  • Het is voorgekomen dat er een accesspoint is meegenomen/ontvreemd door iemand. Hierdoor lag het netwerk plat. Wij hebben dit opgelost door een nieuwe accesspoint te plaatsen.
  • Het is vaak voorgekomen dat een bewoner de stroomstekker van de accespoint eruit heeft getrokken (we weten niet of dit met opzet is gebeurd of dat de bewoner zelf niet bewust was dat het van een accesspoint was)

4.Wat was volgens u de vermoedelijke oorzaak van die storingen?

Er is, onzes inziens, geen sprake van storingen geweest. Alleen menselijke fouten.”

2.7.
Door Verdel is als volgt verklaard:
“[…] 3. Geen storingen bij ons bekend. Laatste onderbreking van de internetverbinding is geweest op 05-07-2021, dit bleek een fysieke stekker ná de FTU (buiten ons beheer) te zijn, deze is hersteld op 07-07-2021. Op verzoek hebben we deze stekker opnieuw gekoppeld.”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Eisers vorderen, na vermeerdering van eis, samengevat:
  • binnen twee weken na betekening van dit vonnis tot het plaatsen van een goed werkend internet, waaronder wifi, voor alle eisers, zulks op straffe van een dwangsom van
  • tot betaling, te verhogen met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2022, dan wel vanaf de dag van wijziging van eis, tot de dag van algehele betaling aan eisers, van:
 [eiser01] : 15 maanden x € 75,- per maand = € 1.125,-;
 [eiser02] : 15 maanden x € 75,- per maand = € 1.125,-;
 [eiser03] : 12 maanden x € 75,- per maand = € 900,-;
 [eiser04] : 15 maanden x € 75,- per maand = € 1.125,-;
 [eiser05] : 10 maanden x € 75,- per maand = € 750,-
  • alle bedragen vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten van € 15% en een vergoeding van € 75,- per maand vanaf de gevorderde bedragen, zoals berekend per datum mondelinge behandeling, 11 augustus 2022, tot aan de dag dat [persoon01] de tekortkoming heeft verholpen;
  • [persoon01] te veroordelen in de proceskosten
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
Eisers leggen nakoming van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst aan de vordering ten grondslag. Eisers betalen maandelijks, naast de huurpenningen, € 7,50 voor levering van internet en televisie. [persoon01] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst door een niet deugdelijk internetsignaal te leveren. Eisers kunnen hierdoor niet of nauwelijks gebruik maken van wifi. Eisers verzoeken dan ook met terugwerkende kracht een compensatie voor de toerekenbare tekortkoming van [persoon01] .
3.3.
[persoon01] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. [persoon01] heeft zich contractueel verbonden met eisers tot het verschaffen van internet. Het internetsignaal dat tot eisers ter beschikking staat, beantwoordt aan de huurovereenkomst, mede gelet op het feit dat sprake is van een abonnement van 1000 mb, de snelst mogelijke verbinding en de prijs van € 7,50 per maand. Als veel huurders tegelijkertijd gebruik maken van de internetverbinding kan dit ten koste gaan van het signaal. [persoon01] kan echter niet instaan voor een storingsvrije internetverbinding. Door Zout&Peper en Randstadbeheer is meermaals geconstateerd dat onbekenden, mogelijk huurders, de configuratie hebben geprobeerd aan te passen. Bovendien is het voor [persoon01] niet duidelijk wanneer eisers klachten hadden ten aanzien van de internetverbinding. Ook is onduidelijk wat de klachten precies inhouden. Ten aanzien van de afzonderlijke eisers voert [persoon01] het volgende aan:
  • [eiser01]: vanwege een aanzienlijke huurachterstand heeft [persoon01] een aparte ontbindings-/ontruimingsprocedure gevoerd. Door de deurwaarder wordt een ontruimingsdatum ingepland.
  • [eiser05]: de huurovereenkomst is per 31 maart 2022 beëindigd. Zij heeft geen belang meer bij de vordering.
  • [eiser03]: de huurovereenkomst is per 30 april 2022 beëindigd. Zij heeft geen belang meer bij de vordering.
in reconventie
3.4.
[persoon01] eist, samengevat:
  • de huurovereenkomst met [eiser02] te ontbinden en [eiser02] te veroordelen om de woning binnen drie dagen na datum vonnis te ontruimen, met machtiging aan [persoon01] om de ontruiming zelf te bewerkstelligen met behulp van de politie en justitie;
  • [eiser04] te veroordelen tot betaling van de huurachterstand van € 950,- te vermeerderen met de wettelijke rente en betaling van de lopende huur van € 650,- per maand;
  • [eiser02] en [eiser04] te veroordelen in de proceskosten met rente;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.5.
[persoon01] baseert de eis op het volgende. [eiser02] en [eiser04] hebben een huurachterstand laten ontstaan en zijn daarmee tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. De huurachterstand van [eiser02] bedraagt € 7.109,55 en rechtvaardigt ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. [eiser02] is een eerder overeengekomen betalingsregeling niet nagekomen.
[eiser04] betaalt structureel iedere maand € 50,- te weinig. Haar huurachterstand bedraagt momenteel € 950,-.
3.6.
[eiser02] en [eiser04] zijn het niet eens met de eis en voeren aan dat zij een beroep op opschorting hebben gedaan. [persoon01] is immers tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichting tot het leveren van internet en televisie uit hoofde van de huurovereenkomst.

4.De beoordeling

in conventie
Toerekenbare tekortkoming
4.1.
Eisers beroepen zich op een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst, in die zin dat [persoon01] geen goed werkend internetverbindingen heeft verschaft.
4.2.
Vooropgesteld wordt dat een verhuurder aan een huurder het genot moet verschaffen dat deze op grond van de huurovereenkomst van de gehuurde zaak mag verwachten. [1] In het algemeen mag van een verhuurder verwacht worden dat hij naar aanleiding van klachten over het internet een onderzoek instelt naar de internetverbinding en vervolgens de nodige maatregelen treft om de internetverbinding te optimaliseren.
4.3.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat eisers een slechte internetverbinding hebben ervaren en dat zij op een aantal momenten mogelijk terecht hebben geklaagd over de door hun ervaren niet werkende internetverbinding. Op die momenten is [persoon01] in actie gekomen en heeft hij naar het oordeel van de kantonrechter binnen zijn mogelijkheden als verhuurder adequaat op de klachten van eisers gereageerd. Uit de overgelegde stukken kan worden afgeleid dat Randstadbeheer namens [persoon01] meerdere malen is langs geweest en hij geconstateerd heeft dat sprake is van een internetsignaal. Dit blijkt volgens Randstadbeheer ook uit de op internet draaiende camerabeelden die altijd zorgen voor een ‘live’ verbinding. Ook is door Randstadbeheer geconstateerd dat onbekenden, mogelijk huurders, de configuratie hebben geprobeerd aan te passen, is de router verdwenen en zijn de internetkabels veranderd. Daarnaast heeft [persoon01] de firma’s Zout&Peper en Verdel ingeschakeld om het netwerk door te meten en de internetverbinding te controleren. Uit de door [persoon01] overgelegde verklaringen van Zout&Peper en Verdel volgt – kort samengevat – dat er geen internetstoringen bij hun bekend zijn en dat er altijd sprake is geweest van een werkende internetverbinding (zie r.o. 2.6 en 2.7).
Het had gelet op het voorgaande op de weg van eisers gelegen om hun stellingen dat [persoon01] niettemin tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen nader te onderbouwen. De door eisers overgelegde e-mailberichten met daarin onder meer de meldingen: “
De WIFI werkt helemaal niet, graag deze melding zo snel mogelijk oplossen” of “
De WIFI werkt nog steeds niet, graag deze melding serieus nemen” zijn daartoe gelet op de verklaringen van Zout&Peper en Verdel onvoldoende. Bovendien had [persoon01] een snellere internetverbinding aangeboden tegen een hoger maandbedrag, maar hebben eisers van dat aanbod geen gebruik gemaakt.
De kantonrechter is dan ook met [persoon01] van oordeel dat er een internetsignaal aan eisers ter beschikking staat die beantwoordt aan de huurovereenkomsten, mede gelet op het abonnement voor 1000 mb en de naar verhouding in rekening gebrachte maandprijs van € 7,50.
4.4.
De kantonrechter komt gelet op het voorgaande tot het oordeel dat [persoon01] adequaat op de klachten van eisers heeft gereageerd. Zijn bevinden hoefde [persoon01] geen aanleiding te geven om verdere maatregelen te treffen voor de internetverbinding. [persoon01] is dan ook niet tekortgeschoten in zijn verplichtingen jegens eisers. De vordering van eisers kan daarom niet worden toegewezen.
Schadevergoeding
4.5.
Eisers vorderen een schadevergoeding van € 75,- per maand als compensatie dat [persoon01] geen deugdelijke internetverbinding heeft geleverd. Voor schadevergoeding op basis van wanprestatie in de zin van artikel 6:74 BW is nodig dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van [persoon01] , waardoor eisers schade hebben geleden. Nu hiervoor geoordeeld is dat er geen sprake is van een tekortkoming van [persoon01] in de nakoming van de overeenkomst, bestaat er geen aanleiding om [persoon01] te veroordelen tot vergoeding van de schade, die eisers stellen geleden te hebben door [persoon01] . De vorderingen van eisers op dit punt worden dan ook afgewezen.
in reconventie
[eiser04]
4.6.
Vast staat dat [eiser04] de huurpenningen over de maanden mei 2021 tot en met juni 2022 niet volledig heeft betaald. In beginsel moet [eiser04] het openstaande bedrag van € 950,- dan ook aan [persoon01] betalen. [eiser04] voert aan dat zij maandelijks een bedrag van € 50,- te weinig heeft betaald, omdat de internetverbinding niet deugdelijk werkt.
4.7.
Nu hiervoor in conventie is overwogen dat [persoon01] niet is tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst omdat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van een te slechte internetverbinding, kan [eiser04] zich om die reden al niet beroepen op een opschortingsrecht en moet zij de verschuldigde huurtermijnen betalen zoals gevorderd.
[eiser02]
4.8.
Ten aanzien van de huurachterstand van [eiser02] wordt het volgende overwogen. Ter zitting heeft [persoon01] aangevoerd dat [eiser02] de huurachterstand van € 7.109,55 na conclusie van antwoord volledig heeft betaald, hetgeen [persoon01] heeft erkend. Er is dan ook geen sprake meer van een huurachterstand. Desondanks handhaaft hij zijn vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat [eiser02] structureel te weinig of geen huur heeft betaald.
4.9.
Als de huurder haar verplichting om tijdig de huur te betalen niet nakomt, mag de verhuurder de rechter vragen om de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter wijst deze vordering alleen toe als de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te beëindigen. Van belang is bijvoorbeeld of de huur weer wordt betaald en of de achterstand (deels) is ingelopen. [2]
4.10.
Hoewel de huurachterstand ten tijde van het uitbrengen van de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie berekend tot en met de maand juni 2022 € 7.109,55 bedroeg, acht de kantonrechter – gelet op het feit dat de huurachterstand tijdens deze procedure volledig is ingelopen – de tekortkoming in de gegeven omstandigheden van te geringe betekenis om een ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning te rechtvaardigen. [eiser02] is met de verrichte betalingen immers in staat gebleken om de huurachterstand en de lopende huur te betalen. Bovendien heeft [persoon01] ten tijde van de maandenlange huurachterstand geen enkele keer een ontbinding van de huurovereenkomst overwogen tot deze procedure door eisers werd gestart.
4.11.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wordt afgewezen. De met de ontbinding samenhangende vorderingen volgen hetzelfde lot.
in conventie en in reconventie
Proceskosten
4.12.
Eisers worden als de in conventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van [persoon01] worden begroot op € 622,- aan salaris gemachtigde (2 punten x tarief € 311,-).
[eiser04] en Ciclia worden als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure in reconventie veroordeeld nu [eiser04] de huurachterstand heeft erkend en [eiser02] de huurachterstand pas na dagvaarding heeft voldaan. De kosten aan de zijde van [persoon01] in reconventie worden begroot op nihil, omdat de vordering in reconventie nauw samenhangt met de vordering in conventie en [persoon01] in dat verband geen extra kosten heeft hoeven maken.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.13.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt eisers hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten tot aan deze uitspraak aan de zijde van [persoon01] vastgesteld op € 622,-;
in reconventie
5.3.
wijst de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst met [eiser02] en ontruiming van haar woning af;
5.4.
veroordeelt [eiser04] om aan [persoon01] te betalen € 950,- aan huurachterstand, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW;
5.5.
veroordeelt [eiser04] aan [persoon01] te betalen € 650,- per maand zolang zij in de woning blijft wonen;
5.6.
veroordeelt [eiser04] en [eiser02] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [persoon01] vastgesteld op nihil;
in conventie en in reconventie
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.P.M. Jurgens en in het openbaar uitgesproken.
35789

Voetnoten

1.artikel 7:203 en 7:204 BW
2.Zie Hoge Raad 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810.